Schoolbestuur recipieerde ter gelegen
heid van 50-jarig bestaan van de
School met de Bijbel"
Koninklijke onderscheiding voor penningmeester
D. J. Schuppert
zijn, omdat we dat oude op onze rommel
zolder gestopt hebben en niet meer te
voorschijn halen? De vraag wordt tegen
woordig nog menigmaal gesteld: „Wat
werkt de christelijke school uit?" Hoe is
de toenemende onkerkelijkheid mogelijk
ondanks de bloei van het christelijk on
derwijs? Zijn wij op de goede weg? De
apostel Johannes schrijft in zijn eerste
brief: „Ik schrijf u geen nieuw gebod,
maar een oud gebod, dat gij van den be
ginne gehad hebt. Toch schrijf ik u een
nieuw gebod." Dit is 't gebod der onder
linge liefde. Hierin is oud en nieuw. Dat
er nog zo weinig waarachtige gemeen
schap is onder hen, die geloven, dat er
nog zo veel verdeeldheid is, dat leerlin
gen van één school, van één Heer en
Meester, die tot één gemeenschap in Hem
gevormd zijn, nog niet samen aan één
avondmaalstafel kunnen plaats nemen
vanwege kerkelijke gescheidenheid, hoe
moet dat Hem bedroeven, die ook voor
die eenheid Zijn leven gaf en die bad,
dat zij allen één zijn. Wij zijn er nog niet.
Bewaart toch dat oude, verdiept u in
dat oude steeds meer, want waar dat
oude Woord van God gebiedt zal het
leven vernieuwd worden. Zie, Ik maak
alle dingen nieuw. Jezus Christus is gis
teren en heden dezelfde, tot in eeuwig
heid. En Hij, die met ons een goed wei'k
begon, moge het ook voleindigen, zodat
wij onze opdracht vervullen om de kruis
banier tot in Gods hand te dragen."
Nadat mevr. R. Bolink-Landeweerd
met begeleiding van de heer Ant. Koop
man (orgel) had gezongen Gezang 118
vers 1, 2 en 3, sprak dr. J. Bax, rector
van het Chr. Lyceum te Veenendaal, over
het onderwerp:
HEDEN EN TOEKOMST.
Het is niet toevallig dat de toespraken
van ds. Loysen en mij het verleden, het
heden en de toekomst omvatten, zo begon
dr. Bax zijn rede. God heeft ons immers
in het leven geplaatst. Wij zijn, of wij
het willen of niet aan het verleden ge
bonden, daar rusten wij op en wij mogen
in het heden, dat God ons geeft, nooit
de toekomst uit het oog verliezen.
Toen de stichters van Uw school
onze voorouders en grootouders 50
jaar geleden bij de oprichting samen
kwamen, was hun stemming anders dan
de onze en waren hun zorgen meer dan
de onze.
In 1906 waren er financiële moeilijk
heden en is stellig de vraag gerezen: Zal
deze school levensvatbaarheid hebben?
Er is ook gebeden, want wie zou zonder
gebed en zonder geloof het toen ge
waagd hebben een school met de Bijbel
te stichten?
Er is op onderwijsgebied wel heel veel
veranderd in de afgelopen halve eeeuw.
De ouderen onder U herinneren zich nog
de tijd van omstreeks 1920 toen de gel
delijke zorgen van de christelijke scholen
verminderden en de financiële gelijkstel
ling van openbaar en bijzonder onder
wijs een feit werd.
Wat een verademing! Wat heeft dat
voorgeslacht zich veel moeten ontzeggen
om zijn kinderen een school te verschaf
fen waar Jezus in het centrum van het
onderwijs mocht staan. Of het hier in
Holten ook zo erg geweest is als op
sommige andere plaatsen, weet ik niet,
maar offers kostte het ook hier wel.
Is bij ons het besef nog wel levendig
dat er zoveel strijd en opoffering en
moeite is nodig geweest? Dat er hoog
schoolgeld betaald werd en de salarissen
Bijbel zoeken naar het antwoord op de
vraag naar de vijand Dan ontdekken wij
dat overal waar God werkt en mensen
zich, ook in het onderwijs, aan Hem on
derwerpen, de duivel eveneens bezig is.
