OORLOG EN VREDE Cross Country Bergruiters Indrukken uit Duitsland Uit Holtens historie «na Hoe de Duitser over de 2e Wereldoorlog denkt Eerste plaats voor Holtenaren Opkomende pijn De keuring van levensmiddelen in ons land mimi e» Alhoewel ik me van de 2e wereldoorlog uiteraard weinig kan herinneren, heb ik door verhalen, oorlogsliteratuur en do cumentaire films toch een beeld kunnen krijgen van deze waanzinnige oorlog. Het is werkelijk interessant om met Duitsers een gesprek te beginnen over dit onder werp. U moet echter niet denken dat de Duitsers op al Uw opmerkingen met ,,ja" en „amen" reageren! Begrijpelijk is dit wel: het is voor niemand prettig een strijd te verliezen, waar hij zelf mee be gonnen is. Natuurlijk staan veel Duitsers op hetzelfde standpunt als wij, maar voor sommigen is „Führer" Adolf Hitler nog steeds een man die meer goed dan kwaad heeft gedaan. Oorlog. Met velen heb ik over dit thema ge sproken. Ik heb ze uit laten praten en geen commentaar gegeven. Ik zou ook niet bevoegd zijn commentaar te geven op iets dat gebeurde in de eerste vijf ja ren van mijn leven. Daarenboven voel ik me ook ontzettend klein tegenover deze mannen, die alle in de oorlog waren. Een kleine greep uit m'n aantekeningen: Kurt S. (34 jaar): „Ik was aan het Oost front en heb de inval in Rusland meege maakt. Wat ik van Hitier denk? Hij had van twee dingen af moeten blijven: de Kerk en de Joden. Overigens heeft hij ook veel goeds gedaan. Denk maar eens aan het werklozencijfer in 1933 toen hij aan de macht kwam. Vlak voor de oorlog hadden de mensen daarentegen allemaal werk en veel geld in handen". Helmut H. was tijdens de oorlogsjaren zowel aan het West- alsook aan het Oost front: „Ik vind dat de hele wereld respect moet hebben voor onze soldaten. Wij moesten of we wilden of niet. Zes jaar lang hebben we het tegen de hele wereld volgehouden. Een Duitser hoeft zich ner gens ter wereld te schamen dat hij Duit ser is", aldus deze vijftigjarige timmer man. Een ander concludeerde, .toen ik hem vroeg hoe hij over Hitier dacht, dat ieder mens zijn fouten heeft, zo ook Hitier. „Maar", meende deze te moeten zeggen, „weet U ook dat Hitier de werkloosheid hier uit de wereld geholpen heeft met o.a. het aanleggen van autosnelwegen. Ook de criminaliteit was in Hitiers tijd lang niet zo erg als nu. Zijn grootste fou ten waren echter het aantasten van de Joden en de Kerk. Dat had hij niet mo gen doen. Wisten deze mensen tenminste nog bij benadering te zeggen hoeveel Joden door de nazi's zijn omgebracht, vele lachten me uit toen ik het getal zes miljoen noemde. Deze mensen hadden er werke lijk geen voorstelling van hoe de Joden behandeld werden. Natuurlijk zijn veel mensen het ook met ons eens in hun oordeel over Hitier. Eén van mijn collega's, de 35-jarige Theo P. (In Frankrijk geweest) wist het mooi „uut te duutsen". Grappenmaker als hij is ging hij boven op een stoel staan, kam de zijn haren zoals Hitier ze droeg en stak na de „groet" schreeuwend van wal: „Beste mensen", zei hij, „hier spreekt Uw Führer. Ik weet dat alleen ik jullie in deze oorlog naar de overwin ning kan voeren. Geeft me daarom een paar jaar tijd en jullie zullen Duitsland niet weer kennen". Theo streek zijn haar weer glad en zei nuchter: „En de goeie man heeft ook nog gelijk gekregen". Bulderend gelach van alle kanten was de beloning voor deze kostelijke imitatie. Vrede. Het is prettiger over vrede dan over oorlog te schrijven. Wel hebben de Geal- lieërden nog geen vrede met Duitsland gesloten, maar de huidige wapenstilstand kan men toch min of meer als zodanig beschouwen. In '45 was. er van de grote steden slechts puin overgebleven en iede re Westduitser is er trots op, dat nu, vijf tien jaar na de oorlog, vrijwel niets meer aan die verschrikkelijke tijd