Maak ook een
ander gelukkig
VAN HET BINNENHOF
BOEI
BUITENLANDS
WEEKOVERZICHT
Met Kerstmis denken "we aan licht
jes, hulst en sparregroen. De winkel
straten zijn dan' zo gezellig door de
etalages. Er is zoiets feestelijks - ook
bij ons van binnen. Want niettegen
staande alle narigheid om en wellicht
ook in ons, lijkt het alsof er met Kerst
mis iets van al dat licht buiten in ons
teruggekaatst wordt.
Vrede op aarde - in de mensen een
welbehagen - Helaas is dit voor ve
len nog steeds een wens, inplaats van
een waarheid.
Maar als we dit jaar nu eens pro
beerden iets van deze wens te ver
vullen - heel gewoontjes op onze ma
nier? - Een lichtje aansteken in het
hart van een ander, die we niet of
nauwelijks kennen - Ik denk hierbij
aan kinderen in weeshuizen en opvoe
dingsgestichten. Ze hebben geen ou
ders meer of ouders, die zelf geeste
lijk of materieel geholpen moeten
worden. Wat missen die kinderen veel
vergeleken bij onze eigen kinderen!
De normale ouderliefde en ouderzorg,
De huiselijke sfeer.
Vorig jaar met Kerstmis ben ik dat
eigenlijk pas goed te weten gekomen
door een vriendin. Ze vroeg mij of
ik ook niet eens een kind, dat ik niet
kende, blij wilde maken. Ik geloof,
dat ik nogal verbaasd keek. Thuis ge
komen schreef ik echter een briefje
naar de stichting, die ze mij had opge
geven. Ui kreeg prompt antwoord met
de naam en enkele bijzonderheden van
een jongen van twaalf jaar. Zijn moe
der had hij al vroeg verloren. Zijn.
vader was zeeman. Die trok zich bar
weinig van zijn zoon aan. Maar Kees,
zoals deze halfwees heette, pastegoed
op en deed zijn best. Waar ik hem een
genoegen mee kon doen? Al met heel
weinig. Een eigen stuk toiletzeep of
een tube tandpasta. Deze elementaire
dingen, dacht ik - kan het bestaan
dat je die niet hebt! En dan wat
snoep of iets voor zijn liefhebberij:
tekenen of kleuren. Toen ik het pakje
naar het postkantoor bracht, zag ik m
gedachten zijn (mij onbekend) gezicht.
De verrassing, de blijde verwonde
ring: er heeft iemand aan mij gedacht,
ik krijg zo maar iets. Later kwam zijn
bedankbrief in enorme hanepoten, die
mij dit alles bevestigde.
Maar er zijn ook oudere mensen,
die blij te maken zijn. - Ja, hoeve-
len zijn er niet, die bbjgemaakt moe
ten worden? Daar is bijvoorbeeld die
oude juffrouw aan de overkant. Vroe
ger gaf ze pianolessen, maar ze is
doof geworden.- Nu leeft ze stillekens
met een poes op een zolderkamer.
Door haar familie wordt ze niet hele
maal voor vol aangezien. Zij hebben
het goed en gaan regelmatig bij el
kaar op bezoek. Een enkele keer mag
„tante Wijntje" ook eens op bezoek
komen. Ik heb gedacht, dat ik een
zakdoekje voor haar ga kopen met
een kantje of fleurig borduurseltjie.
Misschien ook wel een staafje banket
daar doe ik dan een takje dennegroen
by.
Dan is er nog die man in het rust
huis. Hij kent mij niet eens, maar van
het hoofd weet ik, dat hij erg een
zaam is. Zijn zoon woont in Canada
en zijn dochter komt haast niet meer
- ze heeft het zo druk met haar ge
zin. Zo zijn er zo velen, vlak naast
ons, tegenover ons, waar we iedere dag
aan voorbij gaan, of die we misschien
nooit tegenkwamen. Met een kleinig
heid, het gebaar alleen al, dat we er
mee maken, kunnen deze eenzamen
en wij zelf iets deelachtig worden van
dat mooie uit het Kerstlied: „Vrede
op aarde - in mensen een welbeha
gen".
