Stockholm
Eikaars »taal" verstaan van
grote betekenis
luitsniands Overzicht
1930
1955
Usclub «De Noordpool»
PARKGEBOUW RUSSEN
OVERIJSSELS
PHILHARM. ORKEST
Men hoeft soms nog niet eens zo erg diep te graven om op
problemen te stuiten, die een wat vlottere gang van zaken bij de
internationale samenwerking zo niet totaal onmogelijk maken, dan
toch zeker wel heel sterk belemmeren.
Eén van die moeilijkheden, die voor de hand liggen en welke
vooral in Nederland toch vaak over het hoofd worden gezien, heet:
taai-onderscheid. Een der naaste Amerikaanse medewerkers van
generaal Gruenther, die zich zelf overigens even vlot en goed in het
Frans, Duits als in het Engels bleek te kunnen uitdrukken, heeft
onlangs nog verzekerd, dat de grondoorzaak van het feit, waarom
het Europese leger niet zo geïntegreerd" kon worden als oorspron
kelijk was voorzien, gezocht moest worden in de omstandigheid, dat
de zes volkeren van de defensie-gemeenschap vier verschillende
talen Frans, Nederlands, Italiaans en Duits spreken.
En men behoeft maar eens een internationale conferentie te
hebben bijgewoond, vooral» van een kleiner gezelschap, dat niet over
een moderne vertaalapparatuur beschikt, om te weten hoeveel tijd
en moeite het de deelnemers kost elkaar alleen nog maar „woorde
lijk" te verstaan. Om van het goede begrip dan nog maar niet eens
te spreken. En het zou evenmin heel moeilijk zijn verscheidene voor
beelden te noemen van diplomatieke incidenten en erger die
enkel tot een verkeerde uitleg van een bepaald woord waren te
herleiden
klei-
1 is,
ooi
Actie om Frans en Engels tot
officiële Westerse talen te
maken. Zelfs de Angel-
Saksische landen voelen er
wat voor.
Wij Nederlanders zijn gewoon aan dit
ioort problemen weinig aandacht te be
lleden, omdat bij ons iedereen wel een
mondje buitenlands" spreekt, en in zijn
bescheidenheid geneigd is te menen, dat
„hoge heren" op dat punt dus wel
helemaal geen moeilijkheden zullen ken
nen.
Onze eigen nationale hoge heren ken
nen meestal wel geen taalmoeilijkheden,
al kennen we dan ook enkele Neder-
miriisters we zullen geen na
men noemen die we wel eens hakke
lend hebben horen stumperen, toen ze
zich plotseling even in het Frans of zelfs
in het Engels moesten uitdrukken. Maar
in de grote landen, Amerika, Engeland
en Frankrijk, is het bijna een uitzonde
ring, wanneer een minister buiten zijn
moedertaal ook nog iets van een andere
taal af weet. We herinneren ons heel
goed, dat bij een Franse crisis, nog niet
zo lang geleden, minister Pleven een
ruime kans werd toegekend als forma
teur te worden aangewezen, omdat hij
de enige man was, die nog al goed met
het Engels uit de voeten kwam en er
juist een paar conferenties met Amerika
op de agende stonden.
Bidauït spreekt niet één woord bui
ten het Frans en met Laniel is het al
niets beter gesteld. Churchil moet erg
trots zijn op de paar woorden Frans, die
hij eens geleerd heeft maar die, in
zijn mond, geen Fransman volgen kan!
En Eisenhower heeft op dit punt hem
beslist niets te verwijten. Het geeft
eigenlijk een niet zo prettig gevoel wan
neer men even bedenkt, dat deze heren
soms een paar dagen praten om het over
het lot van de Westelijke wereld eens te
worden.terwijl ze elkaar wederzijds,
dus nauwelijks rechtstreeks, begrijpen
kunnen.
Stimuleer talenonderwijs.
