Het
sprookje
van de
gouden
koets
De heffing van
„patentregten"
te Holten
omstreeks 1810
Prinsjesdag
valt niet altijd
in September
„Uw huis
GEVONDEN EN VERLOREN
VOORWERPEN.
Gevonden: Oostindische duif; wit ge
vlekte foxhond; schaar; fantasieschortje;
kinderschepje; dameshoed; dubb. fiets
tas; paar motorhandschoenen.
Verloren: lederen rode portemonna-
ie met inhoud; balpuntpen; pluimvee-
kist; parkiet; herenpolshorloge; school-
etui met inhoud.
Op de tweede van Wintermaand 1805,
dus toen hier de Bataafse republiek ge
vestigd was, werd uitgegeven de „Or
donnantie op het regt van patent".
Krachtens de bepalingen van deze ver
ordening waren de beoefenaren van met
name genoemde beroepen verplicht aan
de schout patent te vragen, voordat zij
met him werkzaamheden mochten be
ginnen. Dit in een speciale acte om
schreven patent werd verleend tegen be
taling van een belasting, het „regt van
patent" genoemd. Na het herstel van
onze onafhankelijkheid in 1813 hand
haafde koning Willem I de genoemde
verordening, zij het dan enigszins ge
wijzigd. Voor sommige ambachtslieden
was het afleggen van een eed voorge
schreven. Van het verlenen van een pa
tent, de betaling van het „patentregt" en
de eedsaflegging werd aantekening ge
houden in het register der patenten.
Aan deze registers ontleen ik een ander
over de verschillende beroepen, welke
omstreeks 1810 in Holten werden uitge
oefend.
Bij de raadpleging van de patentre
gisters valt al dadelijk op, dat de inge
zetenen van Holten niet behoefden te
klagen over de voorziening van sterke
drank. Op elke 100 inwoners Holten
telde in het begin der negentiende eeuw
ongeveer 1800 zielen was één tapper
werkzaam. Onder tappen werd blijkbaar
slijten verstaan, want in enkele gevallen
wordt vermeld, dat de „gepatenteerde"
als herbergier bekend stond. Bekende
tappersnamen zijn: Aaftink, Biester,
Dikkers Antonijzoon, Dikkers Denne-
boom, Dikkers Lokin, Kolkman, Schup-
pert en Pasop. Enkelen van hen waren
tevens winkelier in „coffy, thee en ta
bak, geen f 1000 debiterende".
Ook de veehandel genoot een behoor
lijke belangstelling. Als eerste koopman
in „levendige have" wordt genoemd Jan
Kevelam. Hendrikus Dikkers Bolink,
wonende op „De Rinkelaar" in Dijker-
hoek, was eveneens koopman in leven
de have, met een omzet van ongeveer
f 10.000.per jaar. Latere veekooplie
den waren o.m. J. Klein Teeselink, Jan
Kuiper, H. Oldbekkink (Oolbekkink),
Jan Vincent en A. J. Wygmannink. Eg-
bert Kappert was de enige koopman in
„hoenders, eijers en ganzen".
Een bepaald „regt van patent" was het
„regt op het gemaal", dat betaald werd
door de molenaars en bakkers. In het
begin van het jaar 1806 kwam bij Mr.
Joan Jacobson, schout van Holten en
Bathmen, een verzoek in om patent van
de in die gemeenten gevestigde mole
naars en bakkers. De „mulders" ver
klaarden op hun graan- en meelzakken
de beginletters van hun namen te zullen
aanbrengen. De bakkers zouden op de-
zefde wijze hun broden merken. Als mo
lenaars waren geregistreerd Hendrikus
Meijers van de oude molen, Jan Albert
Wansink van de nieuwe molen en Hen
drik Jan Landuwer of Landeweer.
Meijers en Wansink, „voor geen 1200
zielen malende", waren tevens bakker
van beroep. Het „regt op het gemaal"
schijnt te zijn bepaald aan de hand van
de huurwaarde. Deze bedroeg voor de
woning en de molen van beiden resp.
f 20.en f 90.Van Landuwer is ge
noteerd, dat hij een „loonslaande oli-
slager met paarden" was. De huurwaar
de van zijn huis en molen was vastge
steld op onderscheidenlijk f 10.en
f30.Meijers had Willem Soer als
knecht, terwijl Teunis Nijendijk bij
Wansink was tewerkgesteld. Voorts
oefenden G. Aaftink en H. Hammers nog
het. beroep van bakker uit.
