ïdustrialisalie voorlopig een droombeeld. nle BINNENHOF Buitenlands Weekoverzicht. 8. Jaargang 2 ZATERDAG 25 FEBRUARI 1950 Verschijnt elke Zaterdag HOLTENS NIEUWSBOD abonnementsprijs van dit blad bedraagt 0.75 p. kwartaal TJitgave van de Stichting „Holtens Nieuwsblad" i.o. te Holten. Telef. K 51/83 - 231/ Adv.-prijs: 115 m.m. d contantf 1.00. Iedere m.m. meer 0.06 NA TWEE JAAR MARSHALL-PLAN. WAT DE OPRICHTING VAN NIEUWE BEDRIJVEN NOG IN DE WEG LIGT. (Van onze economische medewerker.) SOm de veelbesproken industrialisatie te /er wezenlij ken, dient in de eerste plaats het ndustrieel klimaat gunstig te zijn. Dit houdt n, dat wij uit de huidige kille ondernemers- ijandige temperatuur, die elke activiteit op lit gebied doet bevriezen, moeten trachten een atmosfeer te scheppen, waarin elke Onderneming zich behagelijk voelt. Dit te Herkennen is de eerste voorwaarde bij het maken van industrialisatieplannen. rac[ Onmiddellijk daarop volgend moet gesteld - ^worden de vraag of er pogingen worden aan gewend dit gunstige klimaat te scheppen, nibant niemand zal kunnen verdedigen, dat )II®e huidige economische toestand in Neder- mjand een zodanige is, dat elke ondernemer niizich geprikkeld voelt tot expansie van zijn ütejndustrie, om van oprichting van nieuwe be drijven maar niet te spreken. Wanneer wij nu als een der voornaamste middelen tot het geven van stimulerende in- jecties aan ons bedrijfsleven de door de over- tièid gevolgde fiscale politiek gaan critiseren, doen wij dit om twee doorslaggevende rede- *1 ïen: enerzijds omdat door de ondernemers lie belastingen als te hoge lasten worden ge nen, anderzijds omdat wij deze bloedtrans- J'usie beschouwen als een eenzijdige ader- ating, die geheven wórdt van lichamen, die nen juist aan kracht wil doen winnen. Want jeld, dat door een bedrijf stroomt, is als het Dloed in een menselijk lichaam. Wie er te /eel van verliest, gaat te gronde. n De industrialisatie kan niet alleen een succes irden door het uitbreiden van bestaande be- ijfshuishoudingen, zij dient versterkt door de richting van nieuwe bedrijven. Hier stuit men direct al op grote moeilijk den. Elk bedrijf dat tracht een plaats onder de i te verwerven, wordt aanstonds belaagd door te betalen registratierechten. In de aanvangs- :en heeft men te kampen met aanloopverhezen, later moeten worden gecompenseerd door winsten. Die verliezen en winsten, ook in de :ste jaren, worden in hoge mate bepaald door t gekozen afschrijvingssysteem voor de pro- ctiemiddelen. Ie ellende, die hier kan ontstaan, berust voor n groot deel op de foute financiële politiek, een direct uitvloeisel is van fiscale rechten, ant, bedreigd door een hoge belastingdruk, jat men dikwijls knoeien met de afschrijvings- litiek. Vu zegt onze belastingwetgeving, dat een een- lal gekozen afschrijvingssysteem dient te wor- gehandhaafd. Hoewel het dus zeer goed Jgelijk is, dat een ondernemer in de aanvang n zijn activiteit een foutieve afschrijvings- ithode volgt, dwingt de overheid hem in die it te volharden. In de grond van de zaak maakt ondernemer dus wel een blunder, maar de izet daartoe ligt in een zware fiscale bedrei- ïg van zijn aanvankelijk zo nodige winst, ter- jl hij daarenboven niet eens terug kan. Deze afschrijvingspolitiek kan er toe leiden, t er in de eerste jaren grote fiscale verliezen ge len worden, die echter op den duur grote fis- Ie winsten doen ontstaan. Voegen wij hier nog a toe, dat er een bepaling bestaat, waarbij de I nvankelijk geleden verliezen slechts voor een ar jaar ter compensatie gelden voor latere nsten, dan zal men verstaan, dat de overheid ter een bedrijf, dat misschien juist enigszins op jachten komt, weer kan vernietigen. Bovendien S1imt de ondernemer nog tot een foutief inzicht tspt betrekking tot zijn werkelijke winst, waar- jor zijn economische positie uiteindelijk aan- fenlijk wordt verzwakt. Men kan hierbij op- :rken, dat zo'n ondernemer deze zwakke posi- en