OORLOG EN VREDE
Cross Country Bergruiters
Indrukken uit Duitsland
Uit Holtens historie
«na
Hoe de Duitser over de 2e Wereldoorlog denkt
Eerste plaats voor Holtenaren
Opkomende pijn
De keuring van
levensmiddelen in ons land
mimi
e»
Alhoewel ik me van de 2e wereldoorlog
uiteraard weinig kan herinneren, heb ik
door verhalen, oorlogsliteratuur en do
cumentaire films toch een beeld kunnen
krijgen van deze waanzinnige oorlog. Het
is werkelijk interessant om met Duitsers
een gesprek te beginnen over dit onder
werp. U moet echter niet denken dat de
Duitsers op al Uw opmerkingen met ,,ja"
en „amen" reageren! Begrijpelijk is dit
wel: het is voor niemand prettig een
strijd te verliezen, waar hij zelf mee be
gonnen is. Natuurlijk staan veel Duitsers
op hetzelfde standpunt als wij, maar voor
sommigen is „Führer" Adolf Hitler nog
steeds een man die meer goed dan kwaad
heeft gedaan.
Oorlog.
Met velen heb ik over dit thema ge
sproken. Ik heb ze uit laten praten en
geen commentaar gegeven. Ik zou ook
niet bevoegd zijn commentaar te geven
op iets dat gebeurde in de eerste vijf ja
ren van mijn leven. Daarenboven voel ik
me ook ontzettend klein tegenover deze
mannen, die alle in de oorlog waren.
Een kleine greep uit m'n aantekeningen:
Kurt S. (34 jaar): „Ik was aan het Oost
front en heb de inval in Rusland meege
maakt. Wat ik van Hitier denk? Hij had
van twee dingen af moeten blijven: de
Kerk en de Joden. Overigens heeft hij
ook veel goeds gedaan. Denk maar eens
aan het werklozencijfer in 1933 toen hij
aan de macht kwam. Vlak voor de oorlog
hadden de mensen daarentegen allemaal
werk en veel geld in handen".
Helmut H. was tijdens de oorlogsjaren
zowel aan het West- alsook aan het Oost
front: „Ik vind dat de hele wereld respect
moet hebben voor onze soldaten. Wij
moesten of we wilden of niet. Zes jaar
lang hebben we het tegen de hele wereld
volgehouden. Een Duitser hoeft zich ner
gens ter wereld te schamen dat hij Duit
ser is", aldus deze vijftigjarige timmer
man.
Een ander concludeerde, .toen ik hem
vroeg hoe hij over Hitier dacht, dat ieder
mens zijn fouten heeft, zo ook Hitier.
„Maar", meende deze te moeten zeggen,
„weet U ook dat Hitier de werkloosheid
hier uit de wereld geholpen heeft met
o.a. het aanleggen van autosnelwegen.
Ook de criminaliteit was in Hitiers tijd
lang niet zo erg als nu. Zijn grootste fou
ten waren echter het aantasten van de
Joden en de Kerk. Dat had hij niet mo
gen doen.
Wisten deze mensen tenminste nog bij
benadering te zeggen hoeveel Joden door
de nazi's zijn omgebracht, vele lachten
me uit toen ik het getal zes miljoen
noemde. Deze mensen hadden er werke
lijk geen voorstelling van hoe de Joden
behandeld werden.
Natuurlijk zijn veel mensen het ook
met ons eens in hun oordeel over Hitier.
Eén van mijn collega's, de 35-jarige Theo
P. (In Frankrijk geweest) wist het mooi
„uut te duutsen". Grappenmaker als hij
is ging hij boven op een stoel staan, kam
de zijn haren zoals Hitier ze droeg en
stak na de „groet" schreeuwend
van wal: „Beste mensen", zei hij, „hier
spreekt Uw Führer. Ik weet dat alleen
ik jullie in deze oorlog naar de overwin
ning kan voeren. Geeft me daarom een
paar jaar tijd en jullie zullen Duitsland
niet weer kennen".