In de patentregisters ontbreekt zelfs
de naam van Holtens predikant niet. Ds.
Gerlach van Gendt, die de gemeente van
Holten heeft gediend van 1798—1830,
werd hierin vermeld, niet omdat hij een
patentplichtig ambt bekleedde, doch in
verband met zijn nevenberoep als ver
koper van haarpoeder. Hij bevond zich
daarbij in gezelschap van de heren Mrs.
Jacobson', advocaten en procureurs te
Bathmen, tevens schouten van Bathmen
en Holten. Voor de uitoefening van het
beroep custos (koster) en schoolmeester
moest ook „patentregt" worden betaald.
Jan Willem Helderman, wonende in het
Neerdorp, was custos en schoolmeester;
B. W. Hakkert te Dijkerhoek staat al
leen geregistreerd als schoolmeester en
Jan Muetgeert was schoolhouder.
In 1806 was er slechts één wever in
Holten werkzaam, n.l. Berend Wuest-
man. Ook in 1812 had hij nog geen con
currenten gekregen. Wel waren er ver
schillende kleermakersbazen en ,,-kneg-
ten". Als zodanig waren werkzaam o.a.
Jan Berkenbos, Jan Bomers, de in Am
sterdam geboren Derk Ebrecht, Jan
Schuppert, Willem Sluizeman, Gerritjan
en Derk Struik. Tussen al deze mannen
staat als eenling in zijn beroep de wiel
draaier Teunis Stokkers.
Tal van landbouwers worden in de
verschillende registers aangeduid als
„slagters zonder winkel". Zulke huis
slachters waren o.a. J. Aanstoot, J. Bos,
H. Fransen, Derk Helderman, H. Snij
ders en D. Stegeman. Salomon Levie
wordt vermeld als viller en als slijter in
loterijbriefjes. Slechts enkele malen is
er sprake van een „vleeschhouwer" of
een „spekslager".
Omtrent Jan Struik of Jan Stroek
wordt meegedeeld, dat hij een „steen-
oavend" bezat. Hij was dan ook werk
zaam als pannebakker. Bovendien stond
hij als voerman bekend. Op 21 Juni 1812
overleed hij in de woning Borkeld 314.
J. A. Wansink exploiteerde eveneens
een steenoven.
Metselaars worden in de patentregis-
DE MODERNE INMAAK.
Dinsdagavond werd in Amicitia van
wege de N.V. Verenigde Glasfabrieken
te Schiedam een filmavond gegeven met
als onderwerp: „De moderne inmaak'
Alvorens deze film werd vertoond is
door Mevr. A. den Duik een praatje ge
houden over de inmaak, waai'bij zij ver
schillende wenken gaf hoe men de weck
wel en niet moet behandelen en waarbij
gelegenheid werd gegeven tot t stel
len van vragen.
Nadat door de vertegenwoordiger van
de N.V. een uiteenzetting was gegeven
over het ontstaan van glas, werd een
natuurfilm over de Hoge Veluwe ver
toond en volgde de film over de inmaak
met als titel „Een goed begin is het
halve werk". Aan deze film was een
wedstrijd verbonden, doordat de aan
wezige dames foutjes konden opsporen.
Hiervoor waren enkele prijsjes beschik
baar gesteld.
De avond -werd gegeven voor de leden
van de plaatselijke vrouwenvereniging
gen, die goed waren opgekomen.
STANDWERKERSCONCOURS EN
MARKT VERLOTING TIJDENS DE
GROTE NAJAAR SMARKT OP
10 OCTOBER.
De Grote Najaarsmarkt te Rijssen
is reeds sinds een lange reeks van ja
ren voor de inwoners van Rijssen en
ook voor velen uit naburige plaatsen
een gebeurtenis, die men graag wil
meemaken.
Er is altijd een grote aanvoer op de
markt en deze markt kenmerkt zich
door een grote belangstelling, zowel
van de zijde van de handelaren alsook
van belangstellenden.
De vereniging tot bevordering van 't
marktwezen en plaatselijke belangen
is zich van de waarde van de traditio
nele aantrekkelijkheid van deze grote
markt bewust en ziet er een belang
rijke reclamefactor in voor de stimu
lering van het bezoek naar de gewone
markten.
Hoewel de belangstelling, zoals ge
zegd, voor de grote naja«arsmarkt in
genen dele is verflauwd, heeft het ka
rakter van de markt in de loop der ja
ren wel een ingrijpende verandering
ondergaan, die misschien, omdat de
tijden nu eenmaal zijn veranderd, niet
weer geheel is te herstellen.
