Parallellisatie Iedereen driegt naar randstad Holland éemoféó •sm Vele studenten hebben het financieel moeilijk ijna 70 procent moet werken Maar ook overig Nederland moet zijn deel hebben Enschede had druk bezoek CH.I.-Enschede Von Brentano 23 juni in den Haag Onder bovenstaand opschrift schrijft „Dagblad van het Oosten" een zeer le zenswaardig artikel: Bij de vele vreemde woorden, die zich in de omgangstaal indringen, is sinds kort het woord „parallellisatie" gekomen. Men duidt er mee aan, dat bedrijven van de ene bedrijfstak ar tikelen verkopen, parallel aan die, wel ke ook in andere verkrijgbaar zijn. Groentewinkels, die vis aanbieden, krui deniers, die parallel met de bakkers, brood ten verkoop aanbieden, enz. Er is zelfs een wetsontwerp in voor bereiding, dat een dergelijke verkoop wettelijk wil regelen door het vaststel len van vestigingseisen voor het ope nen van een „algemeen levensmidde lenbedrijf". Met name tie bakkers zijn daar dezer dagen tegen in het ge weer gekomen. De bond van Christe lijke b'akkefspatroons en de vergade ring van de Nederlandse bakkersbond hebben zich beide uitgesproken tegen een dergelijke parallellisatie en zij heb ben gezegd, dat zij zich met alle ten dienste staande middelen tegen een der- Door sanering, zo is opgemerkt, heeft de overheid zelf 'n betere sfeer in de bak kerijwereld bevorderd. Deze ontwikke ling wordt helemaal in de war gestuurd, als het mogelijk wordt, dat winkeliers brood 'gaan verkopen. Als het brood beschikbaar komt in de levensmidde- lenbedrijven, zal de kostprijs ongetwij feld stijgen, want de bezorging door de bakkers, die, zo meende de heer P. Koning uit Amesrfoort, toch no dig blijft, wordt erdoor uitgehold. En de& consument heeft geen belang bij het beschikbaar stellen van brood in kruide nierswinkels, omdat iedereen het thuis bezorgd kan krijgen. Alleen wanneer de levensmiddelenbedrijven het brood als lokartikel beschouwen en het tegen la gere prijs dan de bakkers gaan verko pen, zou de consument er voordeel van hebben. Maar dat zou een, voor de bak kerij, rampzalige concurrentie beteke nen, waardoor haar bestaan onmogelijk zou worden gemaakt. Tot zover de voorzitter van de bond van Christelijke bakkerspatroons. -0- Een van de vele zorgen, waaronder de middenstand thans gebukt gaat, is hiermee aangeduid. Het probleem is te ingewikkelder, omdat het volstrekt on mogelijk is er een oplossing voor te ge ven. Men kan wel zeggen: „Zo'n alge meen levensmiddelenbedrijf moet er niet komen", maar het is er allang. En het voorziet in een grote behoefte ook. Praktisch is het zo, dat in 'n goede kruidenierswinkel nu reeds alles te krijgen is. Vleeswaren, vis, groente en fruit in allerlei vorm (vooral diej vries) en bakkerswaren eveneens. Daabom doet het verzet van de bak kers, hoe begrijpelijk ook, enigszins anachronistisch aan. De vraag is of zij niet storm lopen tegen het gevaar, dat al begon hun bedrijven te belagen, toen het eerste pakje verpakt roggebrood in de handel gebracht werd en alom verkrijgbaar was. Het is ook de vraag of het bezorgsysteem dat een zuiver Nederlands verschijnsel is op den duur niet volkomen zal moeten verval len. Wat er in Schiedam gebeurt met de melk is kenmerkend voor hetgeen er gaande is. De huizen worden zó hoog en de steden zó uitgebreid, dat de melk- PLANNING, EEN DRINGENDE NOODZAAK. De deur tot de „smidse van Europa" moet vrij blijven, zegt prof. ir. Thijsse. Nadat onze economische medewerker het onderwerp reeds van verschillende kanten benaderd had, hebben ook wij in een der vorige