Theo streek zijn haar weer glad en zei
nuchter: „En de goeie man heeft ook nog
gelijk gekregen". Bulderend gelach van
alle kanten was de beloning voor deze
kostelijke imitatie.
Vrede.
Het is prettiger over vrede dan over
oorlog te schrijven. Wel hebben de Geal-
lieërden nog geen vrede met Duitsland
gesloten, maar de huidige wapenstilstand
kan men toch min of meer als zodanig
beschouwen. In '45 was. er van de grote
steden slechts puin overgebleven en iede
re Westduitser is er trots op, dat nu, vijf
tien jaar na de oorlog, vrijwel niets meer
aan die verschrikkelijke tijd herinnert.
In tegenstelling tot de steden in Oost-
Duitsland, zijn de Westelijke metropools
grotendeels weer opgebouwd. Door hard
werken is de Bondsrepubliek weer één
van de belangrijkste landen in Europa
geworden. De Duitse arbeiders verdienen
veel, vooral het loon der vrijgezellen ligt
hier veel hoger dan in Holland.
Daar tegenover staat natuurlijk weer,
dat het levensonderhoud hier belangrijk
duurder is. Toch kan men in Duitsland
meer overhouden dan in Nederland.
Overuren kan men hier praktisch zoveel
maken als men wil. Overal is een tekort
aan arbeidskrachten. Veel getrouwde
vrouwen zijn trouwens ook in de fabrie
ken tewerkgesteld. Eén of twee kinderen
schijnt hier voor de vrouw geen bezwaar
te zijn om mee te verdienen.
Jan de Groot.
Holten heeft een veel bewogen leven
achter zich. Als nederzetting aan de grote
heerbaan van Deventer naar Osnabrück
heeft het dorp kennis gemaakt met vele
volkeren. Woonden er te Holten al men
sen, toen de legerscharen van de Ro
meinen deze landen plat liepen? Trof
Karei de Grote er inwoners aan, om zijn
legerscharen te laven? Wij weten het niet.
Wat wij wel weten is, dat Gelderse troe
pen meermalen Holten bezochten. Niet
om te vechten, maar om te stelen. Stelen
is feitelijk het woord niet. Men noemde
dat indertijd een eerlijke roof. Daarop
volgde met al zijn verschrikkingen de
tachtigjarige oorlog, die Holten waar
achtig niet in de kleren ging zitten. Nu
weten wij wel dat de bevriende soldaten
minstens even hard roofden dan de vij
anden. Na de Spanjaarden kwamen de
Munstermannen en deze werden opge
volgd door de Fransen. De laatsten lieten
in ons land de meeste sporen na. Zij de
den dat niet zo zeer met het zwaard,
maar wel bij decreten. (Decreten waren
keizerlijke bevelen.) En zo kon het gebeu
ren dat je des avonds doodgemoedei-eerd
als baron naar bed ging en wakker wor
dende bij het eerste hanengekraai tot de
onaangename ontdekking kwam, dat je
gedurende de nacht gewoon burger was
Ruiters en amazones uit Markelo, Goor,
Delden, Neede, Hellendoorn, Diepenheim
en Holten hebben woensdagmiddag op hun
vurige rossinanten over een parcours van
plm. 1500 meter, dat was uitgezet op de
Hoge Borkeld gedraafd in de jaarlijkse
cross country, die door de landelijke rij-
vereniging „Bergruiters" werd georgani
seerd.
De lengte van het parcours was voor alle
deelnemers gelijk, doch door de combina
ties die in de zware klasse uitkwamen
moesten een zevental hindernissen worden
genomen. De waterplas die genomen moest
worden bracht tal van deelnemers tijdver
lies, doordat de viervoeters pas na enige
aarzeling „te water" gingen.
In de lichte cross werd door H. Slig-
man uit Markelo op „Uria" de snelste tijd
gemaakt (4 min. 36.8 sec. Hij werd op de
voet gevolgd door Jan Müller op „Sjonny"
(4 min. 42.4 sec.).