Toch wil men pogen de gemoedelijke
ontspannende sfeer, die de Grote Markt
vroeger zo aantrekkelijk maakte, weer
enigszins op te roepen.
De Grote Markt was voor velen een
ware uitgaansdag en voor velen, tot in
wijde omtrek, was deze dag als uit
gaansdag één van de mooiste dagen van
het jaar. Nog kan men de ouderen met
enthousiasme, met weemoed ook, horen
praten en vertellen over de „Groote
Moark in Riessen" en met spijt beluis
tert men dan, dat de gemoedelijke en
vreugdevolle stemming de laatste jaren
dan toch wel volledig zoek is. Nu is 't
natuurlijk zo, dat een van de belang
rijkste reden hiervan is, dat de moge
lijkheden tot ontspanning voor de jeugd
de laatste decennia ontzettend veel
groter zijn geworden; nochtans is het
goed, dat de vereniging marktwezen
enz. de poging wil ondernemen Rijssen
weer op traditionele wijze in het mid
delpunt van de belangstelling te plaat-
ten.
Marktwezen wil enige attracties aan
de markt verbinden, die 't bezoek aan
merkelijk zullen stimuleren. De nauw
keurige plannen hieromtrent wilde men
nog niet ontvouwen, daar zich alles nog
in een voorbereidend stadium bevindt.
Wel staat het vast, dat men een con
cours van standwerkers zal organise
ren. om het kampioenschap van het
Oosten. Op de JUMA-markt, enige ja
ren geleden, had ook een dergelijk con
cours in Rijssen plaats en het is bi
zonder in de smaak gevallen van het
publiek. Thans wordt de aantrekkelijk
heid, de belangrijkheid van het con
cours verhoogd door het feit, dat de
15 deelnemers allen reeds geselecteerd
zijn, dat alle deelnemers reeds prijzen
hebben behaald; de winnaar van dit
concours zal mogen deelnemen aan het
kampioenschap van Nederland, dat ge
houden wordt op het bekende Amstel-
veld in Amsterdam. Een aantrekkelijk
gebeuren dus, waarvoor zonder enige
twijfel grote belangstelling zal bestaan.
De Bond van Standwerkers is nu reeds
geïnteresseerd en men heeft alle mo
gelijke medewerking verleend.
De Grote Markt 1955 beloofd dus een
interessante gebeurtenis te worden.
VERKIEZING AMBTSDRAGERS
Bij de Zondag na de middagdienst ge
houden stemming werden tot ouderling
gekozen de heren G. J. Stam en H.
Schuppert Joh.zn. en tot diaken de
heren H. H. Hulsman en M. Stam.
Als ouderling treedt af de heer J ,h.
Aanstoot, terwijl aan ouderling R. Rei-
nink ontheffing werd verleend om ge
zondheidsredenen Als diakenen treden
af de heren G. J. Stam en J. W. Jan
sen. De bevestiging van de nieuw ge
kozen ambtsdragers zal D.V. plaats heb
ben op Zondag 2 Oct. a.s.
WEEKEND PROV. COMMISSIE CJMV
Een groot aantal leden van de prov.
commissie der CJMV in Overijssel hield
17 en 18 September onder leiding van
de voorzitter van de commissie, onze
plaatsgenoot, de heer A. Westerik, in
het gebouw Irene een weekend, waar
in men zich verdiept heeft in het pro
gramma-baken, dat de CJMV uitgeeft.
Dit handelt onder meer over spel,
geestelijke beïnvloeding, het lied, ver-
gadertechniek en tal van belangrijke
onderwerpen inzake het interne ver
enigingsleven. Over tal van onderwer
pen werd door de aanwezigen druk ge
discussieerd.
De districts-secretaris, de heer A. Rol-
loos uit Hengelo, hield een bespreking
over de verhoudingen in de CJMVhaar
groei en afval. Aan de hand van ver
schillende statistieken gaf hij een dui
delijk beeld, waar zich bij het leden
verloop en -aanwas de schoen wringt.
Gezegd kan worden, dat het werk in
Overijssel het meest stabiel bleek te
zijn.
Zondagmorgen gingen de leden geza
menlijk ter kerke en werd na afloop 'n
wandeling gemaakt door de Zuurberg.
's Middags hield de heer Rolloos een
inleiding over „Jeugd en Evangelie",
waaruit zich een diepgaande gedaeh-
tenwisseling ontspon.
