Espelo viert het gouden feest van haar school No. 22. Jaargang 5. ZATERDAG 6 JUNI 1953. Verschijnt elke Zaterdag. I NIEUWSBLAD Uitgave van de Stichting „Höltens Nieuwsblad" rn T i te Holten. Telef. Kstss-m Adv.-prys: 1-15 m.m.(acontant) 1.50.Iederem. HOLTE De abonnementsprijs van du blad bedraagt 1.15 p. kwartaal in een prettige en ongedwongen sfeer Klinkend cabaret-programma De herdenking en de feestelijkheden ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van haar school op Woensdag en Don derdag j.l. zijn voor de Espelose bevol king onvergetelijke momenten gewor den. Na een maandenlange voorberei ding mocht men het genoegen smaken, dat de weersomstandigheden op die da gen bijzonder meewerkten en dat de viering van het gouden jubileum in grote opgewektheid en eensgezindheid kon plaats vinden. Het begon Dinsdagavond eigenlijk al, toen de illuminatie van de school gepro beerd werd en de Muziekvereniging H.M.V. bij de prachtig verlichte school, onder leiding van haar dirigent, de heer Heleenders, een concert kwam geven, en de buurtschapsbewoners bij een kwamen om van een en ander ge tuige te zijn. De officiële herdenking. De officiële herdenking had Woens dagmiddag plaats in het schoolgebouw in tegenwoordigheid van tal van geno digden en nagenoeg de gehele buurt schap. Toen het dagelijks bestuur der ge meente, burgemeester Mr W. H. En klaar, de beide wethouders, de heren B. J. Veneklaas Slots en M. Teeselink, en de gemeente-secretaris met hun echtgenoten, gearriveerd waren, werden zij toegezongen door de schooljeugd met een toepasselijk lied, onder leiding van het hoofd van de school, de heer H. J. Hiddink, terwijl mej. E. van de Ridder met haar kleintjes het getal „50" had gevormd. Op het schoolplein waren toen reeds aanwezig de inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Deven ter, de heer A. L. Dubel; de oud-inspec teur, de heer J. A. Ladage; verschillen de raadsleden en de feestcommissie leden, met prachtige rozetten op de borst als teken hunner waardigheid. In het geheel vernieuwde schoolge bouw, dat door de inwendige restau ratie een bijzonder fleurige indruk maakte, hield de burgemeester, nadat ook de 90-jarige meester Bos en zijn echtgenote gearriveerd waren, 'n zeer gedocumenteerde feestrede. Feestrede van de burgemeester. Mr Enklaar sprak daarbij als volgt; Mijne Dames en Heren, Vijftig jaren geleden opende de open bare lagere school te Espelo haar poor ten voor de leergierige jeugd van deze buurtschap. U allen, die door uw tegenwoordig heid hedenmiddag in dit schoolgebouw luister wilt bijzetten bij de viering van dit gouden jubileum, heet ik namens 't gemeentebestuur van harte welkom. Ik moge er mijn vreugde over uit spreken. dat naast de ouders der school gaande jeugd, gij, mijnheer de inspec teur van het lager onderwijs in de in spectie Deventer, en gij, mijnheer de oud-inspecteur in diezelfde inspectie, hedenmiddag van uw belangstelling hebt willen doen blijken. Gij beiden hebt in heden en verleden uw goede zorgen uitgestrekt over het onderwijs, dat in deze school is gegeven. Gij beiden zijt daardoor mede bouwers geworden van deze school als inrich ting van onderwijs. Van uw toewijding en zorgen hier voor wil ik gaarne op deze dag met dankbaarheid en erkentelijkheid gewa gen. Dat een gezonde geest huist in een gezond lichaam, daarvoor waakt u, mijnheer de schoolarts. Het verheugt mij, u bij dit gulden feest te mogen be groeten en te verzekeren, dat uw arbeid voor het gezonde kind, hier in Espelo, door allen die dit kind ter harte gaat, bijzonder wordt gewaardeerd. Als eregasten op deze dag mag ik verder de dames en heren oud-hoofden, echtgenoten van oud-hoofden