Uit de rapporten van de route contro
leurs bleek echter dat beide ruiters een
fout hadden gemaakt en dit betekende
voor beide diskwalificatie.
De volledige uitslagen luiden als volgt:
LICHTE CROSS:
1 G. Beldman op „Myra" 5 min. 8 sec.
2 J. Bronsvoort op „Enny" 5 min. 3.4 sec.
3 W. J. Stoelhorst op „Cor, Markelo, 5
min. 11 sec.
4 Mannes ter Stal op pony' „Pietje" 5
min. 19.2 sec.
5 J. Werning op „King", Delden, 5 min.
19.4 sec.
6 G. Bolink op „Hettie" 5 min. 23.6 sec.
7 D. H. Hidders op „Mirzan", Markelo,
5 min. 24.2 sec.
8 Johan Veneklaas op pony „Corrie" 5
min. 29.2 sec.
9 Jan Jacob ter Horst op „Poesta Ko
ning" 5 min. 32.4 sec.
D. H. Wibbelink op „Wonny", Marke
lo, 5 min. 38.2 sec.
G. H. J. Meijer op „Zerna", Markelo,
5 min. 48 sec
G. Fokkert op „Roxy", Hellendoorn,
5 min. 49.8 sec.
A. J. Krijgsman op „Wim", Markelo,
6 min. 5.8 sec.
N. Versteeg op „Zoedan", Delden, 6
min. 9.6 sec.
Judith Jordaan op „Rascaljoe" 6 min.
11 sec.
E. Klumpers op „Katja", Markelo, 6
min. 13 sec.
H. J. Hargeerds op „Trix", Markelo,
6 min. 17.4 sec.
E. Extercate op „1' Invasion", Delden,
6 min. 18 sec.
P. van Dijke op „Regina", Hellendoorn,
6 min. 31.8 sec.
Dinant Pieffers op „Sylvia" 6 min. 56
sec.
P. van Harten op „Loekkie", Hellen
doorn, 7 min. 20 sec.
H. Holsappel op „Frika", Hellendoorn,
7 min. 20.6 sec.
H. Leurdijk op „Sargo", Neede, 7 min.
29 sec.
Herman ten Dam op pony „Nelly" 7
min. 47 sec.
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25 H. ten Cate op „Corrie", Neede, 7 min.
49.8 scc.
26 A. Volkerink op pony „Jopie" 8 min.
8 sec.
27 Wim Derksen op pony „Pukkie" 8 min.
54.4 sec.
28 E. Teeselink op pony „Othello" 9 min.
47.2 sec.
Wim Klein Velderman en Jan Keve-
lam werden gediskwalificeerd.
ZWARE CROSS:
1 T. Beldman op „Ortrude Felddahlie" 4
min. 5.2 sec.
2 H. Reurink op „Rinia", Neede, 4 min.
20 sec.
3 H. Wes op „Abe", Delden, 4 min. 43.8
sec.
4 H. Schoneveld op „Ivasie" 4 min. 46.4
sec.
5 Mej. A. van Dijke op „Diana", Hellen
doorn, 4 min. 48.2 sec.
6 W. Aaltink op „Wuzello" 4 min. 50 sec.
7 J. H. Wolbrink op „Allard", Markelo,
4 min. 51.6 sec.
8 A. Wes op „Cily", Delden, 4 min. 58.8
sec.
9 J. Luttikhedde op „Rino", Diepenheim,
4 min. 59 sec.
10 T. Beldman Sr. op „Amigo" 4 min. 59.4
sec.
11 W. Haarman op „Hesta", Neede, 5 min.
9.8 sec.
12 J. Koeslag op „Ulina", Neede, 5 min.
11.8 sec.
13 G. Steenbergen op „Frits", Hellen
doorn, 5 min. 12.6 sec.
14 J. J. ter Weele op „Onella", Delden, 5
min. 28 sec.
15 B. Wolterink op „Tola", Neede, 5 min.
33 sec.
