Zes en vijftien (III) SffOAt Euromarkt en Overijssels bedrijfsleven Een waarschuwend woord van het ET 10 IVOR®». Elke frond een Veemarkt Rijssen jjneesjwwifje sos n iOSE De publikaties over de Euromarkt zijn zo talrijk geweest dat velen er nog slechts een vage voorstelling van heb ben behouden. Velen zullen hebben ge dacht: „we zullen wel zien wat er van komt". Deze opvatting is, zo schrijft ons het Economisch Technologisch Instituut v. Overijsel, begrijpelijk, doch voor de za kenman levensgevaarlijk. Wanneer hij zich thans niet voorbereidt op de ko mende veranderingen, loopt hij groot gevaar als de Euromarkt volledig zal zijn gerealiseerd zakelijk niet meer te bestaan- Men realisere zich dat de grote ver anderingen in de verhouding tussen de deelnemende landen diep zullen door werken in alle onderdelen van onze sa menleving. Gezien dit feit zijn wij van mening dat een samenvatting van de onderha vige materie hoewel zeer globaal van nut kan zijn. Wij bepalen ons dus tot de grote lijnen en staan daarna wat langer stil bij de mogelijke gevolgen voor de industrie. Wij zullen in het bij zonder de nadruk leggen op de maat regelen die zullen moeten worden ge nomen. Het is niet onze bedoeling ons branchegewijze te verdiepen in details. Dit zou ons te ver voeren en wij zouden bij nadere bestudering ook zeker in fei telijke kennis te kort schieten. OPBOUW EN AFBRAAK Het doel van het instellen van de Euromarkt is het handelsverkeer tus sen de aangesloten landen te intensive ren. Het betreft hier dus het verkeer van mensen, goederen en diensten, en ook het kapitaalverkeer. Mogelijk komt tevens nog een vrijhandelszone tot stand- De tolmuren tussen de landen zullen worden afgebroken en er zal 'n gemeenschappelijk tarief gelden rond de Euromarktruimte. Dit tarief zal voor wat betreft ons land hoger komen te liggen dan thans het geval is. Voor onze van import grondstoffen afhanke lijke economie is dit een nadeel. Ook de sociale wetgeving zal voor de zes landen als het ware tot een gemiddelde worden samengetrokken. De beloning van mannen en vrouwen wordt gelijk. Naar verwacht wordt zal dit alles voor ons land 'n prijsstijging van 1 tot 2 o/o tot gevolg hebben. Voor onze naar ver houding grote export naar landen bui ten de Euromarkt betekenen de ho gere loonkosten een verzwaring van on ze taak. Tegenover deze nadelen worden ook voordelen verwacht. Vooraf moef reeds worden gezegd dat de nadelen ons worden gebracht en dat wij de voor delen zelf zullen moeten halen- Wij moeten die verkrijgen door verhoogde produktiviteit, die op een zoveel rui mere markt tot gelding kan worden ge bracht. Dit vereist voorbereiding want vo: r de niet reeos exporterende bedrij ven is deze grotere afzetmarkt iets ge- hec. nieuws. Hoewel over de voor- en nadelen veel meer te zeggen zou zijn, zulien wij ons verder beperken tot de proble men die de kleinere en ook de mid delgrote bedrijven raken. Enerzijds biedt een ruimer afzetgebied voor ei gen producten grotere mogelijkheden, anderzijds zal de concurrentie van bui tenlandse producten op de Nederlandse markt sterker worden. Tegen dit laat ste moet de ondernemer zich wapenen. Zoals gezegd zal het volledig tot stand komen van de Euromarkt gerui me tijd duren. Men zegt 12 jaar. Wan neer wij de wordingsgeschiedenis van de Benelux voor ogen houden, dan is het wellicht niet te gewaagd hier nog enkele jaren bij te rekenen. In ieder geval begint men dit jaar reeds