Van dit soort ervaringen uitgaande,
is er in Frankrijk en Engeland sedert
een paar jaar nu een actie op touw ge
zet, welke tot doel heeft die taalver
schillen zoveel mogelijk te overbruggen.
Dat is natuurlijk al lang de eerste poging
niet meer en velen zullen in dit verband
vermoedelijk wel denken aan het Espe
ranto. Maar die kunstmatige taal, hoe
intelligent ook opgezet en uitgewerkt,
bezit blijkbaar toch te weinig relatie met
het gewone leven om in de practijk goed
te kunnen voldoen.
Een natuurlijker, en daardoor bevre-
ligender, oplossing is het daarom zeker,
onderwijs in bestaande levende talen
te stimuleren en daarop is die actie dan
gericht. Een vereniging Le Monde
bilingue (de tweetalige wereld) heeft 't
initiatief genomen het Frans en het En
gels tot de twee officiële Westerse we
reldtalen te doen uitroepen. Men vraagt
misschien: is één taal dan niet voldoen
de en ligt de keuze van het Engels dan
niet het dichtst voor de hand?
Inderdaad heeft het Engels 't Frans
in de wereld de laatste jaren gedurig
sterker overvleugeld. Niettemin kan aan
het Frans, vooral voor het diplomatieke
verkeer, nog altijd de voorkeur worden
toegekend, omdat die Latijnse taal nu
eenmaal tot de nauwkeurigste, meest
preciese formuleringen in staat stelt.
Bovendien zou 't wel heel nuttig zijn,
indien ook de Engelsen, om van Ameri
kanen nog maar "te zwijgen, zich eens
wat meer moeite gingen geven een twee
de taal te leren, omdat die kennis onge
twijfeld zou bijdragen tot een beter be
grip van andere volkeren, waardoor hun
nationale isolement, gegrondvest op
hoogmoed, op zijn beurt wellicht eerder
ZOU kunnen worden doorbroken.
Aardig probeersel.
De „Tweetalige wereld" heeft op be
trekkelijk kleine schaal al een paar in
teressante experimenten ondernomen,
die zeker ook al enige vruchten hebben
afgeworpen Elk jaar worden er in Har
rogate, een stad van 50.000 inwoners in
de buurt van Yorkshire, en in 't Franse
Bagnères en Luchon, dat in de Haute
Garonne ligt en waarvan de oud-minis
ter Alfred Coste-Floret de burgemeester
is, Frans-Engelse weken georganiseerd,
die dan in het teken staan van weder
zijdse toenadering.
In die Franse plaats spreekt men dan
zoveel mogelijk Engels en in Harrogate
Frans en er komen dan ministers en
andere autoriteiten uit beide landen op
bezoek om de folkloristische feesten bij
te wonen, waarvoor groepen medewer
kers uit de wederzijdse landen worden
uitgenodigd. Op de scholen in die beide
steden werd het onderwijs van een
tweede taal al verplicht gesteld en de
Franse minister van onderwijs, die ere
president is van de vereniging, heeft een
Engelsman als hulponderwijzer aange
steld in Bagnères-en-Luchon.
De Russen zijn ons al voor.
Opgemerkt moet worden, dat ook op
dit punt het Westen bij het Sovjet-Rus
sische blok nog een grote achterstand
heeft in te halen. Het Russisch is niet
alleen als tweede taal voorgeschreven
op alle scholen van de satelliet-landen
achter het ijzeren gordijn, maar ook ver
plicht gesteld in heel China en zelfs in
Noord-Korea. Alle soldaten in de com
munistische wereld kunnen zo direct
zonder hulp van een tolk gehoorzamen
aan de Russische bevelen
(In verband met het a.s. bezoek van
Koning Gustaaf Adolf en Koningin
Louise van Zweden aan Nederland, welk
officieel bezoek zal plaats hebben van
2527 April a-s., geven wij hieronder
een artikel over de hoofdstad van Zwe
den, Stockholm.)