en oud onderwijzeressen aan deze school ver welkomen. Het zal u goed doen weder 'n ogen blik te verkeren in de oude vertrouw de Espelose omgeving, evenals het ons allen verheugt u allen weer even in ons midden te zien. Uw tegenwoordigheid geeft aan deze herdenking een bijzonder cachet, omdat het nog weer eens duidelijk aan de dag brengt, welke bijzondere banden er tussen u en de Espeloërs zijn geweven. Gij hebt tezamen mede geschreven in het geschiedenisboek dezer school, dat wij hedenmiddag een ogenblik wil len openslaan. Mede wil ik gaarne een bijzonder in de tent woord van welkom spreken tot de heren hoofden van scholen uit Holten, Nieuw-Heeten en tot de vertegenwoor diger van Volksonderwijs. Uw tegenwoordigheid bij dit voor Espelo zo belangrijke gebeuren stel ik op hoge prijs. In gedachten wil ik hedenmiddag gaarne een ogenblik met u teruggaan naar het jaar 1893, toen in de Raads vergadering van 19 Januari een request van 30 ingezetenen uit de buurtschap Espelo aan de orde werd gesteld, waar in wordt verzocht om in samenwerking met de gemeenten Hellendoorn en Raalte te geraken tot de stichting van een openbare lagere school in die buurt schap. De Raad besluit dit stuk in handen te stellen van burgemeester en wethouders ten einde naar de mogelijkheden van dit verzoek een onderzoek in te stel len. Het onderzoek schijnt heel wat voe ten in de aarde te hebben gehad; in ieder geval worden de Espelose reques- tranten het wachten moede, en richten zij zich met een zelfde verzoek tot Ged. Staten van Overijssel. Op 1 November 1893 besluit de Raad Gedeputeerde Staten te adviseren, op het tot hen gerichte verzoek een afwij zende beschikking te nemen. Op 17 Juni 1897 richten Ged. Staten van Overijssel zich tot de Raad van Holten met een brief, waarin zij aan dringen op de stichting ener openbare lagere school nabij de Ulft, in samen werking met Raalte en Hellendoorn. De Raad overweegt, dat hij in 1893 zijn oordeel hieromtrent reeds heeft ge vormd; dat hij meent dit nog steeds te moeten handhaven. De Espelose requestranten blijven de- ligent en het blijkt, dat zij Ged. Staten op hun hand hebben. Immers, in de Raadsvergadering van 5 Februari 1898 wordt een missive van Ged. Staten "van Overijssel d.d. 13 Januari 1898 voorge lezen, waarin wordt bevolen het aantal openbare lagere scholen in Holten en Raalte met één uit te breiden. Het enthousiasme over dit provinciaal bevel is blijkens de Raadsnotulen uiterst gering, doch men besluit zich niettemin bij de dwingende wens van Ged. Staten neer te leggen. Men houdt evenwel nog een slag om de arm, omdat het voorbehoud wordt gemaakt, dat eerst zal worden getracht met de gemeente Raalte tot de stich ting van een gemeenschappelijke school te komen, die in dat geval aan de Ulft wordt gedacht. Het feit, dat Raalte in finantieel op zicht te weinig wilde bijdragen in de stichtingskosten van de school, deed de Raad na vele pogingen ten slotte be sluiten, van samenwerking met deze school af te zien. Onder het motto „graag of niet", be sloot de Raad daarop 3 September 1898 alleen de opgedragen school te bouwen. Van dit ogenblik af zien wij, dat het gemeentebestuur van Holten een weinig energiek en doortastend beleid gaat voeren. Hoewel aanvankelijk nog wel de wil voorzit om tot de bouw van een school te geraken, kan men het over de plaats, waar deze zou moeten verrijzen, maar niet eens worden. Nadat de onderhandelingen met Raalte over een gemeenschappelijk te stichten school zijn afgebroken, is men hiermede tevens afgestapt van de plaats nabij de Ulft. Overwegende dat de buurtschappen Heihuizen en Espelo voor de schoolbe volking zouden moeten zorgen, heeft men aanvankelijk