nummers van dit blad een, beschouwing gewijd aan de vraag in hoeverre gemeenten met nu nog veel ruimtelijke voordelen (Hellendoorn) daarvan op de duur het alléén-profijt zullen kunnen blijven behouden. Dat dit genoegen uiterst dubieus wordt, begint zich nu langzamerhand aan elkeen wel op te dringen. En dat hiermede vele problemen ge paard gaan, spreekt al even vanzelf. Gemeenten als de gemeente Hellen doorn, die binnen „het krachtveld der polen" liggen zullen in dit opzicht dan ook een zeer vooruitstrevend beleid die nen te voeren, hetgeen overigens geheel voor de Kand ligt. Wij menen dat het perspectief, door prof. ir. Jac. P. Thijsse in onderstaand artikel als zijn opvatting ten beste ge geven, zeer de moeite waard is en te vens een vingerwijzing bevat voor de vraag waarop ons gemeentebeleid dient afgestemd te zijn. Wij zijn tevens zo vrij daaraan een bevestiging te ontlenen van ons stand punt dat zowel gemeentebestuur als in gezetenen in verband met deze uiterst belangrijke materie in alle opzichten diligent dienen te zijn. Waar in ons land voortaan de grote industrieën moeten worden gevestigd en de verdere bevolkingsaanwas moet worden' ondergebracht, is een vraagstuk dat thans grote belangstelling onder vindt van allen die het „gedrang" in de randstad Holland bezorgd gadeslaan. Er is een enorpie wedijver onder de be volking om zich juist in dit gunstig ge legen gebied rondom de havendistricten van Amsterdam en Rotterdam te vesti gen. Deskundigen (o.a. de planologen) zeg gen dat deze ontwikkeling zo niet kan doorgaan. Geen wonder dat de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel zich binnen kort gaat verdiepen in de mogelijkhe den om de toekomstige ontplooiing van verdere activiteiten anders over 't land te verdelen. „OVERIG NEDERLAND". „Reserveer het kostbare gebied van de randstad voor de activiteiten, die be slist niet elders kunnen worden ont wikkeld." Zo ongeveer ziet prof. ir. Jac. P. Thijsse de oplossing van het pro bleem. Hij zegt dit in een advies* uit te brengen in de a.s. algemene vergade ring van bovengenoemde organisatie en voegt er direct aan toe, dat getracht moet worden voor andere industrieën aantrekkelijke terreinen in het overige deel aan te wijzen. Van eminent belang acht deze expert de noodzaak om een „plan-de-campagne" voor Nederlands toekomstige ontwikkeling te richten op onze nieuwe functie in het groeiend in ternationaal verband. Zo bezien heeft de randstad de functie van haven voor het stroomgebied van de Rijn. De in deze randstad gelegen centra Rotter dam en Amsterdam zijn de havens van ,het Roergebied, van het Saarland en van Straatsburg. Wij liggen, zo zegt prof. Thijsse, aan de voordeur van de „smidse van Europa". Tevens bevindt zich de randstad in het zwaartepunt van de grote havens van West-Europa: van Le Havre tot Hamburg. RESERVEREN. Onze economische toekomst eist dat de randstad deze functie blijft vervul len. Voor deze grote taak dus blijft dit gebied gereserveerd! Dit houdt dan in, dat direct gegrepen wordt naar andere landsdelen waar de bevolking haar ver dere energie op het gebied van de voor uitgang tot ontwikkeling kan brengen. Het scheppen van deze kernen in „ove rig Nederland" zal geen uitgebreide sti mulansen vereisen daar waar de ligging nu reeds gunstig is ten aanzien van brandpunten van Westeuropese activi teit, waarvan Nederland deel uitmaakt. Zo zijn b.v. Limburg en Noord-Brabant liggende tussen de randstad en 't Roer gebied, in een gunstige positie. De in vloed der grote Europese centra werkt in mindere mate