PRIJSUITREIKING
De prijzen die bestonden uit kunst- erï
gebruiksvoorwerpen werden in café „De
Poppe" door de voorzitter van de Berg
ruiters, de heer H. Beldman, met een ge
past woord uitgereikt.
De heer Beldman sprak verder een har
telijk woord van dank tot dierenarts G. S.
E. Vegter (veterinaire dienst) tot de tijd-
waarnemers de heren H. J. Bouwhuis, J.
Wiggers en E. Rottink te Welsum, die te
vens de Kon. Federatie vertegenwoordigde,
tot de heren die met de controle in het
parcours waren belast en tot de eigenaren
van de gronden waarop het parcours was
uitgezet.
Namens de deelnemers sprak de hee»
A. Wes uit Delden hartelijke woorden van
dank tot de Bergruiters voor het organi
seren van deze cross en hij nodigde allen
uit tot deelname aan de cross country te
Delden op zaterdag 10 december.
kouof griep, biustUsnel uitmetde
veelzijdig samengestelde
geworden. Maar dat niet alleen. Je stond
nu voor de wet gelijk met Varken-Jan, de
koopman uit de achterbuurt van Holten.
En het was dan niet meer: dag baron, en
dag Jan, maar: dag burger en dag bur
ger. Machtige steden, zoals Deventer, die
eeuwen lang een machtspositie innamen,
werden gewoonweg gemeenten. In Holten
zal men zich van dit alles niet veel aan
getrokken hebben. Baronnen met veel
grond kende Holten niet. En de kleine bur
gers en boeren maakten met hun burger
schap een boog omhoog. Met één streep
ook vielen de drostendiensten en de he
rendiensten, weg. Er kwam één munt en
één maat. Ingenieurs kwamen om de
straatweg van Deventer naar de Duitse
grens aan te leggen.
Dat dit niet direct gebeurde lag niet
aan het Franse bewind, maar aan 't feit
dat troepen van vele naties de Fransen
er uit sloegen. Zo bleef voorlopig het
stratenplan onuitgevoerd. Pruisen, Schot
ten, Zwitsers, Polen, Russen en allerlei
ander volk kwam er te Holten over de
vloer. En al dit volk, van welke nationali
teit ook, had dit met elkaar gemeen, dat
het hield van lekker eten en drinken en
dat het dik onder het ongedierte zat.
Gelukkig voor Holten was de omstan
digheid, dat het niet veel mogelijkheden
had te bieden. Een leger van enige im
portantie kon te Holten niet neerstrijken,
daar was het dorp te klein voor. Men
wreef zich dan ook vrolijk in de handen,
toen de Fransen optromden. Maar al ras
bleek dat men er nog niet was. Schrie-
dige Pruisen lieten Holten links liggen
omdat er niets te beleven viel. Maar op
een morgen kreeg Holten de schrik van
zijn leven. Wat nog nooit vertoond was
gebeurde. Met een in die dagen alom be
kende Rijssenaar, de heer G. van Wijn
gaarden, kwam een flinke bende Kalmuk-
ken Holten binnen. De Holtenaren wisten
waarlijk niet wat ze zagen. Daar kwam
een behoorlijk geklede heer Holten bin
nen met een hoop haar en baarden en
verder veel vodden, vodden van allerlei
aard. De menselijke gedrochten droegen
zowel vrouwen- als mannenkleren. Verder
waren deze lieden opgestopt met hooi en
stro en bleken zij hooipruimers te zijn,
Zij waren op weg naar Deventer. Het wa
ren Kalmukken, uit verre steppen in Azië,
die op hun kleine paarden Twente en
Salland, dus ook Holten, eens kwamen
bekijken. Zij hielden hun gids goed in de
gaten. En deze gaf in zuiver Frans de
Holtenaren het volgende commentaar:
Leu, leu! Past op vuur dee luuzenrommel!