gezocht naar 'n plaats gelegen halverwege deze beide buurt schappen. Deze plaats, zo overweegt de Raad, zou gelegen zijn in een onbewoonde heidevlakte met bossen. Dit achtte de Raad zelfs in die tijd al te gortig en daarom wees hij in zijn vergadering van 18 Augustus 1898 een bouwplaats aan gelegen aan de weg van de Heihui zen naar Dijkerhoek, nabij het erve Broek of Braakman. Thans beginnen echter eerst recht alle moeilijkheden, nadat Ged. Staten aan de Raad hadden bericht, dat zij zich met dit Raadsbesluit niet konden ver enigen. De Raad, die al nimmer erg ingeno men was met de beslissing van Gedep. Staten, waarbij de stichting van een nieuwe school werd bevolen, gaat thans alle mogelijke zwarigheden zien. De Raad, die tot dat ogenblik zich gelaten had onderworpen aan de be velen uit Zwolle, was ook zo langen tijd tot nadenken gelaten, dat de resultaten daarvan niet konden uitblijven. In de vergadering van 15 Februari 1900, dus 2 jaren nadat voor het eerst over de scholenbouw in Espelo was ge sproken, oppert een der raadsleden het idee om te trachten Ged. Staten tot andere gedachten te brengen en vrijge steld te worden van de verplichting van de scholenbouw in Espelo. De Raad gaat van ganser harte met dat idee accoord en er wordt een com missie uit de Raad benoemd om de Mi nister van Binnenlandse Zaken en Ge deputeerde Staten te benaderen, en dezen mede te delen, dat naar het in zicht van de Raad de stichting van de school te Espelo de ondergang van de gemeente Holten betekent. Gedep. Staten hebben blijkens hun brief van 5 April 1900 weinig geloof geslagen aan de profetische gaven van deze Raadscommissie. Zij berichten dan ook, dat de stichting van de school doorgang moet vinden en'dat de Raad thans eindelijk met een plaatsbepalings- besluit heeft te komen. Het 50-jarig bestaan van deze Espelo- school, dat wij thans vieren, vormt 'n overtuigend bewijs van de juistheid van dit Zwolse besluit. Het enige, dat de Raadscommissie heeft'weten te bereiken, is geweest, dat Ged. Staten in een rijtuig van Zwolle naar Espelo zijn komen rijden. De Raad kon thans niet anders dan zijn lijdelijk verzet staken en gevolg geven aan het dringend verzoek van Gedeputeerde Staten. Gelukkig doet zich dan de omstan digheid voor, dat de dorpsschool uit haar voegen begint te groeien. De voorzitter doet de suggestie, door het kiezen van de plaats van de nieuw te bouwen school, de schoolgrens aldus te bepalen, dat deze bij het erve Koor des komt te liggen. Op deze wijze wordt aan de dorps school een aderlating toegediend, waar door deze weer zou kunnen voldoen aan de wettelijk gestelde eisen en men zodoende zou kunnen ontkomen aan de bouw van een nieuw lokaal aldaar. Zodoende werd van de nood 'n deugd gemaakt; de dorpsschool werd verlost van een te veel aan leerlingen; de Es pelo school mocht daarentegen op een groter aantal rekenen, als waarvan men aanvankelijk was uitgegaan. Nadat de Raad daarop aanvankelijk als nieuwe bouwplaats voor de school een stuk grond had aangewezen in de zg. Koeweide, van de heer E. Teeselink, de vader van onze huidige wethouder, is hij het uiteindelijk eens geworden over de plaats waar thans deze school staat. De eigenaar, de heer S. Coldewey uit Deventer, liet de gemeente het prachtige perceel grond, bekend als „het Meilink stuk", ter grootte van ongeveer 1 H.A., voor f 300. Ged. Staten hechten aan dat besluit op 19 Juli 1900 hun goedkeuring. Op 8 November 1900 besluit de Raad een tweeklassige school met onderwij- zedswoning te bouwen, tevens wordt besloten om aan architect B. Vixseboxse te Almelo, die ook de school in Dijker- hoek heeft gebouwd en wiens vader de dorpsschool bouwde, de