FASCINERENDE STAD, DIE AAN
EEN ZEEMEERMIN DOET
DENKEN.
Stockholm is een fascinerende stad.
Zij doet denken aan een zeemeermin,
zojuist half opgerezen uit de blauwe
wateren van de Oostzee en zich nu
koesterend in de zon met het wier nog
in de haren.
Vele rotsachtige eilandjes, onderling
door bruggen verbonden, dragen de
oude regeringsgebouwen in het cen
trum, de vele parken, de hypermoder
ne flats en de ruime buitenwijken van
deze stad, die al haar schoonheden
verdubbelt door ze te weerspiegelen in
de vele grote en kleine waterwegen.
Een stad van moderne zakelijkheid en
van oude tradities. Van tegenstellin
gen dus, maar tegenstellingen die op
harmonieuze wijze tot een eenheid zijn
verbonden op een wijze, waarvan de
Zweed het geheim schijnt te bezitten,
want hij past dit proces op velerlei
terrein met veel succes toe.
De stad spreidt zich als een waaier
uit rond de drie centrale eilandjes, waar
op het koninklijk slot, het Rijksdagge
bouw en de Riddarholmskerk staan. Zij
oefent blijkbaar grote aantrekkings
kracht uit, want een zevende deel van
de gehele bevolking van dit uitgestrekte
land heet zich in deze metropool ver
zameld. Maar dat deze Zweden hier op
een gepakt wonen, kan beslist niet ge
zegd worden. Zij hebben naar Stock
holm iets meegebracht van de ruimte,
de zon en het groen, zonder welke
schone zaken een Zweed niet kan leven.
De liefde tot de natuur en het buiten
leven is elke Zweed eigen. Het is niet
toevallig, dat het feest, waarmee de oude
vikingen op 30 April de terugkeer dei-
zon vierden, door het Christendom niet
kon worden uitgeroeid. Evenmin is het
vreemd, dat het grootste nationale feest
wordt gevierd op de 21e Juni, als de zon
boven de Noorderkeerkring staat en de
langste der lichte nachten van 't Noor
den is aangebroken.
In figuurlijke zin zijn de Zweden zon-
aanbidders gebleven. In de vacantietijd
trekken zij er op uit met een tent, en
overal langs de wegen zijn vrije karn-
peerplaatsen en zitjes voor een pic-nic
te vinden. Tijdens de middagpauze op
mooie zomerdagen ligt zowat heel wer
kend Stockholm met een minimum aan
textiel bedekt heerlijk te zonnen in de.
talloze grote en kleinere parken.
De grote, moderne flats zijn hoog op
de rotsen gebouwd, zodat licht en lucht
aan allé kanten kunnen binnendringen.
Hier woont de helft van de stadsbewo
ners, maar de andere helft trekt met de
ondergrondse, de bus of de auto naar de
ruime voorsteden, waar duizenden vro
lijk uitziende landhuisjes staan, elk op
zijn eigen lapje grond tussen de denne-
bomen.
Welvaart voor ieder.
Achterbuurten en krotwoningen zijn
in Stockholm onbekend. De oude bin
nenstad is veranderd in een zakencen
trum en de exploitanten van restaurants
vechten om zo'n romantische oude kei-
BOLTEN
L. S.,
Het Bestuur van de IJsclub „De
Noordpool" geeft bij deze kennis van
het 25-jarig bestaan der vereniging
op Maandag 17 Januari 1955.
Ter gelegenheid van dit zilveren
jubileum hoopt het bestuur te reci
piëren in Hotel „Holterman" op
Maandag 17 Jan. a.s. van 3.30uur.
HET BESTUUR.
Donderdag 13 Januari 1955, 20 uur
CONCERT
PROGRAMMA:
Ouverture Oberon Weber
Onvoltooide Symphonie Schubert
Symphonie C dur Bizet
Le Carnaval Romain Berlioz
DIRIGENT:
YVON BAARSPUL
Prijzen der plaatsen:
le rang (balcon) f 2.- 2e rang (zaal) f 1.-
Kaartverkoop Parkgebouw. Telef. 480 (K 5480)
der, die vroeger tot woning diende.