herinnert. In tegenstelling tot de steden in Oost- Duitsland, zijn de Westelijke metropools grotendeels weer opgebouwd. Door hard werken is de Bondsrepubliek weer één van de belangrijkste landen in Europa geworden. De Duitse arbeiders verdienen veel, vooral het loon der vrijgezellen ligt hier veel hoger dan in Holland. Daar tegenover staat natuurlijk weer, dat het levensonderhoud hier belangrijk duurder is. Toch kan men in Duitsland meer overhouden dan in Nederland. Overuren kan men hier praktisch zoveel maken als men wil. Overal is een tekort aan arbeidskrachten. Veel getrouwde vrouwen zijn trouwens ook in de fabrie ken tewerkgesteld. Eén of twee kinderen schijnt hier voor de vrouw geen bezwaar te zijn om mee te verdienen. Jan de Groot. Holten heeft een veel bewogen leven achter zich. Als nederzetting aan de grote heerbaan van Deventer naar Osnabrück heeft het dorp kennis gemaakt met vele volkeren. Woonden er te Holten al men sen, toen de legerscharen van de Ro meinen deze landen plat liepen? Trof Karei de Grote er inwoners aan, om zijn legerscharen te laven? Wij weten het niet. Wat wij wel weten is, dat Gelderse troe pen meermalen Holten bezochten. Niet om te vechten, maar om te stelen. Stelen is feitelijk het woord niet. Men noemde dat indertijd een eerlijke roof. Daarop volgde met al zijn verschrikkingen de tachtigjarige oorlog, die Holten waar achtig niet in de kleren ging zitten. Nu weten wij wel dat de bevriende soldaten minstens even hard roofden dan de vij anden. Na de Spanjaarden kwamen de Munstermannen en deze werden opge volgd door de Fransen. De laatsten lieten in ons land de meeste sporen na. Zij de den dat niet zo zeer met het zwaard, maar wel bij decreten. (Decreten waren keizerlijke bevelen.) En zo kon het gebeu ren dat je des avonds doodgemoedei-eerd als baron naar bed ging en wakker wor dende bij het eerste hanengekraai tot de onaangename ontdekking kwam, dat je gedurende de nacht gewoon burger was Ruiters en amazones uit Markelo, Goor, Delden, Neede, Hellendoorn, Diepenheim en Holten hebben woensdagmiddag op hun vurige rossinanten over een parcours van plm. 1500 meter, dat was uitgezet op de Hoge Borkeld gedraafd in de jaarlijkse cross country, die door de landelijke rij- vereniging „Bergruiters" werd georgani seerd. De lengte van het parcours was voor alle deelnemers gelijk, doch door de combina ties die in de zware klasse uitkwamen moesten een zevental hindernissen worden genomen. De waterplas die genomen moest worden bracht tal van deelnemers tijdver lies, doordat de viervoeters pas na enige aarzeling „te water" gingen. In de lichte cross werd door H. Slig- man uit Markelo op „Uria" de snelste tijd gemaakt (4 min. 36.8 sec. Hij werd op de voet gevolgd door Jan Müller op „Sjonny" (4 min. 42.4 sec.). Uit de rapporten van de route contro leurs bleek echter dat beide ruiters een fout hadden gemaakt en dit betekende voor beide diskwalificatie. De volledige uitslagen luiden als volgt: LICHTE CROSS: 1 G. Beldman op „Myra" 5 min. 8 sec. 2 J. Bronsvoort op „Enny" 5 min. 3.4 sec. 3 W. J. Stoelhorst op „Cor, Markelo, 5 min. 11 sec. 4 Mannes ter Stal op pony' „Pietje" 5 min. 19.2 sec. 5 J. Werning op „King", Delden, 5 min. 19.4 sec. 6 G. Bolink op „Hettie" 5 min. 23.6 sec. 7 D. H. Hidders op „Mirzan", Markelo, 5 min. 24.2 sec. 8 Johan Veneklaas op pony „Corrie" 5 min. 29.2 sec. 9 Jan Jacob ter Horst op „Poesta Ko ning" 5 min. 32.4 sec. D. H. Wibbelink op „Wonny", Marke lo, 5 min. 38.2 sec. G. H. J. Meijer op „Zerna", Markelo, 5 min. 48 sec G. Fokkert op „Roxy", Hellendoorn, 5 min. 49.8 sec. A. J. Krijgsman op „Wim", Markelo, 6 min. 5.8 sec. N. Versteeg op „Zoedan", Delden, 6 min. 9.6 sec. Judith Jordaan op „Rascaljoe" 6 min. 11 sec. E. Klumpers op „Katja", Markelo, 6 min. 13 sec. H. J. Hargeerds op „Trix", Markelo, 6 min. 17.4 sec. E. Extercate op „1' Invasion", Delden, 6 min. 18 sec. P. van Dijke op „Regina", Hellendoorn, 6 min. 31.8 sec. Dinant Pieffers op „Sylvia" 6 min. 56 sec. P. van Harten op „Loekkie", Hellen doorn, 7 min. 20 sec. H. Holsappel op „Frika", Hellendoorn, 7 min. 20.6 sec. H. Leurdijk op „Sargo", Neede, 7 min. 29 sec. Herman ten Dam op pony „Nelly" 7 min. 47 sec. 