De katoenmode zingt al liedjes i KATOENSHOW 1961 *33ij cle }oto'ó m Het is, voor zover men zich in vakkringen kan her inneren, in de Nederlandse mode-wereld nog niet eer der voorgekomen, dat vijf mode-ontwerpers samen een Show hebben gemaakt. Dit unicum doet zich nu voor bij de Katoenshow 1961, waarvan de 55 modellen zijn vervaardigd door de twee winnaars van de in septem ber van het vorige jaar uitgereikte Gouden Katoenbol, mej. H. Jubels (25) en de heer Alwin Eberlé (42), en verder door de drie ontwerpers Max Heymans (42), Dick Holthaus (32) en Ferry Offerman (53). Zij hebben de modellen gemaakt in opdracht van het Nederlands Katoeninstituut te Arnhem en dat bete kent, dat de ter beschikking gestelde' stoffen uitslui tend katoenen weefsels zijn. Nu hebben de 17 Neder landse katoenfabrieken, waarvan stoffen in de model len zijn verwerkt, het ook voor het komende seizoen met hun nieuwe stoffen dik op gedaan. Samen zijn ne goed voor ruim 750 nieuwe stoffen, afgezien nog van met hun nieuwe stoffen dik op gedaan. Het is begrijpelijk, dat al dit nieuws onmogelijk in één show te verwerken valt. Daarom hebben de vijf ontwerpers voor de Katoenshow 1961 een keuze moe ten maken, als gevolg waarvan de toch nog indruk wekkende hoeveelheid van 64 stoffen, al dan niet ge combineerd, in de 55 modellen verwerkt zijn. Het zijn modellen voor uiteenlopende doeleinden. Er zijn strand-wandel toiletjes bij, zonnepakjes, deux-pièces, ensembles en complets. Ochtend- en middagjaponnen, cocktailjurken en grote toiletten voor feestelijke gebeurtenissen al jongste Amerikaanse mode gevolgd door zogenaamde „bleeding colours" (bloedende kleuren) van Afrikaanse oorsprong af te stemmen op de Europese smaak. Voor deze ontmoeting der continenten maakte hij gebruik van een ruitmotief. Daarbij werd uiterste zorg besteed aan de houdbaarheid van de gewaagde kleuren. De ruitstoffen, speciaal bestemd voor japonnen, rokken, blouses en sporthemden, kregen daarenboven een sterke no-iron finish mee. Het valt op dat over finishes gesproken de fabrikanten met deze soort van bewerking van katoe nen stoffen weer een grote stap verder zijn gekomen. Blijkbaar is er druk geëxperimenteerd in de laboratoria en hebben de scheikundigen goede resultaten kunnen boeken. Zo hebben nu alle in de Katoenshow 1961 ver werkte katoenen stoffen extra eigenschappen als no- iron en waterafstotend meegekregen, terwijl vele stof fen het bijzondere procédé hebben ondergaan dat ze een zijde-achtige glans heeft gegeven. Ook zijn meer weefsels dan voorheen kreukherstel- lend gemaakt. Zo is er dus een collectie katoenen stoffen tot stand gekomen van een onbetwistbaar hoge kwaliteit en in een variatie als nimmer tevoren. Ten aanzien van de soorten katoenen weefsels valt nog te melden, dat de nieuwe collecties der Nederland se katoenfabrieken weer het hele gamma bestrijken, dat wenselijk wordt geacht voor een zo ruim mogelijke toepassing in de volldige kleding- sector. Er zijn ka toenen stoffen evenmin op deze katoenshow. Het grote divertissement van modellen moet juist aantonen hoe veelzijdig de gebruiksmogelijkheden van katoen zijn. Vandaar ook de opdracht aan vijf ontwer pers, die stuk voor stuk een geheel andere stijl hebben en dus ook absoluut verschillende opvattingen hebben over de verwerking van katoen in hun modellen. De Katoenshow is een jaarlijkse traditie geworden, waarmee men het Nederlandse publiek wil laten zien wat de vaderlandse katoennijverheid hoofdzakelijk