J. H.
„IN DIENST DER KERK"
In 1956 landelijke algemene ver
gadering van de Hervormde Man-
nenorganisatie „In Dienst der
Kerk" in Kampen. Kerkelijke
problemen uit de na-oorlogse ja
ren tot onderwerp.
De Hervormde Mannenorganisatie „In
Dienst der Kerk" heeft voor 1956 Kam
pen uitgekozen voor het houden van de
jaarlijkse algemene vergadering.
Voorbereidende besprekingen hebben
reeds plaats gehad met de gedelegeer
de van de Synode der Hervormde Kerk
voor 't Mannenwerk, Ds. M. M. de Jong
uit Hengelo en de 2e voorzitter der or
ganisatie, de heer Lebbink uit Amster
dam. Laatstgenoemde heeft in een ver
gadering van de Centrale kerkeraad
van Kampen de plannen van het Mo-
deramen der organisatie uiteengezet.
De vergadering zal worden gehou
den op 20 en 21 Maart. Een uitgebreid
programma van diverse bijeenkomsten
zal worden afgewerkt, waarbij de toe
spraken en discussies zich zullen be
wegen rondom het leven der Hervorm
de kerk in de tegenwoordige tijd, zoals
dat zich na de laatste wereldoorlog ont
wikkeld heeft.
Op de middag van de 20e Maart is
de huishoudelijke vergadering vastge
steld. In deze vergadering, die onder
leiding zal staan van Ds. M. A. Krop
uit Groningen, voorzitter der organi
satie, zal de aandacht gevraagd wor
den voor de interne aangelegenheden
van de organisatie, 's Avonds zal in 'n
begroetingssamenkomst het woord wor
den gevoerd door Ds. Ewoldt uit Kam
pen en de heer Lebbink. Medewerking
wordt verleend door het Hervormd
Jeugdkoor uit Kampen en de bekende
declamator Jan Oosterwelder uit Am
sterdam.
De volgende dag, 21 Maart, de eigen
lijke toogdag, zal waarschijnlijk door de
praeses van de Synode der Ned. Herv.
Kerk een inleiding worden gehouden
over de vraag: „Gaat het met de Her
vormde Kerk de goede kant uit?"
Het is de bedoeling, dat in dit refe
raat een samenvattende en toelichtende
beschouwing zal worden gegeven over
het leven en werken der Hervormde
Kerk in haar vooral sinds 1945 zo in
grijpend veranderde gestalte.
Óver dit onderwerp en alles wat er
mee samenhangt zal in verschillende
secties, waarin de vergadering wordt
verdeeld, worden nagedacht en gespro
ken, teneinde conklusies te kunnen trek
ken.
's Middags zal de officiële ontvangst
door het college van Burgemeester en
Wethouders plaats hebben, waarna de
nog resterende vragen en problemen in
behandeling worden genomen, samen
gesteld uit vooraanstaande personen der
kerk.
In de Broederkerk zal de dag beslo
ten worden met een woord voor hoofd
en hart.
De plannen verkeren op dit moment
nog in een stadium van voorbereiding.
Met name de afdeling Kampen en het
moderamen van de organisatie zullen
nog heel wat werk moeten verzetten
om in samenwerking met de Centrale
Kerkeraad van Kampen deze vergade
ring tot in de finesses voor te bereiden.
Deze toogdag zal ongetwijfeld niet
alleen bij de leden van de organisatie,
maar ook bij de leden der kerk de volle
belangstelling hebben, zodat verwacht
mag worden, dat Kampen vele gasten
zal moeten herbergen.
Deze ontmoeting op grote schaal kan
met name door de nawerking ervan en
de reacties erop van het hoogste be
lang worden, niet alleen voor de or
ganisatie, maar ook voor de kerk in
haar geheeL
DE NIEUWE LOONVORMING (I).
Meer vrijheid voor het bedrijfsle
ven.
De regering is in principe bereid de
bedrijfstakgewijze
loonvorming in te voeren, zo heeft mi
nister Suurhoff onlangs in zijn Memo
rie van Antwoord op de begroting van
Sociale Zaken medegedeeld.
