Uit Holtens Historie
jggr BOIE
Preiiteboek-gordijnen
voor de kinderkamer
!li
HOUD HET OOG
VERGADERING CHR. PLATTELANDSVROUWEN
v°°r de
Schade door droogte in
Overijssel f 150 miljoen
BN DIT BLftD
De
avonturen
van
OP DE WEG!
m 4
-v
iMnu i
Jaarvergadering Afd. Overijssel van A.N.W.B.
De gehele achttiende eeuw wordt overge
slagen in het marke-archief. Dus weten wij
niet hoe lang Jannes Fronten in dienst was
en wie zijn opvolgers waren. En waar geen
gegevens zijn, houdt alles op.
Het zal wel zo zijn, dat goede school
meesters, die tot volle tevredenheid c/jr
marke hun plicht deden, niet in het nieuws
kwamen. Wij weten alleen, dat de school
te Dijkerhoek, dank zij de bemoeiingen van
Halckert, een blijvertje is geworden. En dat
pas in de tweede helft der 18e eeuw de
schoolmeester Helderman, waarschijnlijk een
kleinzoon van de vroegere Helderman, ge
noemd wordt. De jonge Helderman zette
de bloemetjes nogal eens buiten. De marke-
boeren noemden hdm slecht en slordig.
Daarbij leefde hij niet fatsoenlijk. Het bleek
echter dat Jan lak had aan waarschuwingen.
Het bleek, dat hij in zijn jarenlang school
meestersleven een buitenbeentje was. Wij
hebben niet kunnen ontdekken waarin zijn
niet voldoen aan de eisen van een behoorlijk
schoolmeester bestond. Men handhaafde
hem in ieder geval. Hij had ze een tijdlang
zo bruin gebakken, dat hij zelf een plaats
vervanger had moeten aanstellen. Maar ja,
wij denken in dit geval aan de school
meester van Boekelo, die een landloper
nabij kwam, en toch tot aan zijn dood in
functie bleef. Helderman was in 1761 be
noemd, voldeed niet en heeft toch als school
meester van Holten twee-en-veertig jaar
lang de scepter gezwaaid. Voor zo iemand
moet men bepaald de hoed afnemen.
En als klap op de vuurpijl werd in 1803
zijn zoon Derk Jan tot opvolger benoemd.
Wij voor ons geloven van de klachten aan
gaande Jan Helderman niet veel. Iemand
die zich zo gruwelijk misdroeg als van hem
verteld wordt, handhaafde men ook te Hol
ten niet. En dat hij wat het onderwijs be
treft, voldaan heeft is zeker, anders had
men zijn zoon niet tot opvolger benoemd.
De schoolmeester had zelfs zijn plaatsver
vanger aan een honorabele baan weten te
helpen. In 1792 zei men hem offieeel de koop
op. Maar de schoolmeester bleef, ondanks
PLAATSING VAN Z.G. LOGEERVEE
De Provinciale Voedselcommissaris voor
Overijssel deelt het volgende mede:
In verband met de precaire voederpo
sitie op een groot aantal bedrijven in de
zandprovincies, als gevolg van de droog
te in de afgelopen zomer, wordt door de
drie Centrale Landbouworganisaties een
actie ondernomen om in het westen van
het land een aantal stuks jongvee te
plaatsen op boerderijen, waar men over
onderdak en voeding beschikt. Veehou
ders in Overijssel op door de droogte ge
troffen bedrijven, die gedurende de ko
mende stalperiode één of meer dienen op
deze wijze wensen te plaatsen, kunnen
hieromtrent nadere inlichtingen verkrij
gen bij hun plaatselijke bureauhouder.
HOE STAAT HET MET ONS GRASLAND
NA DEZE LANGDURIGE DROOGTE?
Over het algemeen blijkt voor een groot
deel van het grasland de beschadiging nogal
mee te vallen.
Er zijn echter enkele zeer droogtegevoe-
lige gebieden, waar ernstige schade aan het
grasland is aangericht. Voor deze gebieden
is het waarschijnlijk, dat verschillende per
celen opnieuw moeten worden ingezaaid.
Scheuren of een andere bewerking
toepassen.
Zo mogelijk moet de voorkeur gegeven
worden aan fresen. Hierbij wordt een goed
zaaibed verkregen en wordt voorkomen,
dat de oude zode onvoldoende verteert.
Wanneer fresen.
Dit hangt af van de beschadiging. Zijn
de meeste goede grassen dood, dan is het
beste nu direct te fresen.
