Bergpapoea's bij de Wisselmeren DE ONLUSTEN IN JORDANIË mm® LEESTAFEL Van winterse sportkleding en wintersportkleding. Ook Spiefpijn De primitieve maatschappij van het stenen tijdperk. Geen „fossie len", maar springlevende mensen. De Hollandse schipper Jan Cars- tensz verloor in 1623 tien van zijn matrozen, die zich op de zuidkust van „Nueva Guinea" aan land had den begeven. Ze werden overvallen door de agressieve kustpapoea's, die bekend stonden als koppensnellers en menseneters. De Portugezen en Spanjaarden, die voor hem deze kusten hadden bevaren, deden ook geen gunstige ervaring op. „Het zijn alle cwaedaerdige naturellen", zo schreef de Hollandse zeevaarder in zijn journaal. In tegenstelling met deze ruwe ken nismaking aan de kusten, zijn de ont moetingen met de papoea's in de ber gen, die de eeuwen door, geheel geïso leerd, door onbewoond heuvelland en uitgestrekte moerassen van de kust ge scheiden, diep in het binnenland leef den in „het stenen tijdperk" op een enkele uitzondering na, vreedzaam ver lopen.; Van deze bergpapoea's vertelt dokter K. W. J. Boelen, die als gouver nementsarts werkte aan de Wissel meren in zijn bij Bosch Keuning N.V. te Baarn verschenen boek „Dokter aan de Wisselmeren". Eerst in 1936 zijn de Wisselmeren in het westelijk deel van het centrale berg land ontdekt en sinds 1938 bevindt zich hier de enige Nederlandse bestuurspost tot dusver in het bergland. De neder zetting heet Enarotali en ligt aan de oostoever van het grootste van de drie Wisselmeren: „een verzameling huisjes op een groene alpenweide, omgeven door bergketens, waarvan de toppen overal boven de 2000 meter reiken." Drie jaar lang heeft de arts hier on der de bergpapoea's gewerkt en hen op zijn tochten in de wijde omtrek goed leren kennen in hun nog zeer primitieve levensgewoonten. Naar schatting leven in dit centrale bergland een half millioen papoea's. Het klimaat is er koel en regenrijk. Nadat de morgennevel is opgetrokken, is het voormiddags meestal warm en zonnig, maar dan komt een koude wind opzet ten en begint het te regenen. De gemid delde regenval is er vijfmaal zo groot als in ons land. Men kent er ook wel warme regenloze dagen, waarin de zon onbarm hartig brandt, maar van een moesson, een regelmatig terugkeren van droge en natte tijd, is geen sprake. De nachten zijn koud, vooral wanneer de wind van het hoge bergplateau komt. In dit kli maat lopen papoea's praktisch naakt: de mannen lopen in schaamkokers van kalebassen, de vrouwen in touwschort- jes. Daar gevoelen zij zich volkomen ge kleed mee. Het schaamtegevoel is bij hen volledig aanwezig. Hun dorpsleven. De dokter heeft hen goed kunnen ob serveren in hun primitieve dorpjes en iets willen we uit het boek overnemen. De hutten van deze bergpapoea's, die vandaag nog net zo leven als zij hei al eeuwen door hebben gedaan, zijn klein en eenvoudig, maar bieden volledig be scherming tegen de regen en de nachte lijke kou. Ze zijn gemaakt van lange houtspanen, die een dubbele muur vor men, waartussen gras of boomschors is aangebracht. Het dak is gemaakt van platen boomschors of van een dikke laag pandabladeren. Alles is keurig vastge bonden met rotan. Een deur ontbreekt, er is slechts een kleine opening. Midden in de hut brandt het vuur op een stook plaats, van leem gemaakt en met ste nen afgezet. Hier poft zij de zoete aard appelen in de hete as. In de nacht vlamt het vuur hoog op om de bewoners warm te houden. Mannen en vrouwen wonen geschei den. De grotere zoons wonen bij de va der in en de kleine kinderen en doch ters blijven in de hut van de moeder. Wel zijn er ook huizen, waar de gehele familie, onder één dak slaapt, maar ook dan gescheiden. De inrichting der hut ten, die zo dicht bij elkaar liggen, dat een vrouw haar man vanuit de deur opening wel kan bekijven of knolvruch ten toereiken, is zeer eenvoudig. Elke bewoner heeft zijn eigen bezittingen bij zich in een draagnet. Het deurgat wordt 's avonds afgesloten met planken of pla ten boomschors. De varkens, die als huis dieren worden gehouden, wonen onder het mannenhuis of bij de vrouwen in. De woningen, die uitsluitend dienen ter bescherming tegen de natuurelementen en de