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 H. ten Cate op „Corrie", Neede, 7 min. 49.8 scc. 26 A. Volkerink op pony „Jopie" 8 min. 8 sec. 27 Wim Derksen op pony „Pukkie" 8 min. 54.4 sec. 28 E. Teeselink op pony „Othello" 9 min. 47.2 sec. Wim Klein Velderman en Jan Keve- lam werden gediskwalificeerd. ZWARE CROSS: 1 T. Beldman op „Ortrude Felddahlie" 4 min. 5.2 sec. 2 H. Reurink op „Rinia", Neede, 4 min. 20 sec. 3 H. Wes op „Abe", Delden, 4 min. 43.8 sec. 4 H. Schoneveld op „Ivasie" 4 min. 46.4 sec. 5 Mej. A. van Dijke op „Diana", Hellen doorn, 4 min. 48.2 sec. 6 W. Aaltink op „Wuzello" 4 min. 50 sec. 7 J. H. Wolbrink op „Allard", Markelo, 4 min. 51.6 sec. 8 A. Wes op „Cily", Delden, 4 min. 58.8 sec. 9 J. Luttikhedde op „Rino", Diepenheim, 4 min. 59 sec. 10 T. Beldman Sr. op „Amigo" 4 min. 59.4 sec. 11 W. Haarman op „Hesta", Neede, 5 min. 9.8 sec. 12 J. Koeslag op „Ulina", Neede, 5 min. 11.8 sec. 13 G. Steenbergen op „Frits", Hellen doorn, 5 min. 12.6 sec. 14 J. J. ter Weele op „Onella", Delden, 5 min. 28 sec. 15 B. Wolterink op „Tola", Neede, 5 min. 33 sec. PRIJSUITREIKING De prijzen die bestonden uit kunst- erï gebruiksvoorwerpen werden in café „De Poppe" door de voorzitter van de Berg ruiters, de heer H. Beldman, met een ge past woord uitgereikt. De heer Beldman sprak verder een har telijk woord van dank tot dierenarts G. S. E. Vegter (veterinaire dienst) tot de tijd- waarnemers de heren H. J. Bouwhuis, J. Wiggers en E. Rottink te Welsum, die te vens de Kon. Federatie vertegenwoordigde, tot de heren die met de controle in het parcours waren belast en tot de eigenaren van de gronden waarop het parcours was uitgezet. Namens de deelnemers sprak de hee» A. Wes uit Delden hartelijke woorden van dank tot de Bergruiters voor het organi seren van deze cross en hij nodigde allen uit tot deelname aan de cross country te Delden op zaterdag 10 december. kouof griep, biustUsnel uitmetde veelzijdig samengestelde geworden. Maar dat niet alleen. Je stond nu voor de wet gelijk met Varken-Jan, de koopman uit de achterbuurt van Holten. En het was dan niet meer: dag baron, en dag Jan, maar: dag burger en dag bur ger. Machtige steden, zoals Deventer, die eeuwen lang een machtspositie innamen, werden gewoonweg gemeenten. In Holten zal men zich van dit alles niet veel aan getrokken hebben. Baronnen met veel grond kende Holten niet. En de kleine bur gers en boeren maakten met hun burger schap een boog omhoog. Met één streep ook vielen de drostendiensten en de he rendiensten, weg. Er kwam één munt en één maat. Ingenieurs kwamen om de straatweg van Deventer naar de Duitse grens aan te leggen. Dat dit niet direct gebeurde lag niet aan het Franse bewind, maar aan 't feit dat troepen van vele naties de Fransen er uit sloegen. Zo bleef voorlopig het stratenplan onuitgevoerd. Pruisen, Schot ten, Zwitsers, Polen, Russen en allerlei ander volk kwam er te Holten over de vloer. En al dit volk, van welke nationali teit ook, had dit met elkaar gemeen, dat het hield van lekker eten en drinken en dat het dik onder het ongedierte zat. Gelukkig voor Holten was de omstan digheid, dat het niet veel mogelijkheden had te bieden. Een leger van enige im portantie kon te Holten niet neerstrijken, daar was het dorp te klein voor. Men wreef zich dan ook vrolijk in de handen, toen de Fransen optromden. Maar al ras bleek dat men er nog niet