Dit betekent, dat de lonen m de toe
komst niet meer in elke bedrijfstak ge
lijk zullen zijn. Het bedrijfsleven krijgt
zijn vrijheid terug. En daarvoor valt in
deze tijd van hoogconjunctuur iets te
zeggen, al is oppassen geboden. Nu is
het duidelijk, dat we niet meer terug
mogen keren naar 't vooroorlogse sys
teem, waarin de lonen geheel vrij wa
ren. "Dit had tot gevolg, dat de land-,
arbeiders ten opzichte van de arbeiders
in de industriële bedrijfstakken veel te
weinig verdienden. De lonen in de ver
schillende bedrijfstakken zullen geco
ördineerd moeten worden, zó, dat de
verschillen tussen de verschillende be
drijfstakken niet al te groot worden.
Hoewel de overheid het laatste woord
in de loonpolitiek blijft spreken (zij
draagt de verantwoordelijkheid tegen
over het Parlement) krijgt het bedrijfs
leven in deze differentiatie en coördi
natie een belangrijke taak. Er zal n.l.
een Loonraad
worden ingesteld, die zich hiermee gaat
bezig houden. Deze loonraad zal waar
schijnlijk wel een commissie uit de So
ciaal Economische Raad zijn. De in
stelling van deze raad zullen we deze
parlementaire periode niet meer bele
ven. Want in dezelfde Memorie v. Ant
woord heeft de bewindsman van So
ciale Zaken gezegd, dat dit geen een
voudige zaak is. Daarvoor is een wet
telijke regeling nodig, die veel tijd in
beslag zal nemen. De moeilijkheid is,
dat een aantal spelregels voor de co
ördinatie en de differentiatie moet wor
den opgesteld. Er moeten concrete richt
lijnen komen, waartussen de partyen
zich kunnen bewegen. Voor het opstel
len van de spelregels is waarschijnlijk
een advies van de Stichting van de Ar
beid noodzakelijk.
Maar voordat die Loonraad er is, zal
de regering aan het College van Rijks-
bemiddelaars (dat dus op 't punt staat
te verdwijnen) aan wijzigingen geven,
waardoor de bedrijfstaksgewijze loon
vorming toch kan worden ingevoerd.
De volledige verantwoordelijkheid voor
de loonpolitiek
zal dus de eerste tyd niet uitsluitend
bij het bedrijfsleven liggen, want het
College van Rijksbemiddelaars speelt
nog een grote rol. Het belangrijkste
is echter, dat de tijd van de geleide
loonpolitiek voorby is.
De geleide loonpolitiek is ongetwij-
feld een goed ding geweest. Zy was 'n
kind van de nood, dus geen socialisti
sche politiek. Want toen het er om ging
de armoede te verdelen, was het nood
zakelijk dit zo eerlijk mogelijk te doen.
De geleide loonpolitiek had dit grote
voordeel, dat het totale loonniveau in
ons land in de hand werd gehouden.
De lonen konden niet omhoog schieten.
Dit betekende, dat de prijzen laag ge
houden konden worden, hetgeen voor
een exporterend land als het onze een
eerste vereiste was om er weer boven
op te komen. De oude loonpolitiek heeft
zichzelf langzamerhand overwonnen. In
steeds meer bedrijfstakken werden er
zwarte lonen gegeven, waardoor de
loonbeheersing eigenhjk alleen nog maar
op papier bestond. Nu er 'n tekort aan
arbeiders is, is zo'n ontwikkeling ook
niet te voorkomen. Dan bieden de on
dernemingen in verschillende bedrijfs
takken tegen elkaar op.
Moeten we daarom juichen over de
nieuwe loonpolitiek? Het teruggeven
van de vrijheid aan het bedrijfsleven is
een zeer belangrijke aangelegenheid.