gevestigd in Twente en Brabant presteert. Van de Nederlandse textielindustrie is de katoensector wel de belangrijkste. Onder de katoenspinnerijen en -weve rijen bevinden zich in Twente de grootste van Europa. De kwaliteiten garens die er gemaakt worden staan zo hoog aangeschreven, dat nota bene Engeland ervan importeert, terwijl het al niet meer zo schokkend nieuws is, dat Nederlandse katoenweefsels in Frankrijk worden gekocht. De produkten van de Nederlandse katoenindustrie vinden gerede aftrek op de eigen markt en in het bui tenland, met name in de landen die deel uitmaken van de Euromarkt. Aan de katoenindustrie zijn grote regionale en na tionale belangen verbonden. Haar belang geldt niet alleen de werkgelegenheid en de export, maar ook de gehele verzorging van de textielbehoefte in de Neder landse gezinnen ten aanzien van allerlei kleding van ondergoed tot uitgaansjaponnen en van nachtkle ding tot kampeerkledij, doch evenzeer van het zo genaamde huis'noudtextiel (lakens, slopen, keukendoe ken, baddoeken en zo voorts) en ten aanzien van stof fering (gordijnen bijvoorbeeld) en bekleding (voor de meubelen). Katoenshow 1961 laat zien: Bloemen maakten plaats voor abstracte motieven De Katoenshow 1961, de jaarlijkse manifestatie van de Nederlandse katoenindustrie, heeft duidelijk laten zien, dat de dessin-ontwerpers de nieuwe stoffen, op een paar uitzonderingen na, niet meer met bloem motieven hebben versierd. Er zijn nog maar weinig roosjes geplukt, alsook margrieten, papavers, made liefjes, bloesemtakken of andere florale schoonheden. Voor de naderende lente en zomer blijken abstracte motieven met soms zeer grillige lijnen of in elkaar vloeiende 'kleuren, mode te zijn. Bovendien zijn er wat minder imprimé's dan in voorgaande jaren. Vele stof fen zijn niet bedrukt. Ze zijn uitgevoerd in één enkele kleur, waarbij de fabrikanten soms effecten hebben gezocht in een 'bijzondere structuur van het weefsel. In de Katoenshow 1961 is bijvoorbeeld een goudgele stof te zien met een zeer fijn ingeweven streep. An dere effen gekleurde stoffen zijn uitgevoerd in beige, zwart, tabaksbruin, citroengeel, ivoor en rood. Bij de imprimé's vragen vooral combinaties als don kerblauw met groen en lichtbruin, wit met beige, rood met tabaksbruin en dergelijke de aandacht. Een Twentse fabrikant heeft het voorbeeld! van de voor ochtend-, middag-, avond en nachtkledinge voor vrije tijd-, vakantie-, strand- en sportieve kledij, waarbij naast de dames en de kinde ren (van baby tot teenager) de heren ruimschoots aan hun trek komen. Voor de laatste zijn er onder andere de verfijnde manchesters als corduroy en gentleroy, de poplins en veelsoortige flanellen. Voor de dames zijn er en die worden ook in de Katoenshow getoond de >eciale satin cottons, de broderies, de weefsels met shantung- en tweedeffecten, streep-, nop- en lusweef sels, om dan maar verder te zwijgen van de bekende stoffen als poolvaste en pletvrije ribfluwelen, licht ge wicht stoffen en wat dies meer zij. En deze bijna overstelpende veelheid en verschei denheid van stoffen worden per saldo alleen maar verkregen van een en dezelfde vezel, namelijk de door de natuur geschonken katoen. Vjjf ontwerpers maakten één katoenshow De jaarlijkse katoenshow van het Nederlands Ka toeninstituut is iedere keer weer op de eerste plaats een presentatie van een aantal stoffen uit de nieuwe collecties van de Nederlandse katoenfabrikanten. Daarnaast staat de bedoeling voor te