architectuur van deze nieuwe school op te dragen. Deze architectenkeuze houdt nauw verband met de rijvaardigheid op de fiets van de tegenwoordige wethouder Teeselink. De heer Vixseboxse toch zou het per rijwiel nooit verder brengen dan het erve Teeselink. Vandaar ging het dan te voet verder naar de in aanbouw zijn de school. De heer Vixseboxse was echter nog niet om de hoek van de weg uit het gezicht verdwenen, of de kleine Mans Teeselink maakte zich meester van het rijwiel van de heer Vixseboxse, waarop hij zich bekwaamde in de edele f iets- sport. Wij gedenken derhalve vandaag niet alleen het 50-jarig jubileum van de Es pelo school, doch tevens de 50-jarige rij vaardigheid op de fiets van de heer Teeselink. Nauw met de stichting der Espelo school is verbonden de beëindiging van het huisonderwijs in de Heihuizen. Het voortbestaan van dat huisonder wijs toch zou ernstige concurrentie aan doen aan de 'nieuw te stichten school. Waren dan thans alle voorbereidende maatregelen getroffen, thans was het woord aan de architect, die na alle goedkeuringen op zijn project te hebben verkregen, de aanbesteding der school had bepaald op 27 September 1901. Alles duidde derhalve op een verdere ongestoorde gang van zaken. De Raad der gemeente Holten, me nende dat de hem opgedrongen Espelo school slechts tot de ondergang van zijn gemeente zou leiden, had in de Troon rede van 1901 opgevangen, dat het in het voornemen der landsregering lag de wettelijke gelijkstelling van het open baar en bijzonder onderwijs te bevor deren. De Raad kwam daarop in spoedeisen de raadsvergadering bijeen, omdat hij meende weer een nieuw argument te hebben gevonden om toch in vredes naam van die vermaledijde school af te komen en Holten voor de ondergang te behoeden. De gelijkstelling van het openbaar met het bijzonder onderwijs toch, zou naar 's Raads mening ongetwijfeld betekenen, dat te Holten een bijzondere school zou worden gesticht. Naar deze school zouden, zo betooog- de men, niet alleen die kinderen gaan, wier ouders om principiële redenen zulks wensten, doch ook die kinderen, die vroeger naar de dorpsschool gingen, doch die thans op grond van het ver leggen van de schoolgrens op die nieuwe school in Espelo aangewezen worden. Inderdaad, zo betoogde de voorzitter van de Raad, uw besluit, waarbij de bouwplaats en het aantal klassen wer den bepaald, was er geheel naast. Een éénklassige school had er aan de Ulft moeten komen, terwijl de dorps school dan tegelijkertijd met een klasse lokaal had moeten worden uitgebreid. Had men dit niet gewenst, dan ware 't verstandig geweest de nieuwe school nabij het erve Teeselink in het Neer dorp te doen verrijzen met 2 klasse lokalen, dan zou de dorpsschool met recht worden ontlast. De Raad besluit dan nog eens weer Ged. Staten te vermurwen, en dit col lege met nieuwe argumenten te lijf te gaan, ondanks het feit, dat men een week voor de aanbesteding staat. Het architectenhonorarium van f 250 en de grondkosten van f 300 heeft men er gaarne voor over. Er wordt weer een Raadscommissie benoemt, die het vuur harer welspre kendheid op Ged. Staten moet richten. Men richt tot dit college deze verzoeken: le. Intrekking van het besluit van 1898, waarin de stichting van de Espelo school werd bevolen. 2e. Subsidiair, uitstel van de uitvoe ring van dit besluit, totdat de onder wijswet zal zijn aangenomen. 