haar eventuele ondergang aan zichzelf te jten heeft door een foutieve bedrijfspolitiek. it is juist. Maar het klimaat, waarin deze toe- ind ontstaat, wordt geschapen door de over- id en het doel wat wij ons gesteld hebben mis- kt. Want een failliet bedrijf is geen verheffend orbeeld van industrialisatie en de werknemers rgroten het leger van werklozen, dat wij niet fasen. liiii Als de ondernemingsbelasting verdwijnt. in dit betoog willen wij mede betrekken de orgestelde wijzigingen met betrekking tot de dernemings- en vennootschapsbelasting. Alge- een is bekend, dat de ondernemingsbelasting at verdwijnen. Dit stemt tot verheuging, want ze belasting valt onder de eenzijdige aderlatin- n, die wij elders reeds noemden. Zij drukt op t bedrijfsleven, terwijl de rest van de bevol- ng er buiten valt. De rest van het volk kan een rzwaarde druk niet dragen. De ondernemers kunnen deze last evenmin csen. De afschaffing ervan vormt het beste wijs. Zij zal dan ook voor de kleine onder- mers verlichtend werken, in zoverre kan zij a juist industrieel klimaat ten goede komen, het kader van de zo zeer gewenste tegemoet- mingen voor kleine zelfstandigen kan de maat regel zelfs worden toegejuicht, maar niet voor de vennootschappen. Voor een belangrijk deel zijn de grotere onder nemingen vennootschappen. Hun lasten worden niet verlicht, want de vennootschapsbelasting wordt verhoogd tot 40 procent. De hoogte van dit tarief zegt eigenlijk reeds voldoende. Veel bedrijven, die een expansie beogen, zullen hun economische dromen door een dergelijke druk in een nachtmerrie zien verkeren. Men kan het met de minister inzake het her stel van fiscaal evenwicht al dan niet eens zijn, voortaan is het in de praktijk zo, dat elke ven nootschap jaarlijks wordt beboet. Dit remt de expansie. Dit schrikt nog meer af, wanneer het gaat om het oprichten van een nieuwe vennoot schap. Immers, deze belasting dreigt ook in de z.g. aanloop jaren, waarin de kans op winst toch al miniem moet worden geacht. Tenslotte wordt het omzetten van een bedrijf in een naamloze vennootschap er door vertraagd en dit achten wij in hoge mate funest. Men kiest deze laatste vorm veelal om het doen toevloeien van nieuw ver mogen te vergemakkelijken, daar de enkeling bij een expansie nog maar zelden in de ge mechaniseerde wereld over voldoende ver mogen beschikt om die operatie met succes uit te voeren. Bij een zo hoge vennootschapsbelas ting zal men zich echter nog wel eens bedenken, voordat men de stap waagt. Vermogen gevraagd. Juist in deze tijd is dat vraagstuk van vermo gens aantrekken van buitengewoon belang, daar tal van bedrijven door gestegen vervangings waarden 'n grote behoefte aan vermogen hebben. Hoe zal men nu ooit doelbewust tot industria lisatie komen, als een belangrijke weg als die via de N.V. door fiscale hindernissen vrijwel onbe gaanbaar wordt gemaakt. Wij projecteerden enige staketsels op 't pers- scherm, waardoor ons de toegang tot het ge- industrialiseerde Nederland onder meer wordt afgesloten. Er zijn er meer, zoals de omzetbelas ting, de speculatiewinstbelasting, het verbod van credietverlening op onderpand van effecten. Nochtans zijn de opgesomde voldoende om tot het inzicht te geraken, dat wij nog lang niet daar zijn, waar wij wensen te komen. Zelfs kun nen wij moeilijk zeggen, dat wij op de goede weg zijn. Daarover kan eerst worden gesproken, wan neer als een eerste begin in verband met het voorgaande ons bedrijfsleven enige injecties ontvangt. Deze gangmakende maatregelen zouden het bedrijfsleven allereerst een vrije keuze van af schrijvingssysteem moeten garanderen, zonder voor de toekomst bindende schema's. In de aanvangsjaren van een bedrijf dient zeer zeker, en zo mogelijk ook later, een zeker per centage van het geïnvesteerde vermogen als be drijfslast te worden aangemerkt, zodat dit vrij van belasting kan worden uitgekeerd. Kan men dit percentage in de oprichtingsjaren niet