De bijeenkomst, die een buitenge
woon prettig en leerzaam karakter
droeg, werd door de heer A. Doctor
van Nijverdal met gebed en met sa
menzang van een geestelijk lied geslo
ten, waarbij hij in zijn sluitingswoord
nog eens de nadruk er op legde wat de
CJMV voor de jeugd betekent.
De 21 commissieleden waren bij par
ticulieren ondergebracht en gebruikten
hun maaltijden in „Irene".
i l Ml
OLE
ech
Ruim een halve eeuw geleden:
zonder gouden koets en niet in
de Ridderzaal.
Officiële Publicatie
UITSTEL
INENTING TEGEN POKKEN.
Burgemeester en wethouders van de ge
meente Holten brengen ter openbare
kennis, dat de in Holtens Nieuwsblad
van 17 September 1955 aangekondigde
inenting tegen pokken, welke zou plaats
vinden op 24 September 1955, voorlopig
is uitgesteld.
Holten, 22 September 1955.
Burgemeester en wethouders
van Holten,
W. H. ENKLAAR, burgemeester.
G. J. LANGENBARG, secretaris.
zoals het worden kan".
Onder dit motto organiseren de ge
zamenlijke plattelandsvrouwen- en boe-
rinnenorganisaties een aantal tentoon
stellingen, met als doel de plattelands
bevolking voor te lichten op het ter
rein van de huisraad en de woningin
richting.
Een aantal keukens, kamers, slaapka
mers, badgelegenheden en een afdeling
huishoudelijke toestellen wordt inge
richt, waarbij tot op zekere hoogte re
kening is gehouden met de woning
bouw en de omstandigheden ten platte-
lande.
Dit voorlichtingswerk is begonnen in
het rampgebied, waar aan de gezinnen
op deze wijze hulp verschaft is bij
de besteding van hun schade-uitkering.
Het feit, dat niet al deze artikelen
in normale tijden het platteland berei
ken en dat uit ervaring is gebleken, dat
de belangstelling voor deze vorm van
voorlichting sterk groeit, is aanleiding-
geweest om de bevolking van het plat
teland hiermede in aanraking te bren
gen. Ook al zal niet iedereen het eens
zijn met de getoonde meubelen, dan is
cr voor een ieder veel wetenswaardigs
omtrent kwaliteit en andere eigenschap
pen te horen en te zien.
Tegelijk wordt de plaatselijke mid
denstand de mogelijkheid geboden hun
zaken hierbij aan te passen, door op de
tentoonstelling waar te nemen waar
naar de wensen van de huisvrouw uit
gaan.
Met deze serie tentoonstellingen
wordt het gehele plattéland bezocht.
De volgende zal in
APELDOORN, in de Koninklijke
Stallen - Het Loo
ters niet met name genoemd. Dit beroep
werd vermoedelijk uitgeoefend door de
timmerlieden, waarvan ik een drietal
niet onvermeld wil laten, n.l. Egbert
Dikkers, Harm Pot en Derk Schuppert.
In het smidsvak waren werkzaam
Gerrit, Jan en Jannes Aaftink en Jannes
Dikkers.
Jannes en Gerrit Jan Steunenberg wa
ren respectievelijk schoenmakersbaas en
schoenmakersgezel. Hendrik Meijers, ge
boren in 1739, verrichtte rietdekkers-
werk. Hij was wellicht een „noaber" van
Jan Struik; zijn huisnummer was al
thans Borkeld 316.
Tenslotte wordt Salemon Müller nog
genoemd als handelaar in „olt eijzer,
lompen en diergelijke kleinigheden
meer".
W. O.
gehouden worden van 1—11 October.
v De tentoongestelde artikelen zijn door
deskundigen uit bovengenoemde vrou
wenorganisaties uitgezocht met mede
werking van een binnenhuis-architecte.
Bij de keuze is men uitgegaan van goe
de kwaliteit, praktische bruikbaarheid
en goede vorm en kleur.
De voorlichting en rondleiding ge
schiedt door plattelandsvrouwen en
-meisjes, die hiervoor een speciale op
leiding hebben ontvangen.
Teneinde verzekerd te zijn van een
goede rondleiding, deze duurt pl.m. 2
uur, is het aan te bevelen, zoveel mo
gelijk in groepsverband te komen en
hiervan van te voren kennis te geven
aan: Mevr. G. J. Koier-Wisperink, De-
venterstr. 72, Apeldoorn, tel. K 6760-
6246.