0 Wanneer inzaaien?
Is een groot deel van het grasland van
het bedrijf door de droogte ernstig bescha
digd, dan verdient het misschien aanbeve
ling nog deze herfst een gedeelte in te
zaaien. Hieraan is de risico van uitwinteren
verbonden, doch blijft de strenge vorst uit
tot januari, dan lukt het en is men een
stuk voor. Bij late herfstinzaai moet alleen
het graszaad gezaaid worden, terwijl de
klaver in het volgend voorjaar met succes
doorgezaaid kan worden. Tot uiterlijk half
november kan het graszaad gezaaid worden.
Ook bij voorjaarsinzaai is het nu de beste
tijd grondbewerking toe te passen, zodat het
land zo spoedig mogelijk in het voorjaar in
gezaaid kan worden. Eind februari kan reeds
met succes het gras- en klaverzaad aan de
bodem toevertrouwd worden.
zijn ontslag, roede en plak zwaaien, tot hij
wegens ouderdom niet meer kon.
Maar wanneer wij verder lezen komt de
aap uit de mouw. Er waren goedsheren in
de marke, die Helderman niet welgezind
waren. Want in de markenotulen van 1793
staat, dat het plicht is van diegene, aan wel
ke het bewind of bestuur over marken en
gemeenschappen was aanbevolen, vooral er
op toe te zien en zorg te dragen dat de
jeugd niet als woeste en onredelijke dieren
opgroeide, maar om naar gelegenheid in
goed lezen en schrijven en de eerste gron
den van de godsdient te worden onderwe
zen. Nu is het in die tijd merkwaardig, dat
de criminaliteit te Holten volgens de dros-
tengerichten, zeer gering was. En uit eigen
familie-overleveringen weten wij ook, dat de
Holtense inwoners omstreeks 1800 tot de
zeer ordelievende burgers behoorden. En
dit waren dan de leerlingen van Jan Hel
derman.
Na 1794 kwam ook voor Holten de nieuwe
tijd. De revolutie had van Jan en alleman
burgers gemaakt. De rijke Deventer heren
werden in de marke met de kotters en de
schaapherders voor de wet over één kam
geschoren. Zij heetten allen burgers. De
schout en de bedelaar van Holten waren
beide de burger zus en zo. De jonkers en
baronnen, de dokter en de winkelier, ze
waren allemaal één pot nat. Maar spoedig
werden de marken achter de broek gezeten
om het onderwijs te vernieuwen. De oude
tijd sprak een woordje mee. De tijd was
voorbij dat treuzelende markebesturen de
kinderen in hokken lieten les geven. Reeds
in 1793 en vroeger was men het er over eens
dat Dijkerhoek een nieuwe school moest
hebben. Hoe treurig de toestanden betref
fende de scholen in de buurtschappen was
in de 18e eeuw, demonstreert de school in
de buurtschap Azelo in de huidige gemeente
Ambt-Delden. Deze school viel op een vrije
middag" (gelukkig voor de kinderen) in
elkaar. En aangezien er geen school meer
was, ging de meester op daghuur en de kin
deren waren vrij.
NIEUWE SCHOOL TE DIJKERHOEK
In 1809, de tijd, dat men bezig was met
het samenstellen der huidige gemeenten,
burgerlijke stand e.d., werd er in Dijkerhoek
vaart achter gezet. Evenwel de marke moest
de school betalen. De toestand van de Hol-
ter bevolking was in die tijd echter van
dien aard, dat dé gelden in de verste verte
niet bij elkaar kwamen. Negentienhonderd
gulden was een heel bedrag als men weet,
dat in 1809 de pachten niet betaald konden
worden. Het was toen met de bezetting nog
Beter licht, beter zicht
Voor een beter zicht, dus een volmaak
ter wegbeeld, is het voeren van goede ver
lichting onontbeerlijk. Het is nodig, zich
dat eens te realiseren, nu de wintertijd
voor de deur staat. De zorg van de wiel
rijder en de bromfietser is daarbij minder
omvangrijk dan die van de automobilist.
Maar niet minder belangrijk. Stellig niet!
Elke fiets of bromfiets moet voorzien
zijn van één koplamp, die een duidelijk
helder wit of geel licht uitstraalt. Boven
dien moet de lamp zodanig zijn afgesteld,
dat hij niet kan verblinden. Iedere (brom)-
fietser, die geen bekeuring wil riskeren,
dient er dus op te letten, dat de lichtbun
del voldoet aan het wettelijk kriterium
„voorwaarts en kennelijk omlaag gericht".
Het achterlicht moet helder rood zijn, mag
niet hoger dan 60 centimeter boven het
wegdek zijn bevestigd (op het witte ge
deelte) en moet tevens als reflektor zijn
ingericht. En dan niet te vergeten het
achterspatbord, dat over tenminste 30 cm.