met de eerste etappe- Na vier jaar volgt er weer een, terwijl de laatste verlaging van de invoerrechten der verschillende landen vermoedelijk na 12 jaar zal plaats hebben. ALS VOOR 1914 Het is belangrijk dat de contingenten die invoerrechten zo denkbeeldig kunnen maken niet meer ten ongun ste mogen worden veranderd. Uitgaan de van de rechten op 1 januari 1957 zal men waarschijnlijk per- 1 januari 1958 een reductie toepassen van 10 voor alle artikelen. Op deze algemene regel zijn begrijpelijkerwijze gezien 't feit dat deze materie bijzonder ingewikkeld is enige uitzonderingen gemaakt. Het zou te ver voeren hier dieper op in te gaan. Na vier jaar worden alle rechten ver laagd met gemiddeld 30 en elk recht afzonderlijk met tenminste 20 Na 8 jaar zal de verlaging gemiddeld 60 resp. tenminste 35 moeten bedragen- De deur waardoor wij op de tocht ko men te staan, gaat dus steeds verder open. Er is echter de beperking dat ieder land bepaalde artikelen bij zonder wezenlijk voor zijn economie nog met 10 resp. 25 zal kunnen be schermen. Voor de producten van de landbouw zullen aparte regelingen worden getrof fen, waarvan de bespreking buiten onze beschouwing valt. Er zal dus min of meer een toestand ontstaan zoals die voor 1914 bestond. Toen was er een vrij verkeer van goe deren, kapitalen en personen. De va lutaverhoudingen lagen toen weliswaar anders dan nu. Het grote verschil ligt natuurlijk in de ruimere werkingssfeer van tegen woordig, en ook in het hogere tempo en massaliteit die we toen niet kenden- Zoals reeds in het begin van deze nota gezegd, men tille de gevolgen niet licht en men denke niet er aan te kunnen ontsnappen. MOGELIJKHEDEN Onze bekende voorkeur voor alles wat uit het buitenland komt maakt ons tot een ópen gebied voor alle buiten landse producenten. Gezien onze eigen vaardigheid op commercieel gebied, lig gen hier voor de handel grote moge lijkheden. Voor de industrie gaat het er om de strijd aan te binden tegen de vindingrijkheid en vaardigheid van de gelijksoortige industrieën binnen de Euromarkt. Produceert een ander goed koper en beter, dan heeft hij voor zijn producten een grotere markt dan voor heen. Zowel in ons land als elders zul len dus diegenen die zich niet kunnen handhaven, moeten verdwijnen. Daar tegenover zullen zij die mee kunnen koonen hun omzet kunnen vergroten met een kleiner aantal artikelen. Daar waar het goedkoopst en meest doel matig wordt geproduceerd zal men .zijn goederen betrekken. Stelt u zich dit eens duidelijk voor ogen en gaat u eens bij u zelf met de hand op het hart na, of u kunt beweren dat u niets kan overkomen- Als oorspronkelijk vrijhandelsland heeft Nederland in het algemeen lage re invoerrechten dan de vijf partners en dus zal de prijs verlagende werking in de andere landen groter zijn dan bij ons. De export naar ons land wordt daardoor gemakkelijker. Het gaat in feite om prijsmarg'es die de concur rentiekracht van de buitenlander ver groten. Deze prijsmarges zijn meestal niet zo belangrijk bij de afzet aan con sumenten, maar wel wanneer het om apparaten en dergelijke artikelen gaat, die door technisch onderlegde kopers worden aangeschaft. Zij kunnen de kwaliteit beoordelen en stellen zich daarna zeer duidelijk in op de prijs en de service. Voor hen is dit een onder deel van hun eigen uiteindelijke kost prijs. Hier ligt dus het grootste ge vaar. De grote ondernemer is in het alge meen beter in staat een geheel pro gramma