was. Schrie- dige Pruisen lieten Holten links liggen omdat er niets te beleven viel. Maar op een morgen kreeg Holten de schrik van zijn leven. Wat nog nooit vertoond was gebeurde. Met een in die dagen alom be kende Rijssenaar, de heer G. van Wijn gaarden, kwam een flinke bende Kalmuk- ken Holten binnen. De Holtenaren wisten waarlijk niet wat ze zagen. Daar kwam een behoorlijk geklede heer Holten bin nen met een hoop haar en baarden en verder veel vodden, vodden van allerlei aard. De menselijke gedrochten droegen zowel vrouwen- als mannenkleren. Verder waren deze lieden opgestopt met hooi en stro en bleken zij hooipruimers te zijn, Zij waren op weg naar Deventer. Het wa ren Kalmukken, uit verre steppen in Azië, die op hun kleine paarden Twente en Salland, dus ook Holten, eens kwamen bekijken. Zij hielden hun gids goed in de gaten. En deze gaf in zuiver Frans de Holtenaren het volgende commentaar: Leu, leu! Past op vuur dee luuzenrommel! Nu, de Kalmukken kwamen de Holter huizen niet binnen. Maar een aandenken- aan Holten wilden zij wel hebben, daarom vroegen zij om jenever. Nu was het in de Franse tijd zo, dat de jenever in Holten beteun was. Maar om van het schorum af te komen, trommelde de schout de kasteleins bij elkaar. Nu kregen de Kal mukken geen eerste klas product. Voor de briefjes die het gespuis in betaling aanbood kreeg men voorlopig niets en later haalde de regering er een streep door. In Holten keek men wel uit, men telde de bosjesmannekoppen en deed een. partijtje jenever in een karnton en voegde daar het nodige putwater bij. Het was natuurlijk lang geen wodka. Maar een voordeel was, dat de Kalmukken er ook niet dronken van werden. Zij kregen hun borrels, maar al waren ze woest en geheel onbeschaafd, zij konden toch wel proeven, dat de Holter jenever niet dat was, wat zij zich gedroomd hadden. Voor de voeten van de kasteleins spuwden zij de jenever (Slot). Ik antwoordde dat ik geboren Holte- naar was. „Kent U dan misschien ook die en die in de Kerkstraat?" vroeg ze. „Ja, natuurlijk, heel goed zelfs". Zij kwam uit Apeldoorn, vertelde ze en was een tante van bepaalde familie. Eens te meer was gebleken, hoe klein de wereld toch is. Des zomers is het hier overigens schitte rend. Stille weggetjes slingeren zich te gen de bergen aan en de in de herfst en de winter zo woeste beken kabbelen dan rustig naar beneden. Als Holten in deze omgeving zou liggen, zou het vinden van een geschikt parcours voor de Tour de Holten, voor Jan Markvoort en mij be slist geen moeilijkheden opleveren. Trekken de Nederlanders naar Duits land, de Duitsers komen op hun beurt met geestdriftige verhalen uit Holland terug! Hoeveel Duitse auto's komen er in de bollen- en vakantietijd niet door Hol ten? Ook uit mijn kennissenkring hier, hebben verschillende hun „Urlaub" in Holland doorgebracht. Grote waardering hadden alle voor de Nederlandse wegen. Enthousiaste verhalen hoorde ik ook over Amsterdam, Volendam, Zandvoort, Sche- veningen en Rotterdam. Maar het meest indrukwekkende voor allemaal was wel de Noordzee. De Nederlandse kust is voor de meesten ook veel gemakkelijker te bereiken dan de Duitse. Iets wat velen als souvenir mee terugnemen zijn enke le dubbeltjes. Zulke kleine geldstukken kent men in Duitsland niet. Ietwat teleui-gesteld kwam een jong echtpaar van de huwelijksreis uit Hol land terug. Ze waren op Texel geweest. „Denk je ook dat je in het buitenland bent", zei de man, „in ons hotel logeer den twee Hollandei's eix vierentwintig Duitsers". Jan de Groot. Door de betreurenswaardige margari nekwestie van enkele weken geleden is de levensmiddelen-wetgeving en -keuring in ons land volop in de publieke belangstelling gekomen. In vele toonaar den is er over geschreven, maar voorna melijk in een mineurstemming. Veelal