tonen welke zoals het in het vakjargon heet, modische kwaliteiten de katoenen stoffen hebben. Ter versterking van dit modieuze element in de Katoenshow en om een indruk te geven van de uiteenlopende opvattingen die er in dit opzicht bestaan, heeft het Nederlands Katoeninsti tuut aan niet minder dan vijf ontwerpers verzocht een deel van de Katoenshow 1961 te verzorgen. Vier van hen hebben hun sporen in dit moeilijke vak reeds lang verdiend. De vijfde, een jonge vrouw, heeft kortelings naam gemaakt met het winnen van de Gouden Katoen- bol, de hoogste prijs in een ontwerpwedstrijd van het Katoeninstituut. De oudste vakman onder dit uitgele zen groepje mode-ontwerpers is de 53-jarige Ferry Of ferman die al een jaar of 15 de artistieke en zakelijke scepter zwaait over zijn wel zeer gerenommeerde haute couturehuis in Amsterdam. Offerman is voorstander van praktische elegantie. Max Heymans, 42 jaar, een geboren Arnhemmer 'en een getogen Amsterdammer, houdt er van „een vrouw te maken" en richt zich bij al zijn verbluffende ontwerpen op de klassieke lijn. De Amsterdammer Dick Holthaus (32) speelt liever met silhouetten en zou aldus de opponent van Hey mans genoemd kunnen worden, een opponent overi gens die zich niet te beklagen heeft over de ruime kring, waarin men zijn werk prijst. Alwin Eberlé (42), die vorig jaar ook een Gouden Katoenbol in de wacht heeft gesleept, heeft zijn faam te danken aan zijn haute couturewerk in de confectie-industrie. Hij staat flat teuze kleding, passend in de Nederlandse sfeer voor. De jongste in dit gezelschap van mode-edelen is de 25- jarige Helen Jubels wier voorkeur uitgaat naar jeug dige modellen. „Men beweert altijd dat ik een specifieke teenager- ontwerpster ben", zegt ze, „maar dat is echt niet waar. Teenagers zijn me zeker echt niet onverschillig. Maar de groep vrouwen voor wie mijn jeugdige modellen bestemd zijn, is aanmerkelijk groter". .J X 1 Nougatdoopte Alvoin Eberlé dit ensemble van pure katoen. Onder de zwarte mantel gaat een jurk met een kleurige imprimé schuil. De rok ervan is geplisseerd. (Model uit de Katoenshow 1961 2 Dit namiddag-ensemble heef t Helen Jubels ontworpen. Het be staat uit een mantel van lente groene poplindie gevoerd is met een als zijde aanvoelende imprimé in nuances van groen. Van deze fijne katoenen impri mé is ook de japon gemaakt. Estorilheet het model. (Model uit de Katoenshow 1961) 3 Van een prachtige katoenen groene poplin, die agevoerd is witte broderie heeft de mode ontwerper Dick Holthaus deze deux pieces gem\aakt. Sporting d'étèheet dit pakje. (Model uit de Katoenshow 1961) h Dit elegante namiddag-en semble van Max Heymans heet VogueDe mantel is van een zwartezogenaamde fiësta-pope- line en verbergt een wit-zwart genopte katoenen middag japon. (Model uit de Katoenshow 1961) 5 Een katoenen imprimé met satin-finish gebruikte Max Hey mans voor een hoog-zomerjapon met royale decolleté. Dit modél, „Harpers Bazaargenoemd, werd gecompleteerd met een mantel uit een lichte katoenen stof in een zonnige goudgele kleur. Deze kleur is dit jaar bij de Franse couturiers zeer ge wild (Modél uit de Katoenshow 1961) 6 „Fëte en Couleur" is een complet, dat Ferry Offerman heeft gemaakt van een donker blauwe mét groen en lichtbruin imprimé in satin-chiné. De japon heeft een bovenstuk met verlengde taille, waar de rok soepel is aangezet. Het modél heeft een achterband met strik.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1961 | | pagina 3