vele „geesten", staan dicht bij de tuinen. Want het volk der bergpapoea's is een landbouwend volk. Kampong vorming is er niet. Dat is uit strategi sche overwegingen ook onnodig. De hui zen staan meer in groepjes bijeen, zoals bij ons de boerderijen op het platteland. Met roet en as bedekt kruipt de berg- papoea 's morgens uit zijn warme hut. Hij veegt hoogstens het ergste vuil wat met de handen weg, maar denkt er niet over zich te wassen. Alleen op warme dagen gaat hij baden. Door het strenge isolement zijn de klein van stuk zijnde bergpapoea's voor vele kwaadaardige ziekten als pokken, tuberculose, melaats heid en andere behoed en het bestuur doet alles om te voorkomen, dat zij daar aan ten prooi zouden vallen. Geen blanke mag zo maar dit gebied be treden. De tuinbouw. De bergpapoea heeft de handen col om in zijn kleine maatschappij, die nog geborduurd is op het stramien van net stenen tijdperk, voor zijn dagelijks voed sel te zorgen. Zijn tuinbouw is zeer primitief. Op de bei'ghellingen verwijderen de mannen voor hen is 't zware werk om tuingrond te krijgen, 't oerwoud met behulp van hun stenen bijlen. De kleinere bomen worden daarmee om gehakt een zwaar karwei en van het hout worden schuttingen om de tuin gemaakt. De grote woudreuzen krijgen zij klein door aan de voet telkens een vuur aan te leggen. Het onderhout wordt verbrand en de as dient als mest. Zij verbouwen meest knolvruchten. Waar de grond moerassig is, graven zij met de handen diepe sloten van twee meter breed en honderden meters lang. Daarop komen dan weer kleinere sloten uit en zo brengen zij de plantbedden boven water. Deze zijn klein en regel matig van vorm. De schuttingen om de tuinen dienen vooral om de varkens er buiten te houden. Veel batatten of zoete aardappelen werden verbouwd, maar ook groenten, die in grote hoeveelheden worden genuttigd. Bij de hutten plant men ook suikerriet. Het suikerriet geldt voor een grote traktatie. Het vervult de plaats van ons bonbonschaaltje. Als de vrouwen 's middags van de tuinen ko men, waar zij gewerkt hebben, hebben zij nettassen vol batatten, die in de hete as worden geroosterd en waarvan ieder zijn deel krijgt. De groenten worden in stevige bladeren gerold tot bundeltjes en komen in een kuil tussen hete stenen om zo in eigen sap gaar te sudderen, waarbij alle vitaminen bewaard blijven. Met het vlees doen zij net zo. Verder levert het oerwoud nog lek kere toespijs, zoals eetbare rupsen, vo gels, eieren, torren, kikkers, ratten en muizen. Zout en vuur. Zout geldt voor hen als een bijzon dere lekkernij. Het wordt apart gelikt, want alles wordt zoutloos bereid. Er gens in het bergland zijn zoutbronnen. Daar is een pekelpoel gevormd en zij komen van heinde en ver om daar hun eigen zout te winnen. In de poel wor den stengels gelegd, die met pekel wor den doortrokken. Deze worden gedroogd en verbrand. Uit de as worden de zout kristallen gezocht, die dan in een kuiltje met wat water worden aangestampt tot een zwart zoutblok. Het zout is een der belangrijkste handelsprodukten in het bergland. Een ander zeer belangrijk ding is het vuur. Dat brandt dag en nacht in de hutten. Waar twee bergpapoea's bij el kaar zijn in de rimboe, brandt spoedig een vuurtje. Ze ontsteken dat door wrij ven. Binnen een minuut slagen ze er in een plukje brandbare vezels tot smeulen te brengen, zelfs in de regen. Roken doet de bergpapoea ook graag. Hij rookt zowel de pijp als de sigaret en' ver bouwt zijn éigen tabak bij de hut. De Hollandse schaatsenrijders in trai ning te Hamar voor de Olympische Winterspelen in Cortina. Maarse (Ned. kampioen) en De Graaf tijdens de training te Hamar. Op de achtergrond geeft trainer Holleboom aanwijzingen. Denken in varkens. Behalve landbouwer is de bergpapoea varkensfokker. Hij is trotser op zijn varken dan een Europeaan op zijn ren paard. De varkens krijgen lieve naam pjes en worden vertroeteld, tot hij hen met vertoon van droefheid de hersens inslaat. De varkens slapen bij de mensen in de hutten. Jonge biggetjes krijgen dikwijls gelijk met de eigen baby's de borst. „Ze denken gewoon in varkens", zo zei eens een Amerikaans zendeling. „Wanneer je mensen verzamelen