ook nog voor Gelder land en Overijssel, terwijl daarentegen de drie noordelijke provincies buiten „de krachtvelden der genoemde polen" liggen. Nader onderzoek zal moeten uitmaken in hoeverre men hier van overheidswege het klimaat voor indu strialisatie en voor werkgelegenheid in het algemeen zal moeten verbeteren. MILJARDEN-INVESTERING. „Een groot gedeelte van de toekom stige bevolkingsaanwas zal in de indu strie moeten worden opgenomen, zodat enorme investeringen plaats moeten vinden." Dit aspect vap Nederlands ontwikkeling wordt gehandeld door ir. Ph. Tromp. Gedacht moet worden aan een kapitaalbehoefte van tientallen mil jarden guldens voor de eerstkomende 10 tot 15 jaar. De bedragen zullen ter beschikking moeten komen uit bespa ringen zowel door het individu als door het bedrijfsleven zelf, uit afschrijvin gen en van overheidswege uit de belas tingen. Met nadruk wijst ir. Tromp er nu reeds op, dat de industrie, om die taak ten behoeve van de werkgelegen heid te vervullen, haar afzetgebied in het buitenland zal moeten vergroten. Gezien de hevige buitenlandse concur rentie zal het bedrijfsleven verzekerd moeten zijn van alle faciliteiten om zich te kunnen ontplooien. VRIJE TIJDS-BESTEDING. De vraag wat dit „overig Nederland" te bieden heeft wordt behandeld door mr. K. H. Gaarlandt, die naast bepaalde voordelen, zoals arbeidsaanbod, ook vestigingsbezwarenl noemt. Het gaat namelijk niet alleen om de voorwaar den van werken en wonen, maar ook om de vrije tijd. Het gaat z.i. verder boer nu al zegt: Kom het maar halen! De bakker zal vandaag of morgen wel gedwongen zijn hetzelfde te doen. Dan is voor hem een levensbelang, dat z ij n brood zo dicht mogelijk bij de consument verkrijgbaar is. En als hij dan een afleveringspost heeft in een levensmiddelenbedrijf, mag hij zich bi zonder gelukkig prijzen. 0— De middenstand als groep en de bak ker. als deel van die groep staan voor een nieuwe tijd. Die bezinnig vraagt op de uitoefening van het bedrijf. Een meer efficiënte bedrijfsvoering kan o.m. be reikt worden als de beoefenaren van hetzelfde ambacht en de leiders van di verse bedrijven samen gaan werken. Als ze, om het hoofd tegen het groot bedrijf boven water te houden, wegen gaan zoeken om samen een verdelings apparaat voor hun brood op te bou wen. Het is niet zo, dat de tijd voor de kleine ondernemer voorbij is. Maar deze „kleine man" kan het bepaald niet meer alleen af. Hij moet hulp zoeken bij zijn vakgenoten. Niet alleen door organisatie, maar ook door bedrijfstechnische samenwerking. Juist in deze kring is men erg gekant tegen „ambtenarij", die zich met het be drijf bezig houdt. Maar de midden standsconsulenten, die in elke provin cie werkzaam zijn, hebben goede denk beelden over die vorm van samenwer king. Het is vruchtbaarder hen te raadple ge, dan de krachten te verspillen in een strijd, als aangekondigd in de hierbo ven genoemde vergaderingen. Want die strijd is bij voorbaat verloren! Tal van leerlingen uit de hoogste klas sen van de middelbare scholen leven thans in de enerverende examentijd. Zoals elk jaar moeten ook nu in de komende maan den talloze jongeren tegenover een grote schare examinatoren tonen, wat zij in hun mars hebben. Velen van degenen, die het einddiploma behalen, zullen met een de praktijk ingaan en proberen een pliaatsje in het bedrijfsleven te vinden. Anderen staat als ideaal voor ogen de talenten, waarover zij beschikken, op een universiteit of hogeschool tot verdere ontwikkeling te brengen om pas daarna aan het arbeidsproces te gaan deelnemen. Voortgezette studie wordt, in tegenstel ling tot vroeger, niet meer beschouwd als een voorrrecht voor een kleine selec tie groep de beter gesitueerden maar als een recht van ieder die hier voor de gaven heeft. Dit op zichzélf geno men gezonde principe heeft echter tot het veel voorkomende verschijnsel geleid, dat jongelui zich als student laten inschrij ven, zonder dat hun onders de studie, die ondanks het feit, dat de collegegelden verlaagd werden tot f 200.