Nu, de Kalmukken kwamen de Holter
huizen niet binnen. Maar een aandenken-
aan Holten wilden zij wel hebben, daarom
vroegen zij om jenever. Nu was het in
de Franse tijd zo, dat de jenever in Holten
beteun was. Maar om van het schorum
af te komen, trommelde de schout de
kasteleins bij elkaar. Nu kregen de Kal
mukken geen eerste klas product. Voor
de briefjes die het gespuis in betaling
aanbood kreeg men voorlopig niets en
later haalde de regering er een streep
door. In Holten keek men wel uit, men
telde de bosjesmannekoppen en deed een.
partijtje jenever in een karnton en voegde
daar het nodige putwater bij. Het was
natuurlijk lang geen wodka. Maar een
voordeel was, dat de Kalmukken er ook
niet dronken van werden. Zij kregen hun
borrels, maar al waren ze woest en geheel
onbeschaafd, zij konden toch wel proeven,
dat de Holter jenever niet dat was, wat
zij zich gedroomd hadden. Voor de voeten
van de kasteleins spuwden zij de jenever
(Slot).
Ik antwoordde dat ik geboren Holte-
naar was. „Kent U dan misschien ook
die en die in de Kerkstraat?" vroeg ze.
„Ja, natuurlijk, heel goed zelfs".
Zij kwam uit Apeldoorn, vertelde ze
en was een tante van bepaalde familie.
Eens te meer was gebleken, hoe klein
de wereld toch is.
Des zomers is het hier overigens schitte
rend. Stille weggetjes slingeren zich te
gen de bergen aan en de in de herfst en
de winter zo woeste beken kabbelen dan
rustig naar beneden. Als Holten in deze
omgeving zou liggen, zou het vinden van
een geschikt parcours voor de Tour de
Holten, voor Jan Markvoort en mij be
slist geen moeilijkheden opleveren.
Trekken de Nederlanders naar Duits
land, de Duitsers komen op hun beurt
met geestdriftige verhalen uit Holland
terug! Hoeveel Duitse auto's komen er in
de bollen- en vakantietijd niet door Hol
ten? Ook uit mijn kennissenkring hier,
hebben verschillende hun „Urlaub" in
Holland doorgebracht. Grote waardering
hadden alle voor de Nederlandse wegen.
Enthousiaste verhalen hoorde ik ook over
Amsterdam, Volendam, Zandvoort, Sche-
veningen en Rotterdam. Maar het meest
indrukwekkende voor allemaal was wel
de Noordzee. De Nederlandse kust is voor
de meesten ook veel gemakkelijker te
bereiken dan de Duitse. Iets wat velen
als souvenir mee terugnemen zijn enke
le dubbeltjes. Zulke kleine geldstukken
kent men in Duitsland niet.
Ietwat teleui-gesteld kwam een jong
echtpaar van de huwelijksreis uit Hol
land terug. Ze waren op Texel geweest.
„Denk je ook dat je in het buitenland
bent", zei de man, „in ons hotel logeer
den twee Hollandei's eix vierentwintig
Duitsers".
Jan de Groot.
Door de betreurenswaardige margari
nekwestie van enkele weken geleden
is de levensmiddelen-wetgeving en
-keuring in ons land volop in de publieke
belangstelling gekomen. In vele toonaar
den is er over geschreven, maar voorna
melijk in een mineurstemming. Veelal
i'ijzen vragen als„Wat hebben we aan 'n
keuringsdienst, die alleen achteraf kan
keuren?" en „Waarom mogen ze in ons
land maar van alles in het voedsel stop
pen?", waarbij men ook de opmerking
kan horen, dat onze Warenwet verouderd
is.
Alvorens op deze vragen in te gaan
eerst iets over de levensmiddelenkeuring
in Nedei land. Deze is grotendeels gere
geld in de Boterwet, de Vleeskeurings-
wet en de Warenwet. Zij is opgedragen
aan rrsp. de Rijks zuivelinspecteurs, de
ambtenaren van de Vleeskeuringsdienst
sn die van de Keuringsdienst voor Waren.
Door de vleeskeurmeesters wordt al
het vlees voor en na de slacht gekeurd.