Vrouwen-, mannen- en vooral ook de
jeugdorganisaties kunnen dit alvast in
eigen vereniging bespreken.
De tentoonstelling is voor iedereen
toegankelijk en zal alle werkdagen van
10—6 uur geopend zijn.
De toegang is geheel gratis.
Er is een tijd geweest, dat „Prinsjes
dag" niet viel op de derde Dinsdag
in September, dat géén gouden koets
het middelpunt vormde van de ko
ninklijke stoet en dat de plechtigheid,
waaraan deze dag zijn betekenis ont
leent de opening van de Staten-Ge-
neraal niet plaats had in de histo
rische Ridderzaal. Er is dus in de loop
der jaren wel eens iets veranderd aan
dit jaarlijks terugkerend hoogtepunt in
ons nationale bestaan, dat dezer dagen
weer aller aandacht vroeg. Maar alle
veranderingen hadden slechts betrek
king op het „uiterlijk" van deze dag;
de betekenis van de Prinsjesdag is
dezelfde gebleven.
November, October, September.
Prinsjesdag viel vroeger niet op de
derde Dinsdag in September. In 1814,
toen in ons land de constitutionele
verhoudingen hersteld werden, werd
bepaald, dat de zitting der Staten-Ge-
neraal geopend zou worden op de eer
ste Maandag in November. Een jaar la
ter werd het de derde Woensdag in
October. De opening geschiedde tot 1829.
het jaar van de afscheiding van Bel
gië, beurtelings in Brussel en in Den
Haag.
In 1848 werd bij de grondwetswijzi
ging de datum vervroegd tot de derde
Maandag in September. Dit gebeurde
omdat anders de tijd te kort zou zijn
om voor 't einde van het jaar de rijks
begroting afgehandeld te krijgen. In
1887 tenslotte werd de derde Maandag
in September veranderd in de derde
Dinsdag. Ook deze wijziging was er
een van praktische aard: Verafwonen-
de kamerleden moesten, wilden zij op
Maandag bijtijds in Den Haag zijn, op
Zondag reizen en daartegen bestonden
ernstige bezwaren.
Ridderzaal was verwaarloosd.
Niet altijd is de 7 eeuwen oude, op
last van Floris V gebouwde, Ridder
zaal de plaats van samenkomst ge
weest voor de plechtige openingszit
ting van de Staten-Generaal. Dat zou,
driekwart eeuw geleden, onmogelijk
zijn geweest, want de prachtige Rid
derzaal was toen zo ernstig verwaar
loosd, dat de houten kap volkomen
weggerot was en men in de stenen
vloer een geul had moeten hakken om
het regenwater af te voerenPas
aan het einde van de 19e eeuw ging de
Overheid wat meer aandacht besteden
aan de historische gebouwen. De Rid
derzaal werd in oude luister hersteld
en in 1904 sprak Koningin Wilhelmina
de troonrede voor het eerst uit in de
oude grafelijke zaal.
Gouden koets: Amsterdams ge
schenk.
Ruim een halve eeuw vervult dus
de Ridderzaal een belangrijke rol in
het plechtige gebeuren op de derde
Dinsdag in September en hetzelfde kan
gezegd worden van de befaamde gou
den koets, die nog niet zo oud is als
menigeen wel denkt: in September 1903
werd dit koninklijk rijtuig voor het
eerst gebruikt.
Het was een geschenk van de Am
sterdamse burgerij aan de jonge Ko
ningin Wilhelmina ter gelegenheid van
haar troonsbestijging. Het idee om de
Vorstin een statiekoets aan te bieden
als huldeblijk, ontstond in een buurt
vereniging in de Jordaan en vond gro
te bijval bij de gehele bevolking van
de hoofdstad
Gebroeders Spijker de latere fa
brikanten van de eerste Nederlandse
automobiel en zij slaagden erin, niet
alleen een rank en sierlijk uiterlijk
aan de koets te geven, maar tegelijker
tijd rekening te houden met allerlei
practische eisen. De Koningin had bijv.
de wens te kennen gegeven, dat de
koets hoog genoeg zou zijn om de
mensen langs de weg goed te kunnen
zien, terwijl omgekeerd de toeschou
wers ook gemakkelijk naar binnen zou
den kunnen kijken.
Versierd met symbolische voor
stellingen.