- per jaar, toch nog altijd een kostbare geschiedenis is, uit eigen middelen kunnen financieren; Dit heeft tot gevolg, dat vele studenten gedwongen zijn naast hun studie een be paalde betrekking te aanvaarden om in hun levensonderhoud of in de kosten van de studie te voorzien. Ofschoon men aan de ene kant bewondering kan hebben voor de extra inspanning, die in dergelij ke gevallcnaan de dag wordt gelegd, is de keerzijde van de medaille, dat het stu deren onder die omstandigheden alles behalve prettig is. Het behoeftdan ook geen verwondering te wekken, dat velen van deze z.g. „werkstudenten" vroeg of laat tegen de zware taak van het tegelijk studeren en „arbeiden om den brode" niet opgewassen blijken te zijn. Door ge brek aan geld moeten vaak de met veel enthousiasme aangevangen studies wor den afgebroken, uiteraard zeer ten nade le van 't levensgeluk van de betrokken student. Een verleden jaar ingestelde enquête naar de sociale positie van de Amster damse studenten heeft aan het licht ge bracht dat 68 procent van degenen, die aan het onderzoek hebben deelgenomen, min of meer geregeld betaalde arbeid ver richt, 21 procent alleen werkt geduren de de vakanties, terwijl 14 procent een werkkring heeft, die meer dan 24 uur per week in beslag neemt. Voorts gaf 29 pro cent te kennen, dat zij hun studie niet zouden kunnen voortzetten als de inkom sten uit eigen arbeid ontbraken. Uit deze percentages blijkt, dat van meer dan een kwart gedeelte van het aantal in Amster dam studerenden de voltooiing van de studie staat of valt met de vraag, of zij er in zullen slagen gedurende vijf, zes of meer jaren zoveel energie op te bren gen en zoveel tijd te vinden, dat zij naast en behalve hun studie, ook nog betaalde arbeid kunnen verrichten, die voldoende geld oplevert; Dat zulk een situatie, waar in de studie in feite aan 'n zijden draad je hangt, niet bevordelijk is voor de ge zondheidtoestand van de student, nervo siteit in de hand werkt en de studiere sultaten ongunstig beinvloedt is zonder meer duidelijk. Deze gegevens houden 'n waarschuwing in aan het adres van ouders, die hun kin deren later in de gelegenheid willen stel len te gaan studeren. Zij zullen er ver standig aan doen zich reeds bijtijds be zig te houden met de vraag hoe de stu die en wat daarmede samenhangt in de toekomst gefinancierd moet worden. De aangewezen weg daartoe is in de jaren, die aan de studie vooaf- nog om de nabijheid van een werke lijke grote stad. Hij concludeert: „Het ware te wensen, dat men er aan zou wil len medewerken, dat steden als b.v. Groningen, Leeuwarden en Enschede zich in alle opzichten ontplooien als de grote stad voor een ruim gebied." Mr. Gaarlandt merkt op: „Een doeltreffend plan voor de verbetering van de struc tuur van een streek vraagt samenwer king tussen gemeenten en provincies. Tegenover een Europoort-plan dient overig Nederland het zijne te stellen." gaan, een deel van het inkomen te reser veren voor de tijd, waarin de bekostiging van de studie extra hoge uitgaven vergt. Daarvoor staan 2 manieren open. Door zelf te sparen en het geld