Zweden is een uiterst welvarend land,
en de welvaart is zeer gelijkmatig ver
deeld. Ieder, die werken wil, deelt daar
in, ook de arbeidende klasse. De uitge
breide sociale wetgeving zorgt er voor,
dat zo'n eigen huisje in het bos voor
vrijwel iedereen verkrijgbaar is.
Stel dat Frederic Bondesson, nu 30
jaar geworden, de tijd gekomen acht
om in het huwelijk te treden en dat
hij daarom een eigen home bouwen
wil. Hij behoeft dan slechts 10 van
de bouwkosten op de bank te hebben,
want de overige 90 kan hij voor de
tijd van 30 jaar lenen van de staat
tegen een rente van 5 Wil hij zelf
z'n huis bouwen dan kan hij een „pre
fab" met handleiding krijgen tegen
dezelfde' voorwaarden. Maar dan zal
10 van de kosten moeten worden
afgeschreven, omdat hij die met zijn
eigen werk en dat van buren en van
vrienden heeft verdiend.
Heeft de bouw van het nestje biina
alle spaarcentjes gekost, zodat er voor
de inrichting niet genoeg meer over is,
dan kan voor dit doel nog een lening
van ongeveer f 1500 tegen lage rente ver
strekt worden in 7 jaar af te lossen.
Wilt u nog een paar voorbeelden van
in onze ogen wat overdreven cadeautjes,
die de Zweedse regering haar burgers
geeft? Alle kinderen tot 15 jaar ontvan
gen gratis onderwijs, gratis boeken en
tussen de middag een gratis lunch. Voor
kinderen t.m. 10 jaar kan een bijdrage
in de vacantie-kosten worden verstrekt.
Ook iedere huisvrouw met minstens 2
kinderen onder de 14 jaar en met een
echtgenoot, die minder dan 2500 Kronen
verdient, heeft recht op een bijdrage
voor een privé-vacantie. Zij moet dan
echter minstens 10 dagen weg blijven en
haar kinderen thuis laten, want anders
wordt het doel gemist.
Verantwoordelijkheid.
Nu mag men critiek hebben op derge
lijke vergaande overheidsvoorzieningen
ten bate van het gezin, toch moet hier
bij op twee dingen worden gelet. In de
eerste plaats wordt steeds een ruime
plaats ingeruimd voor de eigen verant
woordelijkheid. De vacantie-b ijdragen
gelden alleen voor gezinnen met mini
male inkomens en verder worden geen
giften, maar leningen verstrekt onder
voldoende waarborg. En in de tweede
plaats is de Zweedse overheid wel ge
dwongen een actieve gezinspolitiek te
voeren, omdat de bevolking met uitster
ving wordt bedreigd.
Zweedse jongelui trouwen laat (man
gemiddeld 30 jaar, vrouw 28 jaar) mede
omdat de omgang tussen de beide sexen
zo vrij is dat bij jongeren voor 't huwe
lijk slechts geringe animo bestaat. De
geboortebeperking viert hoogtij in dit
land. Het is enkele tientallen jaren ge
leden zelfs zó geweest, dat men op straat
min of meer meewarig keek naar iedere
man, die achter een kinderwagen liep.
En dat niet, omdat de man de wagen
duwde, want dat is algemeen gebruik in
Zweden, maar omdat het krijgen van
kinderen een echtpaar een brevet van
achterlijkheid en domheid verleende.