3e. Subsidiair, goedkeuring, dat de te stichten school aan de Ulft met 1 lokaal wordt gebouwd. Ged. Staten zijn het getraineer met de Espelo school kennelijk moede, want reeds op 26 September 1901, derhalve binnen een week, berichten zij de Raad, dat zij de tot hen gerichte verzoeken af wijzen en er op aandringen, dat met de verplichte scholenbouw thans ernst ge maakt wordt. Het arsenaal van argumenten van de Raad om de scholenbouw tegen te gaan, schijnt thans te zijn uitgeput. Zo wordt de bouw van de school met onder wij zerswoning aangenomen door A. Koopman voor de som van f 7980. In de totale kosten van f 10.000 draagt het Rijk f 6500 bij. Op 15 Augustus 1902 kan dan einde lijk de Espelo school haar poorten ope nen. Het eerste hoofd, de heer Roelof- sen uit Hazerswoude, is de eerste die het schoolhuis gaat bewonen; hij is ook de eerste van een lange rij van uitne mende hoofden, die van de Espelo school gemaakt hebben wat zij thans is. Mijne dames en heren, ik heb enige aandacht van u gevraagd voor de moei lijke geboorte van deze school. Aan de geschiedenis van deze 50-jarige zal ik verder stilzwijgend voorbijgaan. Ik zou slechts willen vaststellen, dat de sombere voorgevoelens van hen, die aan de wieg van deze school hebben ge staan, in genen dele bewaarheid zijn ge worden. De opvolgende gemeentebesturen hebben slechts plezier beleefd van deze school, die onder zoveel barensweeën ter wereld kwam. Ik geloof, dat dit mede te danken is geweest aan hen, die dit dode school gebouw leven hebben ingeblazen: het onderwijzend personeel en de ouders van de schoolgaande jeugd. Zij beiden hebben voor deze school gewerkt en er hun liefde aan geschon ken. Onderwijzend personeel en ouders hebben elkander in al die jaren gevon den. Het is steeds zo geweest, dat wij de ouders met hun meister en hun juf frouw konden gelukwensen en omge keerd de meister en de juffrouw met zulke ouders. De namen van meester Haanstra, meester Bos, meester Pleiter, meester Snijders en meester Hiddink, bijgestaan op onnavolgbare wijze door hun echt genoten, mensen die gedurende de laat ste 20 jaren in Espelo hebben gewerkt, geleefd en medegeleefd, mag ik hier wel in het bijzonder noemen, evenals de namen van de dames Blok, Wolters, Wibbelink en van de Ridder. Zij allen, hoofden, echtgenoten van hoofden en onderwijzeressen, hebben in Espelo hun taak breed opgevat en daar in in ruime mate het pastorale deel be hartigd. Wanneer ik neze namen hier op dit ogenblik noem, dan wil ik hiermede de dankbaarheid en de erkentelijkheid tot uitdrukking brengen voor alles wat gij iri uw tijd voor Espelo zijt geweest. Ik zeg niet voor de school van Espelo, maar Espelo, omdat gij begrepen hebt, dat uw taak niet alleen het onderwijs betrof, uw taak was het, om te leven onder en met de mensen van Espelo. Gij allen hebt van deze school een geestelijk centrum gemaakt, waarom de gehele buurtschap zich groepeert en groeperen kan. De school, zo vaak een reden tot on enigheid en strijd, werd hier in Espelo de bindende kracht, waarom men niet wilde vechten, maar waarvoor men wel door het vuur wilde gaan. U, mijnheer en mevrouw Hiddink, hebt als laatsten met juffrouw van de Ridder de fakkel van uw voorgangers overgenomen. Gij hebt zo wonderwel begrepen, wat er van u hier in Espelo werd verwacht, gij zijt gedrieën geenszins de minsten van de zo uitnemende onderwijskrach ten, welke in deze school hebben ge staan. Moge het u gegeven zijn deze school in dezelfde banen te houden, waarin zij zich thans bevindt. Bewaart deze school als een goede school, waarvan intensiteit en saamho righeid de sieraden zijn. De oudercommissies, die gedurende de afgelopen 50 jaren de hoofden en de onderwijzeressen zo trouw ter zijde hebben gestaan, hebben recht op ons aller erkentelijkheid. Naast het hoofd en de onderwijzeres zijn zij het geweest, die in nimmer af latende ijver en toewijding voor de be langen van de school hebben gewaakt, die steeds waren een hulp en toeverlaat