Maar daarom is er nog geen reden om
aan te nemen, dat dit nieuwe systeem
geen enkele moeilijkheid te overwin
nen zal hebben. Het zal moeiiyk zijn
de sleutel
voor een goede differentiatie en co
ördinatie te vinden. Toch is het goed,
dat de stap is gewaagd. Een ding is
echter noodzakelijk: het georganiseerd
bedrijfsleven zal zichzelf een grote dis
cipline moeten opleggen. Veronderstel,
dat er in de metaalindustrie een loons
verhoging van 10 pet. kan worden ge
geven, terwyi er voor de landarbeiders
niets af kan. Dan ontstaat er niet al
leen maar ontevredenheid in de ach
tergebleven bedrijfstakken, maar ook
de toekomstige werkgelegenheid kan in
gevaar worden gebracht. Een te hoog
opschroeven van de lonen heeft n.l. ge
volgen voor een tijd van depressie. Dan
verdwynen geheel of gedeeltelijk de
winsten, maar loonsverlaging zal niet
eenvoudig zijn. zy is psychologisch al
tijd moeilijk uitvoerbaar. Dan zitten we
in de metaal met lage winsten en hoge
lonen. Werkloosheid kan daarvan slechts
het gevolg zijn. Daarom is het beter, dat
er wij noemen maar voorbeelden
in de metaal niet meer dan 7 petjoons-
verhoging wordt gegeven. De ruimte,
die er nog eventueel overblijft, kan be
ter worden besteed aan prijsverlaging.
Daar profiteert byna iedere burger van.
Wat gaat er gebeuren
in de landbouw
en in de andere bedrijfstakken, die mo
menteel wat achter blijven? Zonder
twyfel komen er ook daar loonsverho
gingen, al zullen zy geringer zijn dan
b.v. in de metaal. Die kleinere loons
verhogingen kunnen echter prijsstijging
ten gevolge hebben. Dat moeten we
maar op de koop toenemen. Want de
loonsverhogingen zullen ongetwijfeld
groter zijn dan de prysstijgingen. Wordt
de prijspolitiek van minister Zijlstra
dan niet in gevaar gebracht? Het valt
niet te ontkennen, dat er een soort al
gemene loonsverhoging in '56 op komst
is. Toch is er een verschil met de loons
verhogingen in de geleide loonpolitiek.
In de eerste plaats zijn we verlost van
de magische verhoging van 5 pet. De
metaalarbeider kan 7 pet. krijgen; de
landarbeider b.v. 3 pet. Maar die land
arbeider heeft aan deze drie procent
meer dan aan een algemene loonsver
hoging van 5 procent. Zulke algemene
loonsverhogingen hebben altijd tot
prijsstijging
geleid. Dat heeft de ervaring bewezen.
Op enkele achtergebleven bedrijstak-
ken na moeten de loonsverhogingen nu
uit de winst of uit een hogere produc
tiviteit komen. De lonen gaan dus in
het algemeen omhoog, zonder dat de
prijzen stygen. En als de landarbeider
nu 3 pet. krijgt, terwijl tevens enkele
landbouwproducten in prijs zullen moe
ten stijgen, dan is toch niet te verwach
ten, dat die prijsstijging even groot zal
zijn als de loonsverhoging, n.l. 3 pet.
Een ander voordeel is, dat de lonen in
de verschillende bedrijfstakken niet ge
lijktijdig omhoog zullen gaan. Minister
Zijlstra heeft dus de gelegenheid het
eventuele prijsverloop zorgvuldig te be
studeren.
Voor de
Melkgarantieprijs 1955-1956.
Het voorstel van het Landbouw
schap.
Het Landbouwschap heeft aan de
Minister van Landbouw de volgende
voorstellen gedaan met betrekking tot
de garantie voor de melkprijs voor de
periode November 1955—November '56:
a. een algemene garantieprijs van 22,7
cent per kg melk met een vetgehal
te van 3,7 pet;
b. voor de zandgebieden daarenboven
een toeslag tot de gemiddelde kost
prijs van deze gebieden, welke be
draagt 24,9 cent;
c. een zelfde toeslag voor die gebie
den, die in soortgelyke ongunstige
omstandigheden verkeren als de
zandgebieden en voorts een gedeel
telijke toeslag voor overgangsgebie
den.
HET SYSTEEM.