Dank zij de zeer intensieve propa
ganda is deze ellendige situatie wel wat
verbeterd. Hierbij richtte men zich ech
ter alleen tot het verstand en niet tot
het geweten van de natie. Platen van
drie jonge mensen, die samen vijf oude
lieden op hun schouders torsten, speel
den daarbij een grote rol. Maar nog
steeds geeft het lage geboortecijfer een
reden tot grote zorg en een flinke kin
deraftrek, kinderbijslag en de genoem
de maatregelen ter stimulering van de
gezinsvorming zijn dus een gebiedende
eis. Maar laten we deze zwarte blad
zijde in onze beschrijving van Zweden
omslaan en terugkeren tot de vrolijke
straten en parken van Stockholm.
SKANSEN.
Een bezoek aan deze stad is altijd
onvolledig zonder een bezoek aan Skan-
sen. Stockholm geeft een beeld van het
moderne Zweden. Bij Slussen rijdt men
het centrum binnen over het modernste
verkeersknooppunt ter wereld. Een in
genieus stelsel van omhoogcirkelende
tunnels en een voetgangerslift in een
open schacht van 50 meter hoogte, ma
ken daar een verkeer op drie niveau's
mogelijk. Er zijn machtige bruggen en
men wijst er u het modernste ziekenhuis
ter wereld, waarnaar zelfs Amerikaanse
medici nieuwsgierig komen kijken. Kort
om, Stockholm is een stad van Ameri
kaanse allure.
Maar Skansen herinnert er aan, dat
deze stad al eeuwen bestond, voor de
eerste Hollanders gronden aan de mond
van de Hudson ruilden met de Indianen
tegen weinig geld en veel vuurwater.
Wat is Skansen?
Men 'noemt het de dierentuin, maar
de hokken met de vertegenwoordigers
van Zweden's fauna spelen in het ge
heel slechts een ondergeschikte rol. Offi
cieel is het de buitenafdeling van het
Nordiska Museum, maar wie hier oude
perkamenten en hamassen verwacht,
komt bedrogen uit.
Skansen is een openluchtmuseum,
waar het Zweedse stads- en plattelands
leven van eeuwen her tot nieuw leven
is gewekt. Deze tuin hoog op de rots,
vanwaar men heel Stockholm overziet,
bevat b.v. een oude stadswijk. Elk huis
is steen voor steen afgebroken en hier
weer opgebouwd. Men vindt er tal van
compleet ingerichte oude boerderijen uit
alle delen van Zweden, een Finse neder
zetting en een Lappenkamp met primi
tieve hutten en een rendierstal.
In de oude stadswijk waant men zich
werkelijk verplaatst in het verleden. Je
loopt over de hobbelige keien van een
oud straatje en je gaat een pottenbak
kerij in. Daarbinnen draait de schijf en
de vlugge vingers van een pottenbakker
in de kleedij van twee eeuwen geleden,
vormen de klei naar oud model. Even
verder kraken de gebinten van de druk
kerij onder het geweld van de zware
handpers, waarop een oude gravure ge
drukt wordt. Glasblazers en een' zilver
smid zijn ingespannen bezig achter de
glas-in-lood-raampjes van hun huizen.
Je loopt een smal poortje in en belandt
op 'n dromerige binnenplaats. Een oude
ton hangt scheef onder een regenpijp,
half onder een afdak staat een slede met
een paar tonnen er op.
Harmonisch geheel.
Niets veroorzaakt hier een dissonant,
alle anachronismen zijn zorgvuldig ver
meden. Niet alleen de gebouwen en de
voorwerpen zijn hier overgeplaatst, ook
is men er in geslaagd de sfeer en de geur
van het verleden mee over te planten.