wilt, doe je het best een varken te slachten. Ieder komt daar op af." Bezit van varkens geeft de papoea aanzien. Aan de onderkaken van de ge slachte dieren, die hij voor zijn hut op hangt, valt zijn welstand af te lezen. Ook de draagnetten worden opgesierd met varkenstanden en staarten. Bij alle belangrijke gebeurtenissen in het leven dezer bergpapoea's worden varkens ge slacht. Nooit worden ze alleen maar ge dood om als voeding te dienen. Het slachten van varkens dient namelijk vooral om boze geesten van zich af te houden. In het nog weinig bekende religieuze leven der papoea's vervullen de „varkensfeesten" een grote rol. Met varkens kan men zich een vrouw kopen en kan oorlogsschatting worden betaald. Zij vormen in deze primitieve samenle ving het groot-kapitaal. De pasmunt zijn schelpen van een bepaald soort, waar mee alles te verkrijgen is. De schelpen, door het gouvernement als betaalmiddel ingevoerd, beschouwen zij eigenlijk als vals geld. De „Soerabajaschelpen" van de „Soerabajamensen" hebben niet zulk een hoge waarde als de echte, oude in heemse schelpen. Toch willen de berg papoea's, die aartsbedelaars zijn, ze wel graag hebben, in de hoop er hun buur man mee te pakken te kunnen nemen. Want een typische trek van dit volk is zijn handelsgeest. Handige kooplui. Zij zijn kooplui bij uitnemendheid Hun handelsgeest is zeer sterk ontwik keld. Zodra de bergpapoea's met de stalen bijlen kennis maakten en begre pen, dat die meer waard waren in het gebruik dan hun stenen, verhandelden ze hun eigen stenen bijlen naar stam men in het binnenland. Zelfs „verhuur den" ze hun stalen bijlen en werden er rijk door. De bergpapoea's zijn erg be gerig naar aardse goederen. Zij hebben een overwegend materiële instelling. Zij zijn verder nogal zelfbewust en heel goed van de tongriem gesneden. Ook zijn ze leergierig. Volwassenen kan men leren timmeren, zagen en schaven om iets te noemen, maar na een korte in structie zeggen ze: „Hou nu verder je mond maar, ik weet nu best hoe het moet. Ik ben geen kind." Het onderwijs werpt zich dan ook vooral op de kinde ren. Dokter Boelens geeft in-zijn boek een zeer boeiende beschrijving van het leven in het bestuurscentrum bij de Wisselmeren, van de tochten, die hij door het bergland en het oerwoud ondernam naar de nederzettingen der verschillen de bergstammen, van hun opvattingen over ziekte en dood, die nauw samen hangen met hun angst voor geesten, van 't huwelijks- en maatschappelijk leven, van hun wijze van oorlogvoeren, die berust op een „gelijk spel" aan doden, van hun grote „varkensfeesten" en de moeizame arbeid onder hen van eenzame zendelingen op stille bergposten, waar zij zelden of nooit een blanke zien. Heel het bonte leven van dit bergvolk ont rolt zich voor ons oog. Wie het wil leren kennen moet zich dit boek aanschaffen. Dan zal men al meer beseffen, dat deze bergpapoea's maar „geen fossielen zijn uit de ijstijd", maar springlevende men sen met alle schakeringen van goed tot kwaad, van intelligent tot dom, van gul tot gierig, van vooruitstrevend tot con servatief. De pogingen om door een defensief verbond de veiligheid van het midden oosten te verzekeren, worden ernstig belemmerd door de ongeregeldheden in Jordanië. De landen, die zich bij het verbond van Bagdad aangesloten hebben, richt ten enige tijd geleden tot Jordanië het verzoek om tot dit verbond toe te tre den. Jordanië scheen met het oog op zijn nationale belangen, strategische positie en betrekkingen met Irak, zeer veel te voelen voor de principes, die tot de op richting van dit verbond leidden. Vandaar dat de Britse gen. Templer zich in opdracht yan de landen van het verdrag van Bagdad naar Jordanië be gaf om een uiteenzetting te geven over de details van de gemeenschappelijke defensieve politiek. Helaas was dit be zoek het sein voor een nieuwe poging van die landen, die belang hebben bij een handhaving van de huidige ver deeldheid in dit gebied, om het Bagdad- pact te doen mislukken. Voordelen? Generaal Templer bracht tevens aan Jordanië het antwoord op de vraag van dit land wat voor voordelen het zou kunnen verwachten, wanneer het zich bij het verbond aansloot. Deze kwamen hier op