uit keren, dan moet dit later of door middel van aan delen of op winstbewijzen zonder heffing kun nen worden toebedeeld. Tenslotte zou een compensatie van aanvanke lijke verliezen met later te maken winsten gedu rende een lange reeks van jaren mogelijk moe ten zijn, wil men het verlangde enthousiasme voor industrialisatie in voldoende mate bij de ondernemers opwekken. Dr H. R. M e s. VAN HET Ouden van Dagen wachten nog steeds op hun 5%. SLACHTOFFERS VAN EEN VERKEERDE REGIE. De ouden van dagen en nog enkele andere groepen in onze bevolking staan er niet best voor. Dat is bekend en 't was dan ook Minister Drees, die destijds in de Staten-Generaal een „Noodwet Ouderdomsvoorziening" aangenomen wist te krijgen. Dat is al weer een heel tijdje geleden. Sindsdien is er reeds veel veranderd. De laatste wijziging in onze loon- en prijsstruc tuur de devaluatie heeft geleid tot een loonsverhoging van vijf procent. Deze vijf pro cent zal langzamerhand wel in de zak van vele werknemers in den lande zijn gegleden. De ouden van dagen hebben deze loonsverhoging echter nog niet ontvangen. Dat is heel verwonderlijk. Vooral als men weet hoe vaak de Kamer er bij de Regering op- aandringt om voor deze groep personen iets te doen. Tot nu toe zijn zij echter het slachtoffer geworden van een onge lukkige omstandigheid, een omstandigheid ech ter, die behoudens dat zij ongelukkig is, ook nog zeer te betreuren is. Op 3 Februari j.l. moest in de Tweede Kamer de agenda door elkaar ge gooid worden, omdat Minister Joekes van me ning was, dat een wetsontwerp om de vijf pro cent ook toe te kennen aan de ouden van dagen zo spoedeisend was, dat alle andere onderwer pen daarvoor moesten wijken. Dit voorstel kwam zo onverwachts, dat van verschillende fracties de afgevaardigden, die over deze materie het woord voeren meestal zijn het de mensen van de vakbeweging nog niet eens aanwezig waren. Dat zou niet zo erg geweest zijn, als er niet tegen de verwachting in, toch over dit wets ontwerp het woord werd gevoerd. Daar waren natuurlijk allereerst de communisten, die altijd meer vragen dan men in deze benauwde tijd kan geven. Zij waren verheugd, zo zeide de heer Gortzak, dat Minister Joekes dit wetsontwerp zo spoedig had willen indienen. Zo verheugd waren zij over deze haast, dat zij een stel amen dementen wilden indienen om in ieder geval een minimum bijslag te garanderen. Voor ge huwden zou dat twee gulden, voor ongehuwden zou dat ƒ1.75 moeten bedragen. De socialist Van Lienden voelde ook wel iets voor een mini mum bijslag. Deze redelijke afgevaardigde be greep echter wel, dat de bedragen, die door de communisten werden genoemd, veel te hoog wa ren. Zonder echter te spreken over de amende menten vroeg hij aan Minister Joekes of het niet mogelijk was om een minimum van 2. voor gehuwden en van 1.voor ongehuwden te verzekeren. Minister Joekes voelde daar niets voor. Maar daarvoor had hij goede argumtenten. Kijk, zo zeide hij, een minimum bijslag zou eigenlijk on billijk zijn. Want ook die personen, die naast hun uitkering krachtens de Noodwet Ouderdoms voorziening nog van een klein pensioentje ge nieten, zouden in de termen vallen. Daardoor be reikt men zijn doel niet. In ieder geval is het op deze wijze niet zeker dat men inderdaad de minst draagkrachtigen helpt. Bovendien gaf hij een kostenberekening van de communistische en socialistische voorstellen. Die waren behoor lijk hoog. Minister Joekes zag in zijn verbeel ding Minister Lieftinck tekenen van afkeuring geven. Een dergelijke uitgave zou de toch al be rooide schatkist moeilijk kunnen dragen. De communisten waren echter niet van zins om toe te geven. Hun verklaring, dat zij toch met amendementen zouden komen, noopte voor zitter Kortenhorst om de beraadslaging van dit wetsontwerp uit te stellen. Daardoor gaf hij met een de Kamer de gelegenheid deze materie nog eens rustig te bekijken. Dat was de eerste phase. NOG EENS UITSTEL. De