Het gevaar is niet denkbeeldig, dat wij
de invloed van de duivel, de satan, de
grote tegenwerker van God ook op on
derwijsterrein, onderschatten.
De anti-goddelijke macht kan zich op
zo velerlei manier vertonen. Nu en in
de toekomst.
Zien we het niet om ons heen in andere
landen en in Nederland de anti-christe
lijke macht sterker worden Het commu
nisme, dat steeds een dreiging is, duldt
geen onderwijs, dat zich naar Christus
noemt en aan Hem gehoorzaam is. Dat
weten onze mede-christenen in Rusland
en dichterbij in Oost-Duitsland he'laas
maar al te zeer.
Een van mijn kinderen is kortgeleden
in Oost-Berlijn geweest en heeft daar ge
hoord van de mensen zelf, hoe vijandig
het communisme zich tegen christenen
juist in hun onderwijs gedraagt. Dat is
niet ver weg: Berlijn.
Ik geef toe: Zo lang de vrede in de
wereld blijft, is dat gevaar niet onmiddel
lijk dreigend. Wel echter een ander. Dich
terbij in ons eigen land, in onze gezin
nen, in ons eigen hart.
Is het een dwaze vraag als ik die zo
stel: Leeft er bij ons, bij U ouders be
neden de 45 jaar, nog werkelijk belang
stelling, nog liefde, nog echte liefde,
waardoor U bidt en werkt voor het chris
telijk onderwijs? We kunnen heel onder
houdend en lichtelijk ontroerd vertellen
over de mannen en vrouwen omstreeks
1900: Wat deden zij veel voor de chris
telijk school, wat waren zij bereid tot
offeren, wat werd er gebeden en geleden
Maar wij
Als de christelijke school, d.w.z. het
werk van onderwijzeressen en onderwij
zers, niet wordt omringd met, beter nog
gedragen door Uw dagelijks gebed, dan
mislukt het. Het is vandaag geen verne
dering meer en geen geldelijke strop om
onderwijzer te zijn aan een christelijke
school. De „fiene méésters" worden niet
meer nageroepen en leven niet meer in
fatsoenlijke armoede.
Maar leven zij wel uit de brandende
liefde tot Christus en geven zij zo hun
onderwijs, voeden zij zo Uw kinderen
op?
Ik mag mij toch ook tot U richten,
personeel van Holtens School met de Bij
bel?
Is het voor U nog een eer en een
noodzaak aan een christelijke school ver
bonden te zijn?
En ook: reserveert U in het drukke
leven, waarin U studeert voor akten op
allerlei maatschappelijk en kerkelijk ge
bied, ook tijd voor de Bijbel, om daarin
dagelijks helderder de richtlijnen voor op
voeding en onderwijs te vinden?
U kunt zo geweldig veel betekenen
voor deze jeugd!
Niet waar: Wij allen weten nog zo
goed hoe die meester en die juffrouw
het deden. Hoe zij ons opgevoed hebben,
want hun woorden, hun wijsheid wogen
toen bij ons zwaarder dan wat vader of
moeder beweerden.
Kan U die verantwoordelijkheid ook
soms drukken? Het leven van die kinde
ren is een groot deel van de dag aan
ons toevertrouwd. Ik weet het; niet iede
re dag zijn we zo gestemd, maar toch;
we huiveren wel eens. Nietwaar!
Het recipiërende schoolbestuur in de hal van de nieuwe school op de Boschkamp.
wou. Ik ken de verhalen: het mooie en
de moeite, die er was toen mijn vader
voorzitter van Uw schoolbestuur mocht
zijn en ik leerling van deze school.
Maar, nationaal, chr. nationaal be
schouwd, deed het mij evenzeer goed,
dat Ds. Loysen samen met mij deze
dienst zou verzorgen. Ons land, dat ker
kelijk helaas zo verdeeld is, heeft bij 't
onderwijs nog zo'n mooie gelegenheid om
interkerkelijk in de dienst van God bezig
te zijn. Het kan hier, dat Jan van de
dominee van de „grote kerk" en Jacob
van de „fiene dominee" samen spreken.
Daar ziet iets moois in, juist tegenover
de verdeeldheid, die ons land kenmerkt.