aan te bieden zonder met te kleine productie-eenheden te werken. Voor de kleinere ondernemer blijkt hier de noodzaak van samenwerking met anderen- Het feit dat Nederland nog een jong industrieland is, dat zich na de tweede wereldoorlog en in een tijd van hoog conjunctuur overhaast heeft geïndustri aliseerd, brengt vele bedrijven in een positie die heroriëntering dringend no dig maken en het plan tot eventuele samenwerking, dat in andere landen klaar is, moet hier nog worden herzien. TEVEEL „AMBACHT" Ook in het buitenland zijn vele klei nere ondernemingen. Wij kunnen ons echter niet aan de indruk onttrekken dat de krachten daar beter zijn gecoör dineerd dan bij ons. Wij hebben ons reeds verscheidene malen bezig gehou den met het sterk ambachtelijk karak ter van onze jonge kleinere en middel grote industrie. Wij hebben er voor ge pleit hierin verandering te brengen om der wille van de concurrentiekracht, die verband houdt met de kwaliteit en de kostprijs en dus ook met de or ganisatiemethoden. In het. licht van de Euromarktbedrei- ging willen wij er nogmaals met klem op wijzen, dat er hier verbetering moét komen, wil men de zware strijd in de toekomst vol kunnen houden. Wij onderschatten geenszins de waar de der technische vraagstukken, maar willenhier toch de nadruk leggen op de algemene houding tegenover de or ganisatorische problemen- Slechts wan neer hier de juiste weg is gevonden, komt 't technische ook tot commerciële gelding. Overigens is er ten aanzien van deze vraagstukken de mogelijkheid van ver-, sterkte research buiten de onderne ming. Slechts wanneer men 'n juist in zicht heeft in de productiekosten, kan men bepalen of men iets zelf moet ma ken dan wel of uitbesteding nuttiger is. In dit opzicht zullen wij het klinkt misschien wat vreemd 'n be tere commerciële instelling moeten krijgen. Er zijn tal van werkzaamhe den waaraan men een ander beter iets kan laten verdienen dan er zelf in feite aan te verliezen. Zo kan - er ook een betere samenwerking groeien, een sa menwerking die nodig is tegenover 't op dit gebied sterkere buitenland. Het tekort aan specialisatie is onze zwakte. Wat is nu de moraal van dit verhaal? Het legt aan de ondernemer in zijn eigen belang een taak op. Stel u critisch in uw eigen toekomstmoge lijkheden- Denk niet dat het karretje op de zandweg blijft lopen. Die tijd is voorbij. Stel in alle objectiviteit vast waar uw zwakke punten liggen in ver band met de bovengeschetste situatie. Beraam dan de middelen om uw positie te versterken. Ontleed uw bedrijf in zijn onderdelen. Onderzoek de toekom stige afzetmarkt naar omvang en kwa liteit en stel daar uw productiemoge lijkheden tegenover. Zo u dit wenst willen wij met u mee denken en u de methoden voor onder zoek en verbetering aangeven. NEEM DE KKANT TE BAAT, Op de maandag j.l. te Rijssen gehou den veemarkt te Rijssen waren aan gevoerd: 1028 stuks vee, runderen 180, varkens 845 en 3 schapen. Prijzen: 37 vette koeien, eerste kwa liteit van f2,70 tot f3,— tweede kwa liteit van f2,30 tot f2,70; derde kwa liteit van f 2,— tot f 2,30 per kg slacht- ge wicht; 64 melk- en kalf koeien van f630,- tot f980,- per stuk; 17 pinken van f425,- tot f565,- per stuk; 21 gras- kalveren van f240,- tot f350,- per stuk; 41 nuchtere kalveren van f 40,- tot f 50,- per stuk; 18 drachtige zeugen van f225 tot f325,- per stuk; 24 loop varkens van f65,- tot f95,- per stuk; 803 biggen van f 45,- tot f 60,- per