tweede phase speelde ongeveer veertien dórgen later. Toen dit wetsontwerp weer aan de orde was, dienden de communisten prompt hun amendementen in. Niemand had anders ver wacht, al was het logischer geweest, dat zij dat eerder hadden gedaan. Vreemder werd de zaak, toen ook de heer Van Lienden (arb.) plotseling met een amendement kwam om in ieder geval minimaal 2.en 1.uit te keren. Dat had echter niemand verwacht. Zelfs Minister Joekes niet. De reactie van deze bewindsman was echter niet gelukkig. Hoewel hij veertien dagen tevoren een kostenberekening had gegeven, zeide hij thans niet in staat te zijn om de gevolgen van dit amendement te overzien. Dat was vreemd. Nog vreemder werd het, toen hij aan deze rede nering vastknoopte, dat een tweede uitstel van de beraadslagingen daardoor noodzakelijk werd. Daartegen kwam de heer Stapelkamp (a.r.) in 't geweer. In de eerste plaats, zo zeide hij, had de heer Van Lienden veertien dagen de tijd ge had om zijn amendement in te dienen en ten tweede had Minister Joekes nu hij reeds een kostenberekening had gegeven best dit wets ontwerp kunnen afhandelen. Van het spoed eisend karakter van dit ontwerp blijft door deze gang van zaken niets meer over. In feite stond de hele Kamer achter hem. Zelfs in „Het Vrije Volk", het dagelijks partijblad van de P.v.d.A., en daarom waarschijnlijk ook het lijfblad van onze minister van Sociale Zaken, werd de af keuring uitgesproken over deze gang van zaken. Dit is te begrijpen. Als er één groep van per sonen is die geholpen moet worden, is het wel onze ouden van dagen. Dat zij het slachtoffer worden van een ongelukkige regie in de Tweede Kamer is slechts te betreuren. Temeer, daar iedere partij in ons land haar medewerking wil geven om deze mensen te helpen. Hier stond geen partij-politiek, doch slechts een gebrek aan regie onze ouden van dagen in de weg. In Maart komt dit wetsontwerp weer aan de orde. Laten wij hopen dat het dan spoedig de voorzittershamer zal passeren. Engeland staat op het ogenblik, dat wij dit schrijven, nog geheel in het teken van de ver kiezingen, die op 23 Februari de beslissing zul len hebben gebracht, welke partij de komende vijf jaren aan het bewind zal zijn. Hoewel de uitslag bekend zal zijn, wanneer deze regels in de courant verschijnen, lijkt het niet ondienstig nog even de positie van de beide grote partijen, de labourpartij (socialistisch) en de conserva tieven, na te gaan, zonder dat wij ons uiteraard aan voorspellingen zullen wagen. Dit voorspel len lokt, vooral nadat de beroemde Dr Gallup in 1948 met zijn opinie-onderzoek naar aanlei ding van de presidentsverkiezingen in de Ver. Staten de plank zo mis bleek te hebben gesla gen, niet zo erg aan. Bovendien kunnen met het Engelse kiesstelsel kleine oorzaken grote gevolgen hebben. Zoals men weet, is, in tegenstelling tot ons AGENDA Zaterdag 25 Febr.: Filmvoorstelling in Amicitia. Aanvang 8 uur. (Zie annonce.) Maandag 27 Febr.: Jaarvergadering V-V.V. „Hol tens Belang" in hotel Vosman. Aanvang 8 uur. Dinsdag 28 Febr.: Landbouwlezing in hotel Vosman, voor veehouders, van Wessanen, Wormerveer. (Zie annonce.) Woensdag 1 Maart: Donateursavond Meisjesver. „Martha" en „Jong Leven" in Irene- Aanvang 7.30 uur. Donderdag 2 Maart: Ledenvergadering Bond v. Staatspensionnering in café M. Kalfsterman. Aanvang 7.30 uur. Vrijdag 3 en Zaterdag 4 Mrt.: Jaarfeest Jongens club Espelo in de O.L. school. Aanvang 7 uur. Zaterdag 4 Maart: Uitvoering Motorclub in Ami citia. (Zie annonce Dinsdag 7 en Woensdag 8 Maart: Jaarfeest C.J-M.V. in het Dorp, in Irene. Woensdag 8 Maart: Toneelavond Volksonder wijs in Amicitia. (Zie annonce.) Woensdagavond 8 Maart (Biddag): Reciteer- wedstrijd in de Geref. Kerk. Vrijdag 10 Maart: Jaarvergadering Vereniging „Een School met de Bijbel". Aanvang 7.30 uur- Zaterdag 11 Maart: Contact-avond Band Ned. Indonesië, in Amicitia, met verrassingen. Woensdag 15 en Donderdag 16 Maart: Jaarfeest C.J.M.V. en