Hoe vaak is het tegenwoordig niet
het streven kerkelijk scholen op te rich
ten. Voor mijn gevoel, uiteraard zal dat
persoonlijk zijn, is dit jammer. Laten we
toch het oecumenisch besef, dat kerke
lijk veelszins sluimert of tegengegaan'
wordt, aan de buitenwereld tonen en
zelf beleven waar het kan, en het kan bij
ons christelijk onderwijs.
Ik wens U op dit gouden jubileum dan
ook van harte toe dat U, wat in het
heden mogelijk blijkt, zo als het in het
verleden gebleken is, ook in de toekomst
realiseert: een christelijk nationale
school, waar het besef levend blijft: on
ze school is een gave van God, die wij
dankend moeten aanvaarden. Die ook
verplichtingen oplegt. Interkerkelijk sa
menwerking
Hoe veel respect ik ook heb voor on
derwijzers, die het besef van hun apos
tolaat in de openbare school hun taak
verrichten, die het daar ook moeilijk
hebben als ze ernst met hun werk ma
ken, toch meen ik dat dit niet de óp-
lossing is.
Zeker niet, omdat op de openbare
De uitreiking van de eremedaille in goud verbonden aan de orde van Oranje Nassau aan
de heer D. J. Schuppertpenningmeester van de School met de Bijbel.
laag waren? Als ik hier zo rond kijk,
zie ik, dunkt mij dat de meeste aanwe
zigen niet boven de 45 jaar zijn, maar
jonger. U weet dat niet meer, maar toch
mag het niet vergeten worden. Och, kunt
U denken, dat is voorbij, we hebben het
nu goed met ons onderwijs. Waarom zul
len we ons zorgen maken?
De staat betaalt en alles loopt op rol
letjes.
Laten we voorzichtig zijn en de vijand
niet onderschatten. Is er dan een vijand
in ons rustige, vredelievende land? Wie
zou nu de christelijke school naar het
leven staan? Bovendien willen alle poli
tieke partijen de schoolvrede, de zgn. pa
cificatie, immers handhaven. En de CHU
de AR en de RK zijn met elkaar sterk
genoeg om de rechten van 't bijzondere,
het eigen onderwijs te verdedigen in de
Tweede Kamer. Maar, zullen wij als wij
een jubileum van onze School met de
By bel vieren, niet allereerst daar, in de
Alleen de Bijbel, in het geloof gelezen
en het gebed sterken ons dan en geven
ons moed om door te gaan.
Het is een zware taak, want het gaat
te Holten om het heil van de jeugd.
Christelijk onderwijs moet alle vakken
goed geven, vanzelfsprekend, maar
Christus moet steeds op de achtergrond,
liever nog op de voorgrond staan.
Als de christelijke school neutraal on
derwijs geeft met een half uur Bijbel
vertelling, dan is het verloren.
Geloof en gebed dat zijn krachten van.
ons christelijk onderwijs en als deze met
ware liefde gepaard gaan dan kan het
onderwijs waarachtig bloeien.
Het is toch een reden tot gelukwens
op dit jubileum, dat de ouders van beide
kerken, hervormd en gereformeerd, hier
samen zijn. Dat zij samen de christelijk
nationale school begeren. Het deed me
goed, dat het bestuur mij vroeg of ik
in deze herdenkingsbijeenkomst spreken
school geen getuigenis van Christus moet
worden gegeven, maar omdat voor onze
kinderen een school vereist blijft, die in
haar totale opzet en werkzaamheid door
trokken is van de geest van Christus.
Ongetwijfeld spreek ik daarmee een
groot woord en dat wordt ons ook ver
weten, maar met minder kunnen wij niet
toe. Ook in Holten niet. Als we Jezus
Christus erkennen als Heer van ons le
ven dan zal zijn geest het hele onder
wijs ieder uur moeten beheersen en door
dringen.
Laat ik het zo samen vatten, wat ik
bedoelde U te zeggen:
Moge het bestuur, het onderwijzend
personeel met U als ouders leven uit de
zelfde geest en dezelfde kracht, die ons
voorgeslacht in Holten 50 jaar geleden
bezield heeft.