In de prachtige oude boerderijen lo
pen vrouwtjes in de klederdracht van
de tijd en de streek, waaruit de hoeve
stamt, bedrijvig rond. Ieder gebruiks
voorwerp staat op z'n eigen plaats en de
wonderlijke korte bedden zijn opge
maakt, of de boer en z'n gezin er bin
nen enkele uren in zullen stappen. De
offerbus hangt gereed in de poort van
de mooie houten dorpskerk uit Seglora,
met haar beschilderde zoldering, waarop
alle engeltjes een bordje met „heilig"
in de hand houden, alsof de schilder
bang was dat men ze anders voor wel
gedane boerenbabies zou verslijten. De
rook kringelt omhoog door het gat in 't
dak van de Lappenhut. Binnen kijkt de
man rustig toe, terwijl de vrouw zich
met haar vlechtwerk bezighoudt en de
dikke kleine Lappenjongen takjes op 't
vuur gooit. Uit de linnenkast in 't grote
landhuis stijgt de geur van lavendel op
en de grote poederdoos van 'n 18e eeuws
Parijse zaak staat naast het minieme
waskommet je te wachten, tot de freule
voor de spiegel zal plaats nemen om
haar toilet tc maken.
In Skansen heeft men kans gezien om
het verleden levend en werkelijk te be
waren, zonder het te omgeven met kam-
fergeuren en de muffe sfeer van een
ouderwets museum. Skansen is een
openbaring voor hem, die de historie
mint, maar daarin vooral zoekt naar het
leven van de gewone man en vrouw in
stad en land, die onder al het wapen
gekletter rustig voortgingen met 't bak
ken van hun brood of het bebouwen van
hun akker, en die men daarom in de
officiële kronieken niet ontmoeten kan.
Tenslotte is het dan in het oude jaar
nog gelukt de accoorden van Parijs,
waarin de
herbewapening van West-Duits-
land
in het kader van de Westeuropese Unie
en de Noordatlantische Verdragsorgani
satie wordt goedgekeurd, in veilige ha
ven te krijgen, met een meerderheid
van 31 stemmen in de Franse Nationale
Vergadering. Dit is niet veel voor een
dergelijk belangrijk object, maar men
mag niet uit het oog verliezen, dat
men minstens een honderdtal tegen
stemmers bij deze meerderheid mag
tellen, omdat niet zozeer de accoorden,
maar hun vijandschap tegenover pre
mier Mendès-France, hun stem heeft
bepaald. Dit geldt in het bizonder voor
de R.K. MRP en de conservatieven als
Pinay en Reynaud. Daarom kan men
zeggen, dat de geringe meerderheid
op zichzelf niet zoveel bezorgdheid be
hoeft te wekken.
Bezorgdheid gaat wel uit naar het
lot van Mendès-France zelf, want men
vraagt zich af of hij er in zal slagen
de parlementaire hyena's zo lang van
het lijf te houden, tot hij tenminste
een redelijk begin heeft kunnen maken
met wat hij steeds als zijn belangrijk
ste taak is. blijven zien:
de economische en geestelijke sa
nering van het Franse leven.
Daartoe heeft hij tot begin April vol
machten en wanneer hij, half Januari
de portefeuille van buitenlandse za
ken aan vermoedelijk Edgar Faure, de
huidige minister van financiën, overge
dragen zal hebben, mag men verwach
ten, dat hij met deze volmachten iets
zal gaan doen. Eerst gaat Mendès-
France nog een bezoek aan Rome bren
gen en zal hij een onderhoud hebben
met bondskanselier Adenauer, vermoe
delijk over verduidelijkingen in het ac-
coord over Saarland, dat een onderdeel
vormt van de Parijse accoorden.
Officieel is men in Amerika erg ver
heugd over het besluit van de Franse
Nationale Vergadering, al weet men,
dat nu nog de Raad van de Republiek,
d.w.z. de Senaat, er zich over zal moe
ten uitspreken. Men verwacht hier wel
minder bezwaren, omdat de communis
ten en de MRP in deze Raad van de Re
publiek veel minder sterk zijn verte-
genwoordigd.