(van onder af gemeten) wit geverfd moet
zijn. Ook dat is een punt, waar velen een
loopje mee nemen tot dat.
De automobilist heeft wij zeiden het
al wat de verlichting betreft méér aan
Voorgoed vrijgesteld
Aan de dienstplichtige der lichting '58,
Joh. M. Klein Teeselink, Holterbroek 89,
is voorgoed vrijstelling van de dienst
plicht verleend wegens persoonlijke on
misbaarheid.
44
44 chauffeursinsignes trouwe dienst
uitgereikt.
De afdeling Overijssel van de Kon.
Ned. Toeristenbond ANWB heeft op za
terdag 24 oktober haar jaarlijkse verga
dering gehouden in „De Stadsherberg" te
Kampen. De bijeenkomst werd gepresi
deerd door de heer P. F. Zimmerman,
voorzitter van de ANWB.
Tijdens de vergadering zijn gewoonte
getrouw wederom een aantal chauffeurs
insignes „Trouwe Dienst" uitgereikt.
De onderscheiding „Trouwe Dienst"
verleent de ANWB aan chauffeurs, die ge
durende 12y2 of 25 jaar onafgebroken in
dienst zijn geweest van firma's, instan-
erger als in 1940-'45 onder de duitsers. Men
besloten dan ook om enige katersteden te
verkopen. De aannemer had het geval niet
op tijd klaar, hem werd deswege vijf-en-
negentig gulden gekort en zo kwam de nieu
we school er. Of er te Holten aan de school
gebouwd is sinds het midden der 17e eeuw?
Wij weten verder alleen, dat Holten in 1840
nog twee scholen had die te samen door
driehonderd en zestig leerlingen bezocht
werden.
DE KERK
Merkwaardigerwijze wordt er in onze
Overijsselse historiebronnen van Holten zeer
weinig genoemd. Wij weten alleen, dat de
kerk te Holten een dochterkerk van Rijssen
is en dat zij in R.K. tijden een vicarie bezat.
Deze vicarie was gewijd aan de H. Antonius.
Hij, die de vicarie bezat, moest iedere week
twee missen laten lezen. En de pastoor in
diens bediening helpen. De heren van dè
kastelen in de buurt van Holten hadden het
recht om de vicaris te benoemen.
Van de pastoors is er ons slechts één met
name bekend. In het jaar 1571 was Henricus
Kervenheim pastoor van Holten. Het kerk
gebouw zelf is met de brand in de eerste
helft der vorige eeuw te gronde gegaan. En
in de voorlopige lijst van monumenten van
het jaar 1917 is voor Holten geen plaats in
geruimd.
VAN COEVERDEN.
zijn hoofd of beter zijn wagen. En al is
het zélf ingrijpen hierbij even moeilijker
en minder verkieselijk een verstandig
automobilist laat b.v. het regelen èn regel
matig kontroleren van de stand der kop
lampen beslist aan vaklieden over an
derzijds is het toch noodzakelijk, dat hij
zonodig een zekering of een kapotte lamp
kan verwisselen en daartoe reserve onder
delen altijd in de wagen heeft. De kop
lampen moeten voorzien zijn van gloei
lampen van gelijke of nagenoeg gelijke
sterkte, die beide „voor 't tegemoetko
mend verkeer duidelijk zichtbaar blijvend
heidér wit óf helder geel licht stralen".
Nog maar al te vel ziet men auto's rijden
met één geel en één wit licht; dit is mis
leidend en daarom verboden.
De twee achterlichten moeten helder
rood licht uitstralen, mogen niet verblin
den en moeten bij helder weer op een af
stand van 200 meter duidelijk zichtbaar
zijn. Zonder nu direkt te verwachten, dat
de goede automobilist iedere morgen voor
vertrek die 200 meter met de centimeter
gaat uitmeten, is het toch een beginsel van
veilig rijden, om wél even de lichten aan
te zetten en om de wagen te lopen om te
zien of alles brandt. Ook de richtings-
lichten kan men op deze wijze controleren.
De leden van de afd. Holten van de
Chr. Plattelandsvrouwen Bond (CPB)
kwamen donderdagavond van de vorige
week in vergadering bijeen onder lei-
ties of particulieren, allen bondsleden.
36 chauffeurs werd het insigne voor
121/^-jarige trouwe dienst op de revers
gespeld. Hierbij waren o.m. de heren J.