Het Landbouwschap huldigt nog steeds
het principe van een algemene garan
tieprijs voor alle melk, welke zou moe
ten worden vastgesteld op basis van de
landelijke gemiddelde kostprijs. In ver
band met de grote kostprijsverschillen
tussen de verschillende gebieden is het
echter ook dit jaar niet mogelijk zulk
een algemene garantieprijs voor te stel
len. Het vraagstuk van de kostprysver-
schillen en van de landbouwpolitiek is
nog in studie. De gemengde commissie
van het Ministerie van Landbouw' het
Landbouw-Economisch Instituut en het
Landbouwschap, welke de oorzaken der
kostprysverschillen nagaat, is nog niet
tot een definitieve conclusie gekomen.
De studiecommissie Landbouwpolitiek
van 't Landbouwschap is eveneens nog
niet met haar rapport gereed. Zolang
het werk van deze beide commissies
niet kan worden gebruikt als grondslag
voor een meer duurzaam beleid ten
aanzien van de melkprijs, meent het
Landbouwschap, dat voor de garantie
van de melkprijs als praktische moge
lijkheid slechts overblijft het thans be
staande systeem nog een jaar door te
laten gaan.
DE HOOGTE DER GARANTIE
By het vaststellen van de hoogte van
de garantieprys baseert het Landbouw
schap zich op de kostprijsberekeningen
van het L.E.I., welke uitvoerig gedocu
menteerde gegevens bevatten nopens
de kostprijs van de melk op de weide-
bedryven en op de gemengde bedry-
ven. Zoals bekend, gaat het L.E.I. daar
bij uit van gemiddelde productie-om
standigheden, van 'n normaal bedryfs-
plan en van vakbekwame bedryfsuit-
oefening. Door deze eisen liggen deze
bedrijven eerder boven dan beneden 't
gemiddelde.
Het Landbouwschap vraagt een al
gemene garantieprijs van 22,7 ct, welke
allereerst geldt voor het merendeel der
weidegebieden. Het vorig jaar was de
garantieprijs voor deze gebieden 22 ct.;
de gemiddelde kostprysstyging voor de
weidegebieden bedraagt 0,7 ct.; het is
dus billijk, dat de garantieprys met een
zelfde bedrag wordt verhoogd en wordt
vastgesteld op 22,7 cent.
DE ZANDGEBIEDEN.
Naast de algemene garantieprys vraagt
het Landbouwschap voor de gebieden
met een geringere bodemvruchtbaar
heid een toeslag, waardoor de garan
tie voor deze gebieden komt te liggen
op 24,9 cent, zijnde de gemiddelde kost
prijs voor de zandbedryven.
Het is immers billijk, dat ook de boer
op de minder vruchtbare gronden voor
zijn doelmatige arbeid minstens een ge
lijke beloning krijgt als de landarbei
der. Dit kan alleen worden bereikt door
middel van 'n toeslag, welke 't Land
bouwschap vraagt. De toeslag, die het
vorig jaar is vastgesteld, was te laag
om de boer een redelijke vergoeding
voor zijn doelmatige arbeid te verzeke
ren. Daarom bepleit het Landbouw
schap dan ook een verhoging op grond
van dezelfde motieven, welke ook reeds
in het begin van dit jaar naar aan
leiding van de regeringsbeslissing over
een toeslag van 1,7 cent naar voren zijn
gebracht.
VERREKENPRIJS
CONSUMPTIEMELK
Het Landbouwschap is van mening,
dat evenals vorige jaren ook nu weer
een vaste prijsbasis voor de consump-
tiemelk moet worden vastgesteld, de
z.g. verrekenprijs. Door dit systeem
wordt voorkomen, dat de consumenten
prijs de sterke schommelingen van de
zuivelmarkt "zou moeten volgen, welke
een gevolg zyn van seizoensinvloeden
bij de productie en van de afzetverhou-
dingen op de buitenlandse markten. Het
Landbouwschap is van oordeel, dat de
ze verrekenprys vastgesteld moet wor
den op 26 centper kg. melk van 3,7
pet. vet, waarbij boven de gemiddelde
prijsgarantie dezelfde marge in acht is
genomen, als door de regering reeds
gedurende drie jaren is aanvaard.
HERFSTKAL VEREN
Al worden de meeste kalveren in de
na winter geboren, toch is het aantal
herfstkalveren nog vrij groot. Vele boe
ren geven aan de herfstkalveren de
voorkeur, vooral voor later.