Do >r de keurmeesters van de keurings
diensten voor waren worden monsters
van waren genomen tijdens de winning
van het product (b.v. bij melk), tijdens
de bereiding, de bewaring en de ver
koop van de waren.
Omdat de keuringsdienst haar zorgen
over alle eet- en drinkwaren uitstrekt, is
het niet mogelijk om al deze waren te
keuren vóór zij in de handel worden ge
bracht. Om dcit te verwezenlijken zou in
iedere bakkerij, op iedere boerderij en
tuinderij en op iedere markt een keur
meester aanwezig moeten zijn. Dit is on
uitvoerbaar. In de praktijk is trouwens
gebleken, dat hel niet nodig is. De weten
schap, dat eet- en drinkwaren op ieder
moment gekeurd kunnen worden door
een onverwacht opduikende keurmeester
heeft ertoe geleid dat vervalsingen van
levensmiddelen en vergiftigingen door be
smet voedsel in ons land tot de uitzonde
ringen behoren. Iedere Nederlander mag
aannemen, dat het brood, dat lüj koopt,
rijen niet met zand worden gemengd en
het juiste gewicht heeft, dat de spece-
dat er in de worst een voldoende hoeveel
heid vlees wordt verwerkt. Dit zijn nog
maar enkele voorbeelden. Kwamen vóór
de landelijke keuring herhaaldelijk tyfus-
epidemieën voor door het gebruik van
besmette melk of besmet ijs, of van voed
sel, dat met besmet v.ater was behan
deld, nu behoren dergelijke gevallen vrij
wel tot het verleden.
Dat het apparaat vaix de keuringsdien
sten een algemene verbetering in de
levensmiddelenbereiding teweeg gebracht
heeft, blijkt wel uit het feit dat het aan
tal bekeuringen de laatste jaren gering
is. Hoe langer hoe meer kan de taak van
op straat, gooiden de kaïmton om en de
kostelijke jenever vloeide over de straat.
De Kalmukken probeerden, de jenever
aan te steken, maar die wilde niet bran
den. Het was maar goed, dat de Holtena-
ren niet verstonden, hoe zij over hen
dachten. Dat zal zeker niet veel moois zijn
geweest. Maar zij maakten hun gids dui
delijk, dat het in de steppen van Azië beter
was van drinken dan te Holten. En met
hun gids voorop verlieten zij Holten, om
elders langs de weg een betex-e oorlam te
vinden. Of hen dit vóór Deventer gelukt
is, blijft een gsote vraag.
VAN COEVERDEN.
de keurmeesters adviserend inplaats van
politioneel worden Hierbij willen wij nog
vermelden, dat niet alleen eet- en drink
waren worden onderzocht, maar ook ge
bruiksartikelen, zoals pannen, verpak
kingsmaterialen en kinderspeelgoed.
De laatste tientallen jaren is, mede
door de ontwikkeling van de chemische
industrie, het toevoegen van vreemde be
standdelen aan levensmiddelen sterk toe
genomen. De noodzaak om levensmidde
len langer houdbaar te maken (b.v. door
de grotere afstanden, die bij transport
worden afgelegd) en niet in het minst de
vraag van het publiek naar mooi ge
kleurde en gemakkelijk klaar te maken
produkten, hebben hiertoe geleid. Zolang
men niet kon vermoeden, dat er onder
die toevoegingen schadelijke stoffen zou
den kunnen voorkomen, was er geen re
den ze aan banden te leggen. Uit erva
ring is echter komen vast te staan dat er
wèl schadelijke stoffeix bij waren. Men
weet, dat niet alles „natuurlijk" is, onge-
vaai'lijk is en dat niet alles wat kunst
matig bereid is. persé schadelijke gevol
gen zal hebben.
In onze wetgeving houdt men hiermee
zeker rekening; juist op het gebied van
de toevoeging worden steeds wijzigingen
aangebracht. Het is werkelijk niet zo,
dat een bereider van levensmiddelen aan
zijn producten van alles en nog wat mag
toevoegen. Aan melk b.v. mogen geen
vreemde bestanddelen worden toege
voegd, met uitzondering van vitamhxes.