Wij bidden, dat de vrijheid en de mo
gelijkheden, die wij nu bezitten in 1956,
ons geschonken blijven, zodat na dit he
den, ook in de toekomst Uw school zich
moge ontplooien en in Holten voor de
kinderen van iedere generatie naast het
gezin blijve de plaats, waar zij tot Je
zus geleid worden en God leren dienen,
niet alleen met hun verstand, maar met
hun hart, dat is immers het centrum van
ons leven.
Dan bent U, ouders, onderwijzers en
onderwijzeressen en bestuursleden mede
arbeiders van God en vormt U kinderen
tot mensen Gods. Kinderen, die door 't
geloof in het gebed ook voor hun lev
weer hun kracht zoeken en weten en
gedrongen door de liefde tot de Heilao
ook hun school, dat christelijk onden
lief zullen hebben", zo besloot Dr. Bi
zijn rede.
iebt ve
reueHj
loefte
■ertrou
rote I
iet jaa
eggen
iensioe
[uur e
erlies.
uiten
ïaakt.
ivvel i
en va:
h<
Dame
Na b
ian w
toer
A.
joon
Jlene
Moge
sch<
ienen
•elke
Dam1
Op
ieuwe
[raat
eerlin
at ns
mgez:
ieuwe
order
tuurse
an he
ien
ekort
Ik h
eschi'
el W'
Nadat mevr. Bolink-Landeweerd n Er
een 3-tal verzen had gezongen van G eschr
zang 282 (Blijf bij mij, Heer) en gee en. I
menlijk was gezongen Psalm 89 vers|
en 8 werd deze herdenking door Dr.
Bax met dank aan God gesloten.
Lange rij van sprekers bood ge
lukwensen, bloemen en cadeaux
aan.
Donderdagnamiddag recepieerde het
bestuur van de School met de Bijbel in
de hal van de nieuwe school op de
Boschkamp en zeer velen hebben van
de gelegenheid gebruik gemaakt om 't
schoolbestuur geluk te wensen met het
50-jarig bestaan van de school.
De voorzitter der vereniging, de heer
M. Teeselink, heette de aanwezigen
hartelijk welkom, in het bizonder het
college van Burgemeester en Wethou
ders, de gemeente-secretaris, de heer
G. J. Langenbarg, vertegenwoordigers
van de plaatselijke kerkeraden. Ds. J.
Steenbakker Morilyon Loysen, Mr. G.
Vixseboxse, de verschillende hoofden
van scholen uit de gemeente en de om
liggende plaatsen.
Nadat de heer Teëselink een kort
woord van welkom had gesproken, hield
hij de volgende toespraak:
Dames en heren,
Degenen, die vrijdag 28 december '56
in de buurt van de School met de Bij
bel zijn geweest, hebben op het daar
bij behorende terrein ongetwijfeld onze
nationale driekleur zien wapperen. Het
bestuur wilde daarmede tot uitdruk
king brengen, dat de School met de
Bijbel vijftig jaar geleden haar poor
ten mocht openen.
In het jaar 1878 is, zoals U bekend
zal zijn, het z.g. volkspetitionnement
aangeboden aan Zijne Majesteit Ko
ning Willem de Derde. Dit verzoek
schrift bevatte ruim 300.000 handteke
ningen van personen, die vanuit hun
geloof streden voor een vrije Chris
telijke school. Ook van onze voorvade
ren hier ter plaatse hebben er adhae-
sie betuigd aan het volkspetitionne
ment. Ruim 200 handtekeningen wer
den geplaatst door personen uit de
gemeente Holten. Fotocopieën van de
lijsten met handtekeningen van inwo
ners uit Holten en naaste omgeving
werden dezer dagen door een lid van
de schoolvereniging aan het bestuur
ten geschenke gegeven. Het bestuur
heeft dit zeer op prijs gesteld en wij
zeggen de gever hartelijk dank.
Wij zijn Gode dankbaar, dat er ook
toendertijd vele Holtenaren zijn ge
weest, die hebben gestreden voor een
vrije Christelijke school. De opvoeding
pnzer kinderen behoort aan de ouders.