De gouden koets die in Rotter
dam op de E 55 door honderdduizenden
is bewonderd is versierd met
tal van symbolische voorstellingen. Op
de kap van de koets wordt de kroon
van Oranje, rustend op een kussen met
de koninklijke scepter en het rijks
zwaard, hooggehouden door vier fi
guren, die respectievelijk de handel, ar
beid, scheepvaart en landbouw, vier
belangrijke elementen van onze wel
vaart voorstellen.
Op de zijvlakken van de koets treft
men schilderingen aan, die de hulde
van Nederland en de hulde van de ko
loniën voorstellen. Aan de achterzijde
is de historie in beeld gebracht, aan
de voorzijde eter toekomst.
De wielen van de koets, in fraai
smeedwerk uitgevoerd, zijn als zonnen,
waarvan de stralen de glans voorstel
len, die van het Koninklijk Huis uit
gaat. De scharnieren van de deuren
dragen de beeltenissen van de leeuw
symbool der kracht en van de uil,
de symbolische voorstelling der wijp"
heid. En zo is de gehele koets verfraaid
met zinvolle versieringen.
Sprookje van derde Dinsdag.
De gouden koets en de bijzon
dere sfeer in de historische Ridder
zaal, het geschitter van gala-uniformen,
het militair eerbetoon en de muziek
van militaire korpsen, die tezamen de
plechtige opening van de zitting der
Staten-Generaal tot 't „sprookje van de
derde Dinsdag" maken, hebben ook deze
week weer zeer velen naar Den Haag
doen trekken. En zo was ook deze
„Prinsjesdag" weer een grootse mani
festatie van trouw aan het Koninklijk
Huis, 'n plechtige ontmoeting van vor
stin en volk aan het begin van een
nieuw jaar van parlementaire werk
zaamheid.
Pronkstuk van Nederlandse kunst
nijverheid.
Een bizonderheid van de gouden koets
is, dat het een door en door Nederlands
werkstuk is geworden; op het verguld
sel na was vrijwel al het nodige mate
riaal uit eigen land afkomstig. Het
beeldhouwwerk, 't kunstsmeedwerk en
de beschilderingen werden aangebracht
door Nederlandse kunstenaars, terwijl
Amsterdamse meisjes en vrouwen on
der bekwame leiding het kunstnaald
werk voor hun rekening namen.
De koets zelf werd gebouwd door de
RUSSEN
WINDHONDENBACE'S.
Aan de nationale kampioenschappen
voor windhonden op de lange baan {475
m.) werd j.l. Zondag o.a. ook deelgeno-
men door Tobiac van Joh. Wesselink, die
een opmerkelijk resultaat boekte, niet
alleen doordat Tobiac tot de finale wist
door te dringen, maar de tweede plaats
wist te veroveren, hetgeen in het sterk
bezette veld een fantastische prestatie
mag worden genoemd. Tobiac, die maar
heel weinig onderdeed voor de winnaar,
werd gehandicapt door het feit, dat de
nog tamelijk jonge hond relatief minder
geroutineerd was. Na een spannende
course wist de snelle hond zich in de fi
nale te plaatsen met andere bekende
honden, zoals Mighti chancer van de
heer Schouten uit Oostzaan, Soko van
de heer van Eijsden üit Amsterdam en
Lacctow van de heer Pleizier uit Vlaar-
dingen. Na een enerverende race plaat
ste Mighti Chancer zich als eerste en 2e
werd Tobiac; 3e werd Soko en 4e Lacc
tow. Het resultaat van Tobiac springt
nog sterker in het oog als rekening ge
houden wordt met het feit, dat de win
naar een onlangs geimporteerde hond uit
Ierland is.
Wellicht krijgt de heer Wesselmk nog
dit jaar een kans om te bewijzen, dat
Tobiac ook in staat is deze sterke hond
te verslaan, hetgeen dan voor de heer
Wesselink en voor de Rijssense wind
hondenvereniging, een van de pioniers
van de windhondenrensport, een hele
eer zou zijn,
MOOIE OPBRENGST COLLECTE.
De collecte voor het t.b.c.-fonds van
„Draagt Elkanders Lasten" heeft de zeer
mooie som opgebracht van f 1080.04. Dit
is ruim f 103.— meer dan het vorig jaar.
Dit verheugende resultaat werd naast de
milde gevers bereikt door het werk van
de ruim 50 collectanten, die allen bij
zonder enthousiast zijn geweest.
De commissie dankt allen zeer harte
lijk voor de ondervonden medewerking.