stuk. Overzicht handel: Vette^ koeien en stieren: Aanbod niet groot, de handel had een redelijk vlug verloop met iets hogere prijzen. Gebruiksvee: Aanbod iets groter, de handel had een iets vlugger verloop, prijzen gelijk. Nuchtere kalveren: Aanbod iets gro ter, de handel was. vlug en de prijzen waren niet hoger. Varkens en biggen: Aanbod iets min der, de handel hierin had een redelijk vlug verloop met iets hogere prijzen. Pinken en kalveren: De handel hierin had een redelijk vlug verloop met iets hogere prijzen. Brussel streeft ernaar de hoofdstad van Europa te worden, en al zijn er nogal wat concurrenten, Brussel maakt een goede kans- De ministers van bui tenlandse zaken van de zes landen van „Klein Europa" zijn het nog wel niet eens geworden over de keus van een hoofdstad, zij hebben wel besloten, dat er één Europese hoofdstad zal komen; in juni valt de beslissing. De Belgische regering is bereid een deel van haar grondgebied af te staan en dat aan de Europese gemeenschappen af te staan. Wij hadden willen schrijven: aan de Europese regering af te staan. Maar die is er nog niet. Dat stuk grondgebied zou dan de buitenwijk van Brussel worden, waar men in de komende zo mermaanden de wereldtentoonstelling van 1958 zal kunnen bewonderen. De tentoonstellingsgebouwen komen, als 't plan doorgaat, ter beschikking van de onderscheidene lichamen, waarvan in onze vorige artikelen sprake is geweest: die van de Raad van Europa, die van de E.G.K.S-, die van de W.E.U., die van de Euromarkt en die van Euratom. De inrichtingen te Straatsburg en te Lu xemburg zouden dan verlaten moeten worden. Maar ook als men er in slaagt al die lichamen het zijn er een kleine twintig bij elkaar te brengen in één stadswijk, in Brussel, Luxemburg, Straatsburg of waar dan ook, dan nog blijft er het een en ander over, waar over wij nog niet gesproken hebben. Wij hebben het oog op twee grote ge bouwen te Parijs: het Palais de Chail- lot en het Chateau de la Muette. Ook daar wordt aan de eenheid van Europa gewerkt, maar op wéér een andere manier. In het Palais de Chaillot, dat aan de Seine tegenover de Eifeltoren is gele gen, zetelt de N(A.V.O., de gemeen schappelijke verdedigingsorganisatie van een aantal Europese landen teza men met de Verenigde Staten en Ca nada. Bij de oprichting waren er veer tien leden, waarvan twaalf Europese. Hier zou men kunnen spreken (maar men doet het nooit) van het Europa der Twaalf. De neutrale staten, die te Straatsburg wel deelnemenaan de be raadslagingen, houden zich buiten dit militaire bondgenootschap: Ierland, Zweden, Zwitserland en Oostenrijk doen er niet aan mee. Saarland is ook nooit lid geweest; het had geen leger- Maar Portugal zit wél in deze club. Duitsland maakte er aanvankelijk geen deel van uit, maar is nu wel lid. Aard rijkskundig ligt het dus hier anders dan bij de Zes en de Vijftien. Organisatorisch ligt 't hier trouwens óók anders. Er is een uitvoerende macht met aan de top de Noord-Atlan tische Raad, die formeel bestaat uit de ministers van landsverdediging van de deelnemende landen, maar die komen maar zelden bij elkaar. Hun plaatsver vangers zijn ambassadeurs en gezanten, die te Parijs zijn gevestigd. Er is een secretariaat-generaal ten dienste van deze Raad, maar er is geen wetgevende macht en geen rechtsprekende. Alles wordt hier gedaan langs ambtelijke en militaire lijnen. Hetzelfde geldt min of meer voor de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking, opgericht