Maar al is men in Amerika dan ver
heugd, men is toch aan het twijfelen
gebracht over de waarde van Frank
rijk als bondgenoot. De wispelturigheid
van het Franse parlement maakt de
Amerikanen kregelig, de aanwezigheid
van een grote communistische partij
brengt hen aan het twijfelen over de
betrouwbaarheid van de bondgenoot,
over wiens gebied tot nu toe alle ver
bindingslinies lopen. Men schijnt het
daarom in zijn hoofd te hebben, deze
verbindingslinies meer te verdelen, zo
dat ook België, Nederland en Duits
land er hun deel van zullen krijgen.
Bij gebrek aan Duitsland heeft Ame
rika tot nu toe het volle accent van
zijn Europese politiek op Frankrijk ge
plaatst. Dit zal nu gaan veranderen. En
nu zal gaan gebeuren, wat de Fransen
altijd hebben gevreesd: de Duitse vio
len zullen harder gaan klinken dan de
Franse, niet omdat de Franse violen
van geringer kwaliteit zijn, maar omdat
de Duitsers er harder op hebben ge
oefend.
Mendès-France ziet dit even goed
als iedere Amerikaan en daarom ha
mert hij voortdurend op de sanering
van de economie, waaruit ook de gees
telijke en morele vooruitgang af te
leiden zal zijn. Het is nu eenmaal zo,
dat de invloed van een land minder af
hangt van de waarde van de ideeën,
die het verkondigt, dan van de machts
positie, die het inneemt. Duitslands in
vloed is sterk toegenomen door zijn
economisch herstel en door het feit, dat
de Westelijke geallieerden Duitsland
voor zich moesten winnen. Frankrijk
zal alleen moeten vertrouwen op hard
werken. Voor het welzijn van Europa
en de wereld hopen wij, dat het dit
duidelijk zal begrijpen. Wij wensen de
Kamerleden een helder inzicht in het
nieuwe jaar, voordat zij om futiele re
denen een staatsman ten val zullen
brengen, die tot de grootste figuren
van Europa behoort.
Maar wat zal
Duitsland
doen met de Parijse accoorden, die het
de souvereiniteit geven en zijn machts
positie in Europa als het ware consoli
deren? Wanneer men diverse nieuw
jaarsboodschappen van openbare figu
ren leest, voelt men toch de neiging tot
een waarschuwend woord in zich opko
men. Van haar bewegingsvrijheid op
grond van de accoorden van Parijs, zal
de bondsregering vooral in het belang
van de Duitse eenheid gebruik moeten
maken, heeft Gerstenmaier, de voorzit
ter van de Bondsdag en een van de
trouwste volgelingen van Adenauer ver
klaard. Ook alle andere Duitse politici
hebben in hun boodschappen deze kwes
tie van de hereniging van Duitsland sterk
naar voren geschoven, zodat men sterke
vermoedens krijgt, dat het hier een alge
meen, van hogerhand opgezet offensief
betreft om de Westelijke nieuwe bond
genoten alvast vertrouwd te maken met
de Duitse eisen.
De Duitsers dreigen op die manier
weer
een bron van onrust
te worden in de wereld, want wat kan
hun streven, als bondgenoot van het
Westen anders betekenen dan dat zij de
status quo, de huidige toestand verwer
pen, dat zij Rusland van de Elbe willen
terugdrijven tot de nieuwe Poolse grens,
of zelfs tot de oude Duits-Poolse grens.
Dit zou iedereen het liefst zien, dat
spreekt vanzelf, maar door dit te maken
tot punt één van het buitenlandse pro
gramma wordt iedere verbetering in de
internationale toestand onmogelijk ge
maakt. Er steekt in de Russiche buiten
landse politiek, behalve de wens tot be
heersing van de wereld, ook een goed
deel vrees voor de Westelijke mogend
heden. Men versterkt, wanneer Duits
land niet tot de orde wordt geroepen,
deze vrees. Vooral moet vermeden wor
den, dat de Westelijke landen zich voor
het Duitse karretje laten spannen. Per
slot van rekening heeft de koude oorlog
grote verdiensten boven een conflict. Dit
mag niet te ver gaan.