i'ijzen vragen als„Wat hebben we aan 'n keuringsdienst, die alleen achteraf kan keuren?" en „Waarom mogen ze in ons land maar van alles in het voedsel stop pen?", waarbij men ook de opmerking kan horen, dat onze Warenwet verouderd is. Alvorens op deze vragen in te gaan eerst iets over de levensmiddelenkeuring in Nedei land. Deze is grotendeels gere geld in de Boterwet, de Vleeskeurings- wet en de Warenwet. Zij is opgedragen aan rrsp. de Rijks zuivelinspecteurs, de ambtenaren van de Vleeskeuringsdienst sn die van de Keuringsdienst voor Waren. Door de vleeskeurmeesters wordt al het vlees voor en na de slacht gekeurd. Do >r de keurmeesters van de keurings diensten voor waren worden monsters van waren genomen tijdens de winning van het product (b.v. bij melk), tijdens de bereiding, de bewaring en de ver koop van de waren. Omdat de keuringsdienst haar zorgen over alle eet- en drinkwaren uitstrekt, is het niet mogelijk om al deze waren te keuren vóór zij in de handel worden ge bracht. Om dcit te verwezenlijken zou in iedere bakkerij, op iedere boerderij en tuinderij en op iedere markt een keur meester aanwezig moeten zijn. Dit is on uitvoerbaar. In de praktijk is trouwens gebleken, dat hel niet nodig is. De weten schap, dat eet- en drinkwaren op ieder moment gekeurd kunnen worden door een onverwacht opduikende keurmeester heeft ertoe geleid dat vervalsingen van levensmiddelen en vergiftigingen door be smet voedsel in ons land tot de uitzonde ringen behoren. Iedere Nederlander mag aannemen, dat het brood, dat lüj koopt, rijen niet met zand worden gemengd en het juiste gewicht heeft, dat de spece- dat er in de worst een voldoende hoeveel heid vlees wordt verwerkt. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden. Kwamen vóór de landelijke keuring herhaaldelijk tyfus- epidemieën voor door het gebruik van besmette melk of besmet ijs, of van voed sel, dat met besmet v.ater was behan deld, nu behoren dergelijke gevallen vrij wel tot het verleden. Dat het apparaat vaix de keuringsdien sten een algemene verbetering in de levensmiddelenbereiding teweeg gebracht heeft, blijkt wel uit het feit dat het aan tal bekeuringen de laatste jaren gering is. Hoe langer hoe meer kan de taak van op straat, gooiden de kaïmton om en de kostelijke jenever vloeide over de straat. De Kalmukken probeerden, de jenever aan te steken, maar die wilde niet bran den. Het was maar goed, dat de Holtena- ren niet verstonden, hoe zij over hen dachten. Dat zal zeker niet veel moois zijn geweest. Maar zij maakten hun gids dui delijk, dat het in de steppen van Azië beter was van drinken dan te Holten. En met hun gids voorop verlieten zij Holten, om elders langs de weg een betex-e oorlam te vinden. Of hen dit vóór Deventer gelukt is, blijft een gsote vraag. VAN COEVERDEN. de keurmeesters adviserend inplaats van politioneel worden Hierbij willen wij nog vermelden, dat niet alleen eet- en drink waren worden onderzocht, maar ook ge bruiksartikelen, zoals pannen, verpak kingsmaterialen en kinderspeelgoed. De laatste tientallen jaren is, mede door de ontwikkeling van de chemische industrie, het toevoegen van vreemde be standdelen aan levensmiddelen sterk toe genomen. De noodzaak om levensmidde len langer houdbaar te maken (b.v. door de grotere afstanden, die bij transport worden afgelegd) en niet in het minst de vraag van het publiek naar mooi ge kleurde en gemakkelijk klaar te maken produkten, hebben hiertoe geleid. Zolang men niet kon vermoeden, dat er onder die toevoegingen schadelijke stoffen zou den kunnen voorkomen, was er geen re den ze aan banden te leggen. Uit erva ring is echter komen vast te staan dat er wèl schadelijke stoffeix bij waren. Men weet, dat niet alles „natuurlijk" is, onge- vaai'lijk is en dat niet alles wat kunst matig