W. Joorman, W. J. Haverkate, A. Müller,
M. Rosendoorn en H. W. Siegerink, allen
in dienst van de Overijsselsche Autobus
diensten N.V. te Holten.
Volgens de Overijsselse Landbouw Mij.
zal de schade, die de Overijsselse boeren
door de droogte hebben geleden, meer dan
150 miljoen gulden bedragen.
De hulpactie van de Noordoostpolder voor
de zwaarst gedupeerden in dit geweest (op
brengst 3000 ton veevoer) is dan ook niet
meer geweest dan een druppel op een gloei
ende plaat.
Na het recente bezoek van de minister
van Landbouw aan de zwaar getroffen ge
bieden in Drente en Overijssel is in rege
ringskringen het besef ontstaan, dat over
heidshulp niet achterwege kan blijven. Deze
hulp wordt, thans geboden in de vorm van
een subsidie op suikerbieten, waarvan voor
de boeren, wier schade meer bedraagt dan
50 van de normale veevoederopbrengst,
aanzienlijke hoeveelheden aan de suikerfa-
bricage worden onttrokken.
Een kindergordijn met Beertje Pippe-
loentje, getekend door Wim Bijmoer.
De stoplichten zijn gemakkelijk van tijd
tot tijd te kontroleren als men voor een
andere wagen geparkeerd staat. Even de
rem intrappen en duidelijk zal men op de
wagen achter zich de reflektie van het
rode licht kunnen waarnemen. Tenminste
als alles in orde is.
Belangrijk is ook, de kop- en achter
lichten regelmatig schoon te poetsen,
want een dun modderlaagje kan de inten
siteit van het licht al sterk verminderen.
Bovendien doen de achterlichten tegelijk
als reflektoren dienst, wat van groot be
lang is bij b.v. onverlicht parkeren. De
lengte-driehoeken op aanhangwagens en
opleggers, die eveneens reflecterend wer
ken, zijn veelal door stof onvoldoende
zichtbaar.
Het bovenstaande geldt natuurlijk mu
tate mutandus ook voor motor- en scoo
terberijders, die bovendien moeten letten
op passagiers, die zoals wij onlangs za
gen achterlicht en kenteken soms met
de mantel of jas bedekken en daarmee
zonder het zelf te weten een levensgevaar
lijke situatie scheppen.
Niet alleen het hébben van goede ver
lichting is van belang, meer nog het juiste
gebruik ervan.
Sedert 1 oktober j.l. geldt de algemene
verplichting om licht te voeren gedurende
de periode gelegen tussen een kwartier na
zonsondergang en een kwartier voor zons
opgang.
Juist de schemerperiode geeft in het
verkeer dikwijls aanleiding tot verwar
ring. Wanneer er geen storende licht
bronnen zijn kan men in die schemering
uiteraard zolang de wet dit toelaat
het best zonder eigen verlichting rijden.
Schemering maakt echter op een gegeven
moment het wegbeeld onvolledig, door
dat het arm wordt aan kontrasten. Dan
wordt het tijd het licht te ontsteken, ook
ten behoeve van andere weggebruikers
en al kan men gemeten aan de zons
ondergang van een wettelijke verplich
ting nog niet spreken.
Als men daarbij met stadslichten wil
beginnen, best. Maar dan niet vergeten,
op groter licht over te schakelen voordat
het te laat is.
Het rijden met stadslichten vergt in de
meeste gevallen al gauw een speciale in-
ding van mevr. J. Rietberg-van Linden-
berg, die deze bijeenkomst opende met
gebed na het gezamenlijk zingen van
Psalm 25 2.
De presidente sprak vervolgens een
hartelijk woord van welkom, waarbij ze
zich in het bijzonder richtte tot enkele
gasten en tot de heer Verheyen, verte
genwoordiger van de ploegstoffenfabriek
te Bergeyk, die nadat mevr. J. Wiggers-
Aanstoot de notulen had gelezen en en
kele ingekomen stukken waren afgehan
deld, een lezing hield over de fabrikage
van ploegstoffen. De heer Verheyen, die
zich een zeer gezellig causeur toonde, ver
toonde tevens een groot aantal prachtige
'kleurendia's, zodat de dames een duide
lijk beeld kregen over het hele bedrijf en
de vervaardigde stoffen. Mevr. Rietberg
was ongetwijfeld de tolk van alle dames,
toen zij de heer Verheyen hartelijk dank
te voor zijn gehouden gezellige causerie
en het vertonen van de prachtige dia's.
Na het gezamenlijk zingen van Gez. 132
vers 1 werd de geslaagde avond door mej.
A. Stam met dankgebed gesloten. Drie
dames die deze avond als gasten aanwe
zig waren, gaven zich op als lid.