ter verdeling van de Marshallhulp, maar in stand gehouden voor economisch overleg. De Verenigde Staten en Canada zijn hier geen lid van, maar hun vertegenwoor digers hebben het recht de topvergade- ringen bij te wonen. Lid zijn alle leden van de Raad van Europa, maar ook Portugal en ook Zwitserland. Zelfs.. Triëst is er lid van geweest, zolang dat een zelfstandige staat is geweest. De bestuursvorm is ongeveer gelijk aan die van de N.A.V.O., zij het dan iets een voudiger. En natuurlijk zijn het hier de ministers van economische zaken, die formeel aan het hoofd staan. De O.E.E.S. is op het ogenblik niet zo erg belangrijk meer, omdat er weinig Marshall-geld meer te verdelen vant. Maaro verbodig is zij niet geworden. De Europese Betalings-Unie bijv- is er een kind van en wordt geleid door het be stuur van de O.E.E.S. En het is ook de O.E.E.S. die op het ogenblik nagaat of het Engelse denkbeeld tot instelling .van een Vrijhandelszone uitvoerbaar is- Mocht het denkbeeld uitvoerbaar zijn en wordt het omgezet in een verdrag, dan zou het kunnen gebeuren, dat het be stuur van dit lichaam de uitvoerende macht wordt van de Vrijhandelszone. Tegen die tijd zal ook deze organisatie moeten verhuizen naar de Europese hoofdstad. Overziet men het geheel, dan onder scheidt men in de ontwikkeling van de Europese eenheid twee lijnen: de supra nationale en parlementair politieke, die over Straatsburg, Luxemburg en Brus sel loopt, benevens de intergouverne mentele en ambtelij k-deskundige, die te Parijs ontspringt en naar Amerika wijst. De eerste is verreweg de meest levensvatbare, omdat zij op meer dan alleen maar afweer en doelmatigheid berust. Er worden schuchtere pogingen gedaan om een parlementair lichaam te stichten als tegenspeler der bestuurs organen van de N.A.V.O. en de O-E.- E.S., maar de gedachte van een Atlan tische Gemeenschap boven de Europe se is nog te jong om aan te slaan. In de praktijk is er nog niet iets uit gegroeid, dat men bijzonder waardevol zou kunnen noemen. De ontwikkeling op dit punt moet worden afgewacht. Men mag zich terecht afvragen waar dit alles nu naar toe groeit. Wij weten het niet. Niemand weet het. Op het ogenblik tekent zich een kern-Europa af, bestaande uit zes souvereine staten, die voortdurend verder gaan in de richting van een statenbond zij het dan ook in een langzaam tempo met daaromheen een krans van belangstel lende staten, die soms wel en soms niet met de kern wensen mee te gaan. Ook liggen er om heen nog staten, die ner gens aan meedoen, Spanje en Finland bijvoorbeeld. En dan zijn er de com munistisch geregeerde staten, die van de grote baas in het Kremlin niet mee mogen doen. Op twee punten is er een band met de V.S.; op economisch gebied betekent die band niet veel meer, op militair nog heel veel- De economische band kan zonder al te veel pijn geslaakt wor den. Of de militaire band geslaakt mag worden is een zaak van beleid, waarop wij hier niet ver ingaan. Op het ogen blik kan zij echter moeilijk worden ge mist; dat is een ieder duidelijk. De Europese zaken zijn langzamer hand erg ingewikkeld geworden. Er is echter ook een streven naar vereen voudiging door samenvoeging van al lerlei parlementaire lichamen. Als daar de concentratie van secretariaten-gene raal in één stad bij komt zal het mis schien mogelijk zijn de eenwording naar een hogere versnelling over te schake len. Laat ons met belangstelling de ontwikkeling