zo rentegevend mogelijk te beleggen, of door het sluiten van een studieverzekering. Met de uitkomsten van de Amsterdam se enquête voor ogen is het duidelijk, dat het tijdig treffen van financiële voorzie ningen een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de studie is. L VOORLICHTINGSBUREAU - VAN DEN VOEDINGSRAAD1 ER IS WEER NIEUWE HARING Vlaggetjesdag, dit jaar op Hemelvaarts dag gevierd, ging met wat minder feeste lijkheden gepaard dan andere jaren. Toch bood, als van ouds, de fraai ge tuigde en bevlagde vloot een feestelijke aanblik. Ook wij wensen de vissers van harte een goede teelt en behouden vaart. En als liefhebbers van het zilveren zee banket hopen wij, dat de haring weer van goede'kwaliteit zal zijn. De meesten van ons eten haring, omdat zij hem lekker vinden en niet omdat het een gezond voedsel is. Maar degenen, die de nieuwe haring niet kennen, willen wij allereerst wijzen op de hoge voedings waarde en hen aanraden: leer haring eten, wen ook uw kinderen eraan, want haring is gezond, lekker en biedt afwis seling in de maaltijden. De voedingswaarde van haring is hoog, omdat deze vis rijk is aan eiwitten, ver schillende voedingszouten (o.a. ijzer- en jodiumzouten) en vitamines (o.a. vitami ne A, B en D). Haring kan zorgen voor afwisseling aan de broodmaaltijd en ook aan de warme maaltijd. Daar kan hij in de plaats inne men van vlees, of hij kan als voorgerecht gegeven worden in plaats van soep. Aan een meer uitgebreid etentje wordt haring wel als eerste gerecht, vóór de soep, ge- prensenteerd, bij wijze van hors d'oeuvre. Wij kunnen de haring dan zonder meer opdienen met geroosterd brood of toastjes en boterballetjes erbij. Het staat ook heel gezellig om filets of reepjes haring te gar neren met sla, tomaat, plakjes hardge- koot ei of parten gevuld ei. Wie buitenlanders te gast heeft, zal met een haringgerecht zeker eer inleggen. De officiële vrije dag, die men dinsdag j.l. in West-Duitsland had ter herdenking van de opstand in Oost-Berlijn, vijf jaar geleden, was voor velen in het grensge bied aanleiding, een dagje naar Ensche de te trekken. Ook verderop in Twente was het aantal Duitse auto's zeer groot en hadden de kruideniers- en zuivelza- ken heel wat vreemde klanten. Maar in Enschede was de drukte overstelpend door twee factoren: als grensplaats kan de stad ook door veel fietsers van „ach ter 'n paol" bereikt worden en bovendien viel deze Feiertag samen met de Ensche- dese dinsdagmarkt. Die levert toch altijd reeds heel wat vaste klanten van gene zijde op. Het is begrijpelijk, dat de neringdoen den zich over al die vreemde bezoekers verkneukelden. Ze hangen kaartjes voor de ramen met opschrift „Roomboter ver krijgbaar" en ze studeren ijverig een paar mondjes „over de grens". Vaak ook redt men zich opperbest in het „plat", dat daarginds niet zoveel van het onze verschilt. Vooral op de markt, waar om vijf uur, wanneer anders iedereen op breekt, nog hele files voor de kaaskra- men stonden, was het druk. Het waren ook de café's, die ditmaal profiteerden. Autobezitters uit Münster en fietsende jongelui uit de grensplaats- jes flaneerden over de Enschedese trot toirs en de politie had op alle kruispun ten verkeersagenten neergezet. Moeilijk heden waren er nergens. Het driedaags Concours Hippique In ternationaal op 20, 21 en 22 juni te En schede, waar naar wij mededeelden Frankrijk, Engeland, Chili, de V.S., Duits land, België en Nederland door ruiters en paarden van uitstekende klasse zul len zijn vertegenwoordigd, krijgt een wel zeer bijzondere