Annie M. G. Schmidt is een goede be
kende van volwassenen en kinderen. Vol
wassenen toont zij de humor die ligt in
het gewone leven van alle dag, terwijl zij
aan de andere kant een volkomen begrip
heeft voor de kinderfantasie.
Kinderen omringen zich dan graag met
de figuurtjes die uit haar fantasie zijn
ontsproten en zij kunnen dat binnenkort
op heel prettige wijze doen. Er komt n.l.
een serie kindergordijnen onder de naam
„Prenteboek"-gordijnen, die als motieven
verschillende bekende figuurtjes uit de
populaire versjes en verhaaltjes van An
nie M. G. Schmidt hebben. Wim Bijmoer
en Fiep Westendorp, die de verhalen en
versjes illustreerden, zorgden ook voor
de ontwerpen van de gordijnen.
Fiep Westendorp komt met Jip en Jan-
neke; Wim Bijmoer met Pippeloentje en
Dikkertje Dap en bovendien met een
gordijn waarop alle bekende figuurtjes
voorkomen, zoals Prikkeltje, 't Stekel
varkentje, Fluitketeltje, Het Bloemen-
vrouwtje, Prinsesje Tierelantijn, M'n oom
en tante uit Laren, De Brievenbus, De
Poedelman en ook Beertje Pippeloentje
en Dikkertje Dap. Zij worden in verschil
lende kleurstellingen gebracht.
spanning en dat is het teken om over te
schakelen op méér licht. Trouwens, zodra
er auto's zijn, die met groter licht dan
stadslicht gaan rijden, wordt de oogaan
passing verstoord en wordt men wel ge
dwongen zelf ook op groter licht over te
gaan.
Daarom is het zo noodzakelijk, dat alle
automobilisten hun stadslichten ontsteken,
daar waar de verlichting binnen de be
bouwde kom voldoende is en het voeren
van stadslichten met borden wordt aange
geven.
Tenslotte nog een goede raad; maak van
het ontsteken van de verlichting bij het
wegrijden in de duisternis een vaste ge
woonte in een vaste opeenvolging van
handelingen. Dan zal het minder gauw
voorkomen, dat men in een hel verlichte
winkelstraat tot de ontdekking komt, zon
der licht te zijn wéggereden, louter door
de subjektieve indruk „er is nog voldoen
de (dag)licht".
Publikatie van het
Verbond voor Veilig Verkeer.
Hij kleedde zich vlug aan en begaf zich aan dek.
Met één blik, de blik van de ervaren zeeman, overzag
hij de situatie en hief wanhopig zijn gelaat op. „Alle
garnalen!", riep hij uit. „Welke zeekameel heeft dit
wanstaltige idee bedacht! Wie van jullie beiden be
schikt over een dergelijke zeehonden-fantasie!" Ikke
heer kapitein", prevelde Bloobeest druipend, temid
den van de versplinterde roeiboot en een grote plas
water, „ik wil de wedstrijd winnen
Bloobeest ontdeed zich van de roeibootresten en
trok zich beschaamd in zijn hut terug. Ook de wind
had zich blijkbaar teruggetrokken en liet niets van
zich horen, tot grote woede van kapitein Druppel, die
alle wedstrijden naar de haaien wenste.
Doch wat broeide Bloobeest uit? Al twee dagen
lang zat hij in zijn hut, bladerde in allerlei weten
schappelijke boeken, dacht soms urenlang na, lachte
plotseling en ging dan weer moedeloos in de boeken
snuffelen.
Maar op een goede dag was het de dag van Bloo
beest! Rustig zat hij na te denken, toen plotseling
een verhelderende glimlach over zijn gelaat trok, het
werd een brede lach, hij sprong op, greep een stuk
hout en rende juichend naar de kapitein. „Kapitein,
kapitein!" schreeuwde hij. „Ik heb een geniaal plan
netje bedacht, een wonderidee!" Maar o wat viel dat
tegen! „Niks plannetjes!", snauwde kapitein Druppel,
„laat me met rust!" en hij verviel weer in een som
ber stilzwijgen.
Schouderophalend vertrok Bloobeest en haalde uit
de kombuis een groot scherp mes, sleepte de roei
bootresten op een hoop en begon ijverig een stuk te
bewerken. Het leek wel, of hij vissen sneed. „Eten
we vandaag vis?", vroeg Pepito argwanend, maar
Bloobeest lachte gnuivend en sneed en splinterde er
lustig op los!
4
«g ff
i
CHAUFFEURSINSIGNES TROUWE DIENST UITGEREIKT