volgen! Junioren Groep HI L: Excelsior d 611 SVVN c 8—11 De Zweef c 78 Nijverdal c 76 RKSV b 7—6 Holten b 85 DES d 7—3 BILJARTEN Voor de competitie van de Biljartbond „Ons Genoegen" te Nijverdal en Omstreken, werden in de week van 3 t/m 8 februari onderstaande wedstrijden gespeeld: le Masse: De Waag I—Spekhorst I 262—500 97 brt HBC XOBK I 482—392 132 brt Oudelaar I't Groentje I 316486 121 brt Kalfsterman INBC I 452371 134 brt KOT I—Vios I 2e Masse: Vios II—HBC Hl OBK IIKalfsterman II NBC II—OBK III De Waag IIHBC H KOT II—'n Hook I Omhoog 7—12 Holten I 6—10 Heracles V 6—9 Rietvogels II 6—8 RV II 7—5 SOS I 6—4 Wierden II 6—4 Luctor II 6—2 Nijverdal II 6—2 4e klasse -J De Zweef IV 6—10 Haarl. Boys II 5—8 Holten II 6—8 SDOL II 7—6 Enter ni 44 Sportlust Vr. II 6—4 SOS III •2—2 Markelo V. II 6—0 4e klasse K: Bornerbroek II 6—11 Markelo V. I 6—8 6—8 Holten III 6—6 RKSV III 6—4 GFC IV 2—3 Haarl. Boys III 5—2 SDOL Hl 5—0 Junioren Groep I J: DES a 5—9 SOS a 7—9 De Zweef a 7—9 Holten a 6—7 SWN a 6—6 Hulz. Boys a 7—3 DES b 8—3 277500 137 brt 269—290 174 brt 236—259 168 brt 300—136 154 brt 148—300 73 brt 252—300 128 brt Het programma voor de week van 1722 febr. luidt: le Masse: NBC IDe Waag I Oudelaar I—Vios I Kalfsterman IOBK I KOT I—HBC I 't Groentje ISpekhorst I 2e klasse: OBK IIIKalfsterman H De Waag n'n Hook I NBC II—HBC III KOT H—Vios II HBC II—OBK H VOLLEYBAL Uitslagen van de maandag 10 februari j.l. gespeelde wedstrijden in de Nijverdalse Volleybal-competitie. De Zweef 1De Zweef 2 20 Sportlust 2De Zweef 2 02 d Rivo—V.B.O.W. 2 2—0 d RivoHellendoorn 20 Sportlust 1Rivo 20 d Visnet 1De Zweef 1 11 De Zweef 2Rivo 11 V.B.O.W. 2—Sportlust 2 2—0 d HellendoornVisnet 1 02 Wedstrijdprogramma maandag 17 februari. Nijverdal 1De Zweef 1 V.B.O.W. 1Visnet 2 Sportlust 1V.B.O.W. 2 HoltenNijverdal 1 O.K.K. 1—Visnet 2 V.B.O.W. 2—Holten De Zweef 1Sportlust 2 Sportlust 2V.B.O.W. 1 De stand luidt: Heren: VOETBAL. Programma: Zondag: Holten IHeracles 5, 2.30 uur; Markelo Vooruit IHolten EU, 2.30 u. Holten IISportlust Vr. II, 12 uur. De competitiestanden: De competitiestanden luiden thans als volgt: 2e klasse E.: Nijverdal 1 Sportlust 1 O.K.K. 1 Visnet 1 Politie V.B.O.W. 1 De Zweef 1 O.K.K. 2 Rivo ter Horst V.B.O.W. 2 Holten De Zweef 2 Visnet 2 Sportlust 2 Nijverdal 2 Hellendoorn Dames: De Zweef O.K.K. 1 V.B.O.W. 1 Rivo Sportlust 1 O.K.K. 2 V.B.O.W. 2 Hellendoorn Holten De Zweef 2 Sportlust 2 O.K.K. 3 10 12 10 9 10 10 10 10 10 10 9 10 10 18 17 17 16 15 14 13 11 11 11 6 4 4 4 3 3 1 Voor de RATTEN BESTRIJDING Bij verschillende landbouwers wordt vrij grote schade aangericht door ratten. Ze; eten het voer op in kippenhokken, varkenschuren, e.d. Het aantal ratten is soms ontstellend groot. Er is iemand aangesteld, voor een gedeelte van Overijssel, waar ook Hol ten onder valt, die speciaal belast is met de bestrijding van ratten en mui zen. Deze persoon is zeer deskundig in de gedragingen van genoemd ongedierte en het vaststellen van de plekken, waar het bestrijdingsmiddel moet wor den neergelegd. Het advies is geheel gratis en de resultaten zijn zeer goed. Ook alhier zijn sommige landbouwers die met veel succes van het advies ge bruik gemaakt hebben. Als u schade hebt en bezoek wenst te ontvangen kunt u .zich bij onderge tekende opgeven. W. RIETBERG, Ass. Landb.voorl.dienst. Snel verkeer en langzaam verkeer, Weest beleefd, over en weer.

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1958 | | pagina 2