Een bekend feit is, dat de opfok van
herfstkalveren duurder is dan die van
de voorjaarskalveren. In de praktijk
menen wy echter vaak te kunnen waar
nemen dat men en dat geldt voor
alle kalveren nog wel eens wat te
royaal met volle melk is. Al willen wy
nu niet direct een zeer schrale opfok-
methode aanbevelen (daarbij hoort dan
in elk geval in de komende zomer, een
prima, prima kalverweide; en hoeveel
bedrijven beschikken daarover?) toch
kan hier nog wel wat worden be
spaard.
Dit betekent, dat wy 'n grotere plaats
ingeruimd zouden willen zien voor on-
dermelk, karnemelk of wei. Dit zyn
voortreffelijke voedermiddelen. Zij heb
ben één nadeel; ze zijn namelijk armer
aan vitamine A en D dan volle melk.
Bij de huidige industriële ontwikkeling
is dat echter geen bezwaar, want voor
een paar dubbeltjes kan men deze be
hoeften dekken. Speciaal willen wij
wijzen op de z.g. vitamine-stoot, waar
bij men na éénmalig toedienen voor 3
maanden van deze zorgen is bevrijd.
Het spreekt wel vanzelf, dat ook de la
tere kalveren deze vitamines moeten
ontvangen, want speciaal aan vitamine
D is de nawintermelk zeer arm en ook
met vitamine A is het dan niet altijd
rooskleurig gesteld. Hierop komen wij
nog wel eens terug. Voor de herfstkal
veren geldt in elk geval: verstrekt vi
tamines.
De Franse verkiezingscampagne is
begonnen entegen veler verwachting in
heeft er bij het publiek grote belang
stelling bestaan om zich op de kiezers
lijsten te laten opnemen. Het is te ho
pen, dat op de stemdag de belangstel
ling even groot zal zijn, hetgeen de de
mocratische partijen in 't bizonder ten
goede zal komen. Er is een overdaad
van candidaten en lijsten voor de
bijna 600 zetels,
die het moederland te bezetten krijgt.
Overzeese gebiedsdelen zenden n.l. ook
afgevaardigden naar het parlement in
Parijs. In een deel van Frankrijk, n.l.
Algerije, worden de verkiezingen uit
gesteld, omdat de situatie daar zoda
nig is, dat een raadpleging van de be
volking niet goed mogelijk is en de na
tionalisten Arabische candidaturen en
het uitbrengen van de stem door Ara
bieren ongetwijfeld zouden pogen te
verhinderen.
Deze overdaad van candidaten (5000
ongeveer) en lijsten is eerder een na
deel voor de rechterzijde dan voor de
linkerzijde. Poujade, de leider van de
bond van middenstanders en hand
werkslieden, die ontstaan is uit protest
tegen de hoge belastingen, maar in fei
te belastingontduikers wil beschermen,
heeft bijna overal lijsten ingediend. Men
verwacht, dat deze lijsten ongeveer 'n
millioen stemmen op zich zullen ver
enigen, hetgeen niet voldoende zal zijn
om een Poujadist ergens verkozen te
krijgen. Maar dit millioen stemmen
gaat af van de kiezersmassa van de
rechtse partijen, die op deze manier in
'n aantal districten allicht beroofd wor
den van de mogelijkheid gebruik te
maken van de voordelen, die het beha
len van de absolute meerderheid aan 'n
partij of groep verbonden partyen
brengt.
In een derde van de ongeveer 100
kiesdistricten zal een groep verbonden
partijen slechts de absolute meerder
heid behalen, wat beloond wordt met
alle zetels uit dat district. De commu
nisten, die vorige maal van deze bepa
ling te lijden hebben gehad, zullen dit
maal vermoedelijk meer zetels beha
len, omdat in meer districten het even
redige stelsel zal worden toegepast.