muzikale omlijsting. Nadat gebleken was dat vorig jaar het Trompetterkorps van de Huzaren van Bo_ reel een buitengewone sfeer wist te ge ven aan de laatste dag van het C.H.I heeft het Uitvoerend Comité van de Twentsche Jachtvereniging gepoogd ook dit keer (maar dan eveneens op zaterdag) een dergelijke opluistering van 't evenement voor het publiek te verkrijgen. Men is er thans in geslaagd de medewerking van een van de beroemdste Britse orkesten hiertoe te ontvangen. De 3rd Hussars heb ben namelijk niet alleen als band, maar ook als gevechtseenheid een grote naam. Het regiment werd in 1685 opgericht en is Engeland's oudste onder de lichte cavalerie regimenten. In 1936 deed de mechanisering ook voor dit bereden on derdeel haar intrede. De motor verdrong het paard, dat bijna twee en een halve eeuw trouw zijn diensten had bewezen. Onder de talrijke gelegenheden waarbij d.e 3rd Hussars zich hebben onderschei den, neemt de slag van El Alamein de eerst plaats in. Daar vormden zij de spits van de aanval en de verliezen onder hen waren dan ook zeer zwaar: 21 officieren en 98 onder-officieren en manschappen verloren er het leven of werden zwaar gewond; 47 van de 51 ingezette tanks wer den vernietigd. De aanval werd echter met succes bekroond. De 3rd Hussard hadden een bres geslagen, waardoor de gepanserde divisies konden oprukken en het keerpunt was in Wereldoorlog no. II bereikt. Op de maandag j.l. te Rijsseh gehou den veemarkt waren aangevoerd: 895 stuks vee, 719 varkens, 176 runderen. Prijzen: 39 vette koeien, eerste kwali teit van f2,90 tot 3,25; tweede kwali teit van f2,65 tot 2,90; derde kwali teit van f2,35 tot f 2,65 per kg slaclit- gewicht; 80 melk- en kalfkoeien van f 690,- tot i' 1000,- per stuk; 19 pinken v. f475,- tot f625,- per stuk; 15 graskalve ren van f250,- tot f380,- per stuk; 23 nuchtere kalveren van f 40,- tot f 55,- p. stuk; 16 drachtige zeugen van f250,- tot f300,- per stuk; 26 loopvarkens van f 75,- tot f 100,- per stuk; 677 biggen van f 43,- tot f 58,- per stuk. Overzicht handel: Vette koeien en stieren: het aanbod was gelijk aan dat van de vorige markt, de handel han een kalm verloop met gelijkblijvende prijzen. Gebruiksvee: het aanbod hiervan was minder, de handel had een traag ver loop met gelijkblijvende prijzen. Nuchtere kalveren: aanbod gelijk aan dat van de vorige markt, handel vlug, prijzen gelijk. Varkens en biggen: het aanbod was minder dan dat van de vorige markt, de handel had een zeer kalm verloop met dalende prijzen. Pinken en kalveren: het aanbod was niet groot, de handel han een kalm ver loop met gelijkblijvende prijzen. Von Brentano Overleg hervatting Duits- Nederlands gesprek De Westduitse minister van Buiten landse Zaken Von Brentano zal op 23 ju ni a.s. in Den Haag met zijn Nederlandse collega Luns spreken over de voortzet ting van het sedert januari stilliggende Nederlands-Duits overleg. Het ligt be paald niet in de bedoeling voor de onop geloste kwesties tijdens dit gesprek da delijk een oplossing te vinden, maar de ministers willen het overleg weer op gang brengen. Zoals bekend gaat het hierbij onder meer om de gebieden Zelfkant, El- ten en de tractaatlanderijen en voorts om het recht van cabotage op de Rijn (ver voer tussen Duitse havens). Te Bonn ge looft men overigens niet, dat het snel tot een definitief Duits-Nederlands akkoord zal komen. Er moet, wil men een ver drag tot stand brengen, ook overeen komst bestaan over alle kwesties, die tot- dusver behandeld zijn.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1958 | | pagina 3