neer, dat Engeland bereid was om 't Brits-Jordaanse verdrag te her zien volgens de door Jordanië gestelde richtlijnen en belangrijke militaire steun zou verlenen. Voorts wees Engeland op de economische voordelen, die de geza menlijke economische en technische krachtsinspanning van al de ledenstaten met zich zou meebrengen. Gedurende de besprekingen braken er relletjes uit in Amman. Het volk had waarschijnlijk niet het minste idee waar over door de staatslieden geconfereerd werd, doch Israël was het toverwoord, waarvan de vijanden van het Bagdad- pact de communisten, Saoedie Arabië en Egypte zich bedienden om het volk op te ruien. Zij verspreidden 't gerucht, dat Jordanië gevraagd zou worden om zijn eisen tegenover Israël te matigen. Daar een groot gedeelte van de Jor daanse bevolking uit vluchtelingen uit Palestina bestaat, was dit genoeg om ernstige onlusten te veroorzaken. Israël is de doodsvijand van de Jor- daniër en alles wat maar te maken heeft met het opgeven van hun eisen op Is raël werkt als een rode lap op 'n stier. Het was heel listig bedacht en hoewel het gerucht van elke grond ontbloot is, daar tijdens de oprichting van het Bag- dad-pact de toegetreden Arabische lan den het duidelijk gemaakt hadden, dat zij al hun rechten betreffende de kwestie Israël voorbehielden, heeft het zijn uit werking niet gemist. Wel of niet? Het was nu de vraag of Jordanië zich na deze gebeurtenissen bij het verbond zou aansluiten. De regering van 't land weet, dat de positie van Jordanië hier door juist militair sterker zou worden en het zou machtige en betrouwbare bondgenoten krijgen. Irak, dat door Israël als één van zijn grootste vijanden beschouwd wordt, was één van de oprichters van het verbond. Dit land zou zeer zeker niet toestaan, dat het verbond gebruikt werd voor doeleinden waar Jordanië het niet mee eens kon zijn. De regering zal echter weinig kunnen uitrichten, zolang de be volking door valse voorlichting zo tegen het verdrag gekant is. Het zou ook erg jammer zijn voor die landen, die in het bizonder geïnteres seerd zijn bij de economische voordelen, die het pact biedt. Het pact is n.l. even zeer een economisch als een politiek en militair verbond. Het doel is om in het midden-oosten een economische krachts inspanning te ondernemen, die te ver gelijken valt met die van het Colombo- plan in zuid-Azië, met dit verschil ech ter, dat het midden-oosten niet zoals zuid-Azië met gebrek aan kapitaal heeft te kampen. Fen gouden toekomst? Voor het midden-oosten zou ér een prachtige toekomst openstaan, wanneer het mocht gelukken zijn reusachtige na tuurlijke hulpbronnen te koppelen aan de meest moderne techniek. Jordanië zou zelfs meer dan de andere landen van het gebied van deze econo mische actie kunnen profiteren. Het heeft een reusachtige oppervlakte en 'n vrij geringe bevolking. Economisch is 't nog weinig ontwikkeld. Het heeft experts nodig en geschoolde arbeidskrachten. Het verbond van Bagdad zou deze kun nen leveren onder een systeem, waar door tegelijkertijd zijn nationale belan gen en onafhankelijkheid volledig be schermd worden. Het is te hopen, dat de gebeurtenissen in Jordanië slechts een voorbijgaande fase zijn en dat het land na verloop van tijd toch tot het verbond zal toetreden. In het belang van Jordanië zelf, het ge hele midden-oosten en de wereldvrede. Van: Van Holkema en Warendorf N.V. te Amsterdam ontvingen wij het eerste nurnmer van de vijftigste jaar gang van „De Vrouw en haar huis" ('n beetje onvrouwelijk valt de echte vijf tigste verjaardag al op 1 mei a.s.) Toen Elis M. Rogge in 1906 dit blad oprichtte, schiep zij het eerste alge mene vrouwenblad in Nederland. Er waren wel enkele bladen, die streden voor de emancipatie van de vrouw (alle lang geleden verdwenen) en er was een „vakblad" (het tijdschrift voor zieken verpleging, dat nog bestaat), maar wat wij verstaan onder 'n vrouwenblad, was er niet. De Vrouw en haar Huis heeft de weg gebaand voor andere, maar daarbij heeft zij steeds haar eerstge boorterecht en haar standing gehand haafd. Natuurlijk zien de eerste nummers er geheel anders uit dan nu, maar ook in die dagen was het: een verzorgd blad, dat de zaken