Knapenvereniging Dijkerhoek in gebouw Bethanië- Aanvang 7 uur. stelsel, in Engeland het districtsstelsel in zwang. Het land is verdeeld in 625 districten, die elk een afgevaardigde naar het Lagerhuis zenden. Een kleine meerderheid in een district levert dus evenveel op als een grote, doch er is maar een geringe verschuiving nodig om een kleine meerderheid in een kleine minderheid te ver anderen en zo kunnen slechts weinig stemmen er voor zorgen, dat een district „om" gaat. Verder kan de mededinging van de liberale partij in alle kiesdistricten op 150 na van be lang zijn. Deze partij, in vroeger jaren de grote tegenstandster van de conservatieven, nu met 10 leden in een parlement van 640 vertegen woordigd, roert zich heftig om iets van haar vroegere grootheid te herwinnen. En ongetwij feld zou met een ander kiesstelsel haar aantrek kingskracht groter zijn dan op het ogenblik. De liberale kiezers zijn nu n.l. in vele gevallen voor het dilemma geplaatst: stemmen op een liberale candidaat, die volgens Bartjen weinig kans maakt op de overwinning, of stemmen op een conservatief, wiens programma de liberalen nader ligt dan dat van de socialisten, om op deze manier gemeenschappelijk te trachten de over winning van de socialistische candidaat tegen te gaan. Dat de socialisten deze krachtsinspan ning van de liberalen met genoegen zagen, lag voor de hand, want zo konden de anti-socialis tische stemmen versnipperd worden. De propaganda van de conservatieven heeft zich vooral gericht tegen de onpopulaire zijden van het Labour-bewindde rantsoeneringen, de hoge belastingen en de nationalisatie van be paalde bedrijfstakken. Zij beloofden bezuinigin gen in het gezwollen overheidsapparaat aan te brengen en door een wijziging van de belasting- politiek en het toekennen van groter vrijheid de industrie en handel tot groter activiteit te prik kelen, dit alles gecombineerd met het handha ven van de sociale maatregelen, die de laatste vijf jaar zijn ingevoerd. Labour heeft vooral gewezen op wat deze vijf jaar bereikt is: Engeland heeft het zgn. „full employment", werkgelegenheid voor een ieder, kunnen handhaven, dank zij de leiding, zeggen de socialisten, die de regering aan het econo mische leven heeft gegeven en zal blijven geven, want voor de socialisten is deze leiding niet zo zeer een noodzaak in tijden van schaarste, maar een beginsel, dat onder alle omstandigheden verkieslijk is. De verkiezingen zijn grotendeels op binnen lands terrein uitgevochten, totdat Churchill vo rige week in een rede te Edinburg te kennen gaf voorstander te zijn van een gesprek op het hoog ste niveau tussen Amerika, Rusland en Enge land, nu door de nieuwste staaltjes van het men selijk vernuft, zoals de atoom- en waterstof bom, het te betwijfelen valt, of de menselijke beschaving een oorlog met deze wapenen zou overleven. Als verkiezingsmanoeuvre was dit een knappe zet, want wat willen alle redelijk denkende mensen anders dan een poging om tot overleg en overeenstemming te komen met Rus land? En voor velen, die hun keus nog niet be paald hadden, heeft een dergelijke uitlating van een man met zo'n groot prestige op het gebied van de buitenlandse politiek, wel eens de door slag kunnen geven. Internationaal gezien, betekent Churchills uit lating een versterking van die groepen in het Amerikaanse Congres, die reeds enige tijd op een gesprek met Rusland aandringen. Het en thousiasme van Truman en Acheson is echter niet bijzonder groot, want, zo redeneren zij, zou het verzoek om te praten door de Russen niet als een teken van zwakheid worden opgevat, een zwakheid, die (de les van Hitler heeft het be wezen) in ieder geval moet worden vermeden. En zwakheid is er nu nog te veel. Nog steeds wachten de landen in Zuid-Oost-Azië, dat we wel de krater van de wereldvulkaan kunnen noemen, angstig op de politieke koers, die Amerika hier

Erfgoed Rijssen-Holten

Holtens Nieuwsblad | 1950 | | pagina 1