Uit de Verenigde Staten is het be
richt gekomen, dat
president Eisenhower,
die kortgeleden weer aan het werk was
gegaan, nadat hij in September door 'n
beroerte was getroffen, van de artsen
het advies heeft gekregen het toch weer
wat rustiger aan te doen. Zijn gezond
heid wordt goed genoemd, maar te gro
te lichamelijke en geestelijke inspan
ning moet hij toch vermijden. Dit lijkt
zonder meer een bevestiging van het
sterke vermoeden, dat President Eisen
hower zich volgend jaar niet wederom
candidaat zal stellen voor 't president
schap. Wel hebben vooral de gematig
den m de republikeinse partij, deEisen-
howenanen, hun uiterste best gedaan
het voor te stellen of de president vol
komen was opgewassen tegen zyn taak,
die zo gemakkelijk wat zou kunnen
worden verlicht, maar dat lijkt meer
ingegeven door de wens de rechter
vleugel van de partij in bedwang te
houden, die zich ongetwijfeld zou op
maken zich van de partij meester te
maken, wanneer bekend werd, dat pre
sident Eisenhower zich niet meer can
didaat zou stellen. Een zeker gevoel
van wat past en niet past weerhoudt
haar daarvan. De Eisenhowerianen ma
ken hiervan ten volle gebruik.
-O-
Boelganin,
de premier van de Sowjet Unie, en
Chroesjtsjow, de secretaris-generaal
van de Russische communistische par
tij, hebben zich de laatste dagen, dat zij
in Birma en India op bezoek waren,
niet kunnen weerhouden krachtige kri
tiek uit te oefenen op de Westelijke
mogendheden en vooral op Engeland.
Dat is begrijpelijk, omdat voor de In
diërs de Engelsen veel sterker het Wes
telijke kolonialisme en imperialisme
vertegenwoordigen dan de Amerikanen.
De Russen pogen met hun woorden de
indruk te wekken, dat er wel bizonder
veel gemeenschappelijks bestaat tussen
Rusland en India, dat beide landen
maar één vijand hebben, het Westen,
dat Rusland in alle disputen zonder
meer de zijde van India kiest, zoals bij
de kwestie Kasjmir, die het land tegen
over Pakistan stelt en bij Goa, dat Por
tugal niet wil loslaten. Het Westen, dat
de Pakistaanse en Portugese belangen
ook wel degelijk moet ontzien, kan zich
nu eenmaal minder sterk uitspreken
voor India, hoe graag men 't land ook
te vriend zou willen houden.
Het is een soort speling van het lot,
dat juist in de dagen, dat de Russen
zulke felle woorden wijden aan heil
Engelse imperialisme in Engeland
Clement Attlee,
de leider van de Labourpartjj, is afge
treden en geëerd met de graventitel.
Attlee heeft aan het bewind gestaan in
de periode, dat Engeland besloten heeft
de tekenen van de tijd volgend, aan
Brits-Indië de vrijheid te geven. Dat
het ter bescherming van de sterke Mo
hammedaanse minderheid aangedron
gen heeft op de vorming van twee sta
ten, India en Pakistan, in welke laat
ste de Mohammedanen een nationaal
tehuis vonden, is door een ieder als ge
tuigend van gezond verstand gevonden.
In enkele Indische kringen wil men lie
ver niet van de deling horen en op dit
nationalisme heeft Chroesjtsjow gespe
culeerd, toen hij de deling een uiting
van 't Britse „verdeel en heers" noem
de. Hij heeft met zyn reis wel succes
gehad.
Gaitskell opvolger van Attlee.
Aneurin Bevan tweede in stem
mingsuitslag.
De 49-jarige Hugh Gaitskell is geko
zen tot leider van de Engelse Labour-
party. Zijn twee mede-candidaten wa
ren Herbert Morrison en Aeurin Bevan.
Gaitskell behaalde reeds in de eerste
ronde de beslissende meerderheid van I
137 stemmen. Tegen alle verwachting
m bleek de rebel Bevan aantrekkelijker
te zijn voor de socialistische Lager-
huisleden dan Morrison, die Attlee ja
ren lang als tweede man heeft gediend.
Bevan kreeg 70 stemmen en Morrison
slechts 40.
De uitslag van de stemming, waaraan
slechts 8 van de 257 fractieleden niet
deelnamen, werd bekend gemaakt m
de grote commissiekamer van het Brit
se Lagerhuis, waar 350 socialistische
parlementariërs en partijfunctionaris
sen bijeen waren. Gaitskell kreeg een
minutenlang durend applaus.