Roggebrood, een px-odukt dat spoedig be
schimmelt, mag wel kunstmatig gecon
serveerd worden, maar slechts met be
paalde, met name genoemde conserveer
middelen en dan nog in een vastgestelde
concentratie. Ditzelfde geldt voor diverse
andere levensmiddelen.
Er zijn levensmiddelen, die bijgekleurd
mogen worden, maar niet met iedere wil
lekeurige kleurstof. Slechts een gering
aantal kleurstoffen is toegestaan voor
gebruik in eet- en drinkwaren. Dat -een
fabrikant levensmiddelen kleurt, behoeft
men hem trouwens niet aan te rekenen.
De huisvrouw die haar peertjes stooft
met pererood, doet precies hetzelfde.
Middelen ter bestrijding van insekten,
schimmels ed. mogen in land- en tuin
bouw worden toegepast, maaronder
bepaalde voorwaarden. Het gebruik van
hormoonpreparaten in de kippenfokkerij
is onlangs verboden. Het bedrijfsleven
is dus in vele opzichten al aan banden
gelegd. Maar dat desondanks niet altijd
ongelukken voorkomen kunnen worden is
onlangs gebleken Het voorval met de
margarine zal er zekex toe bijdragen dat
zo mogelijk verdere regelingen in ver
sneld tempo tot stand komen.
De moeilijkheid hierbij is, dat 't soms
heel lastig, of zelfs onmogelijk is, om
vast te stellen of een bepaalde stof on
schadelijk is en a! of niet toegelaten mag
worden. De /raag rijst ook of het nodig
is om in principe zo min mogelijk toe
voegingen toe te staan. Of kan men vol
staan met uitdrukkelijk enkele minder
gewenste stoffen te verbieden?
In onze wetgeving werd tot nu van
beide systemen gebruik te maken. De op
vatting is thans echter wel dat men moet
komen tot een lijst van stoffen die in
levensmiddelen mogen worden gebruikt,
onder uitsluiting van alle andere hulp
stoffen. Hierbij zal getracht moeten wor
den zoveel mogelijk in overeenstemming
te zijn met regelingen, die in dit opzicht
reeds in andere landen bestaan. Wil een
fabrikant een nieuw produkt bij de be
reiding van levensmiddelen gebruiken,
dan zal hij moeten aantonen, dat dit pro
dukt voor de gezondheid van de mens
niet schadelijk is Deze eis aan de fabri
kant te stellen, lijkt alleszins redelijk en
deze regeling za! ten gevolge hebben, dat
veel onnodige toevoegingen van vreemde
stoffen kunnen worden voorkomen.
u 1--',
Koker 50 tabl. 90 ct. - 25 'tab!. 60 et
10. De magere Dick had zich het eerst
aan boord van het schip gewerkt. Als er
al een wacht aan booj-d was, dan geloofde
die het wel, want er was geen levend
mens te bespeuren. Dick hees dus ook de
niet al te slanke Bully aan boord. Op hun
tenen slopen ze over het dek. Gelukkig,
dat de maan nog voor een beetje verlich
ting zorgde, want anders hadden ze vast
en zeker hun nek gebroken over rollen
touw, haken! en wat er nog meer aan
boord van een schip pleegt te liggen.
Een gedeelte van het dek was volgepakt
met kisten, vaten, flessen exxz. Bully
grijnsde: „Onze slaapkamer, hoogheid!"
Ex'g aanlokkelijk zag het er niet uit, erg
zacht evenmin. Maar Bulily scheen meer
met dat bijltje te hebben gehakt. Hij had
spoedig een dekzeil in de gaten, sleepte
dit naar eert open plaats tussen de kisten
en fabriceerde van de ene helft een le
gerstede. Toen gingen de jongens dicht
tegen elkaar aan liggen en trokken de
rest van het zeil over zich heen. Even la
ter vroeg Bully: „Kan ik het licht uit-
dx-aaien, kleuter?" Maar Dick gaf geen
antwoord die snurkte al!