bereid is. persé schadelijke gevol gen zal hebben. In onze wetgeving houdt men hiermee zeker rekening; juist op het gebied van de toevoeging worden steeds wijzigingen aangebracht. Het is werkelijk niet zo, dat een bereider van levensmiddelen aan zijn producten van alles en nog wat mag toevoegen. Aan melk b.v. mogen geen vreemde bestanddelen worden toege voegd, met uitzondering van vitamhxes. Roggebrood, een px-odukt dat spoedig be schimmelt, mag wel kunstmatig gecon serveerd worden, maar slechts met be paalde, met name genoemde conserveer middelen en dan nog in een vastgestelde concentratie. Ditzelfde geldt voor diverse andere levensmiddelen. Er zijn levensmiddelen, die bijgekleurd mogen worden, maar niet met iedere wil lekeurige kleurstof. Slechts een gering aantal kleurstoffen is toegestaan voor gebruik in eet- en drinkwaren. Dat -een fabrikant levensmiddelen kleurt, behoeft men hem trouwens niet aan te rekenen. De huisvrouw die haar peertjes stooft met pererood, doet precies hetzelfde. Middelen ter bestrijding van insekten, schimmels ed. mogen in land- en tuin bouw worden toegepast, maaronder bepaalde voorwaarden. Het gebruik van hormoonpreparaten in de kippenfokkerij is onlangs verboden. Het bedrijfsleven is dus in vele opzichten al aan banden gelegd. Maar dat desondanks niet altijd ongelukken voorkomen kunnen worden is onlangs gebleken Het voorval met de margarine zal er zekex toe bijdragen dat zo mogelijk verdere regelingen in ver sneld tempo tot stand komen. De moeilijkheid hierbij is, dat 't soms heel lastig, of zelfs onmogelijk is, om vast te stellen of een bepaalde stof on schadelijk is en a! of niet toegelaten mag worden. De /raag rijst ook of het nodig is om in principe zo min mogelijk toe voegingen toe te staan. Of kan men vol staan met uitdrukkelijk enkele minder gewenste stoffen te verbieden? In onze wetgeving werd tot nu van beide systemen gebruik te maken. De op vatting is thans echter wel dat men moet komen tot een lijst van stoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, onder uitsluiting van alle andere hulp stoffen. Hierbij zal getracht moeten wor den zoveel mogelijk in overeenstemming te zijn met regelingen, die in dit opzicht reeds in andere landen bestaan. Wil een fabrikant een nieuw produkt bij de be reiding van levensmiddelen gebruiken, dan zal hij moeten aantonen, dat dit pro dukt voor de gezondheid van de mens niet schadelijk is Deze eis aan de fabri kant te stellen, lijkt alleszins redelijk en deze regeling za! ten gevolge hebben, dat veel onnodige toevoegingen van vreemde stoffen kunnen worden voorkomen. u 1--', Koker 50 tabl. 90 ct. - 25 'tab!. 60 et 10. De magere Dick had zich het eerst aan boord van het schip gewerkt. Als er al een wacht aan booj-d was, dan geloofde die het wel, want er was geen levend mens te bespeuren. Dick hees dus ook de niet al te slanke Bully aan boord. Op hun tenen slopen ze over het dek. Gelukkig, dat de maan nog voor een beetje verlich ting zorgde, want anders hadden ze vast en zeker hun nek gebroken over rollen touw, haken! en wat er nog meer aan boord van een schip pleegt te liggen. Een gedeelte van het dek was volgepakt met kisten, vaten, flessen exxz. Bully grijnsde: „Onze slaapkamer, hoogheid!" Ex'g aanlokkelijk zag het er niet uit, erg zacht evenmin. Maar Bulily scheen meer met dat bijltje te hebben gehakt. Hij had spoedig een dekzeil in de gaten, sleepte dit naar eert open plaats tussen de kisten en fabriceerde van de ene helft een le gerstede. Toen gingen de jongens dicht tegen elkaar aan liggen en trokken de rest van het zeil over zich heen. Even la ter vroeg Bully: „Kan ik het licht uit- dx-aaien, kleuter?" Maar Dick gaf geen antwoord die snurkte al!

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1960 | | pagina 2