voor de hier werkende onderwijskrach ten; zij zijn en waren de zwoegende en dravende werkpaarden, die steeds voor alle mogelijke en onmogelijke dingen klaar stonden en staan. Ik heb hedenmiddag een ogenblik mo gen stilstaan bij de totstandkoming van dit schoolgebouw en bij hen, die door harmonieuze samenwerking dit gebouw tot leven brachten. Het simpele feit, dat dit schoolge bouw 50 jaren oud is geworden, is nau welijks waard om ook maar een secon de bij stil te staan. Dat de school echter is geweest een levende school en een zegen voor haar omgeving, is reden te over om ons hier op te bezinnen in dankbare herinne ring aan allen, die hieraan hun aandeel bijdroegen. Moge de taak van de Espelo school in de toekomst evengoed worden begrepen door hen, die hieraan leiding zullen heb ben te geven, als zulks is geschied in de afgelopen 50 jaren. Spr. bracht tenslotte dank aan Ds Knipscheer, die nu al weer tal van jaren het godsdienstonderwijs aan de school verzorgt. Hij dankte hem en de Kerk voor deze geestelijke zorg. De burgemeester herdacht vervolgens met eerbied de onderwijskrachten, die door de dood zijn weggenomen, waarbij de aanwezigen zich van hun plaatsen verhieven. De heer Hidding belicht het onderwijs. Het hoofd der school, de heer H. J. Hiddink, sprak hierna over de betekenis van het onderwijs. Van zijn inzichten gaven wij in ons vorig nummer reeds een uitvoerig overzicht. De heer Hiddink zei o.m. Niet alleen dus schoolse geleerdheid bijbrengen. Geen intelectualistische overlading, of, zoals prof. Hoogveld het eens uitdrukte „kennisvetmesterij" alleen. Natuurlijk moet het kind teoegerust zijn met een dosis kennis en die moet het grotendeels op school verwerven, maar dat de school zich uitslooft om de kinderhoofden vol te stoppen met parate kennis, welke schijnkennis blijkt te zijn, cmdat de kinderen er niet mee kunnen werken, of die straks weer vervliegt, omdat de oud-leerlingen geen gelegen heid krijgen ze te verwerken, is een stro ming, die vandaag de dag opgeld doet in de onderwijskringen. Het kind moet een beperkte hoeveelheid kennis opdoen, maar die moet dan ook absoluut be trouwbaar zijn. De nieuwe didactiek wil dan ook in de eerste plaats inzicht bijbrengen en het gedachtenloze, mechanische werken te gengaan. De school moet aansluiten, voorbereiden voor 't leven. Vijftig jaar zijn voorbij. Een halve eeuw. Een nieuwe tijd ligt voor ons, al dus de heer Hiddink. Het doet spreker en Mej. Van de Ridder bijzonder veel genoegen, dat hun de eer te beurt valt, om als eersten de voet te zetten op het pad van de volgende halve eeuw. Moge hier in de toekomst met vrucht gewerkt worden tot zegen van heel de buurt schap, aldus eindigde spreker. Met het uitspreken van de beste geluk wensen namens de gehele schoolkring biedt spreker de burgemeester het ere voorzitterschap van de feestcommissie aan, dat deze gaarne aanvaardt. Hem wordt daarbij de grote roset opgespeld. Nadat verversingen zijn aangeboden, spreekt de inspecteur, de heer Dubel, bij de aanbieding van zijn gelukwensen over de betekenis van het onderwijs. De tij den veranderen eri wij met hen, aldus de heer Dubel, maar niet de hardnekkigheid, waarmede het gemeentebestuur van Hol ten de onderwijszaken behartigt, al is het dan in omgekeerde zin dan de wijze, welke de burgemeester schetste. De on- derwijsbelangen zijn bij B. en W. en de raad in goede handen en hij wil hen daarvoor gaarne een pluim op de hoed steken. Het is niet helemaal zoals de heer Hiddink heeft geschetst, dat het met de onderwijs-vernieuwing een klare zaak is. Het is zelfs buitengewoon moeilijk

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1953 | | pagina 1