besprak, die de vrouw in teresseerde, maar dat zeer beslist wei gerde die zaken te bezien uit „The wo men's angle", dat mystieke begrip, dat in de krantenwereld nog altijd bestaat. Vanaf het eerste nummer heeft Mej. Rogge vrouwen als volwaardige we zens beschouwd en haar op die wijze behandeld. Dit principe is vijftig jaar lang gehandhaafd, waarbij het accent, zoals het bij alles wat leeft, gebeurt, nu eens sterker hier, dan weer wat zwaarder daar viel. Daardoor was het mogelijk, dat De Vrouw en haar Huis nooit een typisch „damesblad" werd (de uiterst beschaaf de Mej. Rogge had misschien nog lie ver een krachtterm in haar blad dan het woord „dame") en dat in de vijf tig jaargangen een stuk cultuurgeschie denis werd vastgelegd. Vergeleken bij het begin van deze eeuw, toen sportkleding en wat voor sportkleding alleen werd gedragen wanneer sport metterdaad werd bedre ven, zijn wij wel erg gelukkig. Frank en vrij lopen of rijden wij rond in gemak kelijk zittende, sportieve kleding en wij beseffen niet dat deze haar oorsprong vond in die sportkleding van weleer. Zo is uit de echte wintersportkleding onze winterse sportkleding in de vorm van lange broek en jacket ontstaan. De moderne lange pantalon met de smal toe lopende pijpen, die op de fiets geen ge vaar opleveren, beschut goed, geeft be wegingsvrijheid, is sterk, staat vlot en is in alle prijsklassen te koop, vanaf de goedkopere meltonpantalon in effen donkerblauw of bruin tot aan de ge streepte of geruite wollen- en de kam- garen pantalon. Maar laten we het dra gen van deze winterse beschutting voor al overlaten aan de figuren, die daar voor geschikt zijn. En welke scholier zal nog met een win terjas de tocht naar school ondernemen? Daarvoor kiezen de jongeren de jacks of jackets van enkel of dubbel poplin met of zonder teddyvoering en capu chon, veelal aan twee kanten draagbaar, waterafstotend en winddicht en in alle kleuren en dessins verkrijgbaar. Aldus toegerust is de vaak lange tocht per fiets naar school of werk voor scholieren en volwassenen een genoegen en niet scha delijk voor de gezondheid. Een bekende Nederlandse fabriek uit Zutphen maakt behalve deze winterse sportkleding ook de tegenwoordig zo ge liefde duffels of auto jassen of hoe U ze maar wilt noemen met een wollen ruit- of een teddyvoering voor iedereen van 2 tot 80 jaar. De „houtjes-touwtjes" mo dellen zijn door te grote populariteit van de markt verdwenen; thans wordt volstaan met een eenvoudige knoopslui- ting. De heren kunnen daaronder een sportpantalon en een sportcolbert dra gen. Iets anders dus dan de stijve' pand jesjas van onze voorvaderen. De duffel voor van 2 tot 80 (Sturka). Behalve dit alles wordt daar ook de echte wintersportkleding gemaakt. Bent U zo gelukkig naar de winter sport te gaan, dan zult U een ruime keuze hebben in goede Nederlandse materialen. Let U bij het kopen van de ski-panta lon vooral op de juiste maat, op de juiste verhoudingen. U moet U goed kunnen bewegen en de pijpen mogen niet te lang zijn. en rheumatische ptjnen wrtjft U weg met Teddy met poplin, poplin met teddy, tweezijdig draagbaar, op wollen streepjes-pantalon (modellen Sturka). Met uw anorak met voering van be drukte poplin en vaste capuchon zult U op de Zwitserse sneeuwvelden beslist 'n goed figuur slaan. En uw streepjes- of ruitjes-pantalon neemt U met een ge zellige slip-over mee voor na 't skiën. Wist U dat deze Nederlandse ski-kle- ding zelfs wordt geëxporteerd naar win- tersportlanden als Zwitserland, Oosten rijk en de Scandinavische landen? De zomersportkleding van deze fa briek, waaronder shorts, gaat zelfs naar meer dan 15 landen. Nederlandse short jes kunt U tegenkomen in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika, in Aden en in Koe weit, in West-Indië en op Malta en op Cyprus. Nederland kleedt U en kleedt U goed in alle jaargetijden. VEILIG VERKEER. Het verzuim om bij verandering van richting tijdig en duidelijk een teken te geven kan tot ernstige ongelukken aan leiding geven. De cijfers van de onge vallenstatistiek zijn voor het rijvërkeer dan ook een teken aan de wandl

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1956 | | pagina 2