Onze voorouders, waarover ik zojuist
sprak, verlangden een school, welke zij
zelf mochten beheren, waarvoor zij zelf
het onderwijzend personeel mochten
benoemen. Daarom ging het en daar
om gaat het ook thans nog.
Op 23 januari 1879 werd de Unie „Een
School met de Bijbel" opgericht. Deze
Unie bedoelde aan de locale comité's,
waarvan het volkspetitionnement was
uitgegaan, een blijvend karakter te ge
ven.
Het locale comité in Holten bestond
uit de heren:
Ds. A. Voogel, voorzitter.
J. C. Crollius, secretaris.
J. Jeurlink DJzn., penningmeester.
G. W. Breukink, A. Huzen en H.
Zwiers, leden.
Deze voortrekkers zijn reeds allenBijbel
^U,c
str:
iet s
etgec
heus
nech
naar
waai
au 1
ader
ifhu
re toi
Wij
oor
ieeei
iand'
eden
an s
eeuwige rust ingegaan. Wij willen hu
nagedachtenis eren door enkele oge
blikken stilte in acht te nemen.
Dit ijverige comité heeft destijds
Uniecollecte verzorgd, een inzamelinj is de
welke nog steeds wordt gehouden, m
de uit dankbaarheid voor datgene
er mee werd bereikt.
In 1897 werd een bouwterrein ge
kocht aan de Stationsstraat met de bi
doeling daarop eerlang een school
stichten.
Nadat zoveel mogelijk de nodige voor
bereidingen waren getroffen, trok hi
locale comité zich terug om plaats
maken voor de vereniging tot stichtte
en instandhouding ener School met
Bijbel. Het bestuur dezer 'verenigt
bestond uit de volgende personen:
Ds. G. Bax, le voorzitter.
Ds. P. A. Steenbakker Morilyon
Loysen, 2e voorzitter.
J. Meijer, secretaris.
Hs. Schuppert, penningmeester.
A. Veneklaas, J. Aanstoot, J. Jeui
link DJzn. en D. B. Nijland, le hebt
den. net
Ook van deze personen is niemanl
meer in leven. Wij willen ook ter her
denking van hen enige ogenblikke
stilte betrachten.
Laatstgenoemd bestuur besloot op 1(
augustus 1906 de bouw van een 2-kla^
sige school op te dragen aan de plaat
selijke aannemer Marinus Jansen vod
de som van f 6785,—. Op 28 december
1906 werd de school officieel geopeit
en op 3 januari 1907, dus juist vijftij
jaar geleden, begon men met 80 kinde
ren de dagelijkse lessen.
Inmiddels was tot hoofd der school
benoemd de heer D. W. J. Rutgers, die
een salaris genoot van f 750,— per jaar
Er was in die dagen veel moed en
loof nodig om leerkracht te worden
een Christelijke school. De salarissa
waren zeer laag, omdat ze uit de lca
der school moesten worden betaalè
De eerste onderwijzeres, mej. W. Ii
Nederbragt, genoot een jaarlijkse be
zoldiging van f 550,-.
Hoe moeilijk de voldoening van d<
schulden soms geweest is, blijkt wel
uit het kasboek van wijlen penning
meester Schuppert. Bovendien komt'
openbaar in het kasboek van de te
genwoordige penningmeester. Daarin
staat telkens vermeld, dat er bedragen,
soms van f 500,—, zijn voorgeschoten
door één der bestuursleden.
Wij moeten dan ook hulde brengen
aan al die mannen en vrouwen, die om
der wille van het geloof zich verbon
den aan een School met de Bijbel
Drie jaar na zijn benoeming in Hol
ten nam de heer Rutgers ah weer
scheid wegens zijn benoeming in Ave-
reest. In de vacature werd voorzien door
benoeming van de heer P. Kenemans.
Wij prijzen ons gelukkig, dat de heel
Kenemans thans in ons midden is om
ons jubileum mee te maken.
Meneer Kenemans,
Door Uw bezielende en toegewijde
leiding kwam de school tot grote bloei
Wij brengen U vandaag gaarne hulde
en dank voor het vele en moeizame
werk, dat U gedurende een dertigtal
voort
kinde
zc
Ik
van
,W
vei
Alt
slu
De
open
Enkl
slum
wem
Uv
te