19
domspensioen ook de pensioenrechten van zijn
weduwe of ouderloze kinderen veilig kan stellen. Ook
kan iedereen die na 1 januari 1957 nooit of over
een bepaalde periode niet verzekerd is geweest
zich alsnog vrijwillig verzekeren. Men moet zich dan
wel aanmelden vóór 1 januari 1973.
Vraag:
Geldt dat dan ook nog voor mensen, die al vóór 1
januari 1957 zijn vertrokken uit Nederland?
Antwoord:
Jazeker! Voor hen bestond, zoals u daarnet terecht
opmerkte, al eerder de gelegenheid om vrijwillig
AOW-premie te betalen, maar de termijn voor dié
aanmelding was gesloten. Nu hebben dus ook deze
mensen opnieuw en wel tot 1 januari 1973 de
gelegenheid zich aan te melden. Natuurlijk moeten
ze dan ook premie gaan betalen over de verstreken
jaren, hetzij aansluitend aan hun verplichte verzeke
ring, hetzij vanaf 1 januari 1957.
Vraag:
Heeft het opnieuw openstellen van zo'n aanmeldings
termijn voor oude gevallen eigenlijk nog zin? Wie
daar belang bij had zal zich toch wel in het verleden
tijdig hebben aangemeld?
Antwoord:
Dat valt tegen! Hoewel daar in ruime mate voorlich
ting over is gegeven en ondanks het feit, dat de aan
meldingstermijn toen zelfs nog enkele malen is ver
lengd, werden er de laatste keer een paar duizend
aanmeldingen te laat ingediend, waardoor ze toen
jammer genoeg niet meer in behandeling konden wor
den genomen.
Vraag:
Laten we hopen dat men ditmaal niét tot het aller
laatste moment wacht!
Antwoord:
Dat hopen we zeker. Oók met het oog op de ver
werking. De behandeling van deze gevallen kost nl.
veel tijd, ook doordat vaak nog verschillende gege
vens moeten worden verzameld. Lang niet elke aan
melding kan dan ook snel worden afgehandeld. Maar
als men zich op tijd heeft gemeld en een ontvangst
bevestiging heeft gekregen, dan hoeft niemand zich
ongerust te maken als het nadere bericht wat langer
uitblijft. Het komt in iéder geval.
Overigens zou het erg plezierig zijn als men bij de
aanmelding zoveel mogelijk gegevens verstrekt, met
name over geboortedata en nationaliteit, ook van
echtgenote en kinderen. Dat kan veel werk besparen.
Vraag:
En nu de tweede groep van gevallen waarover u sprak.
Degenen, die na 30 september 1959 en vóór 1 januari
1972 weduwe of wees zijn geworden maar geen recht
hadden op AWW-pensioen. Welke gevallen zijn dat?
Antwoord:
In 't algemeen die, waarin de overleden echtgenoot,
vader of moeder ten tijde van het overlijden niet
verzekerd was. U weet: is er géén AWW-verzekering
bij 't overlijden, dan is er in 't algemeen ook geen
recht op uitkering. Men kon zich tot dusver ook niet
vrijwillig verzekeren voor de AWW. Nu de mogelijk
heid daartoe wèl geopend is, heeft men die oude
groep van weduwen en wezen voor wie dus geen
vrijwillige verzekering kón worden afgesloten on
der bepaalde voorwaarden alsnog sinds 1 januari 1972
recht op AWW-pensioen willen geven.
Vraag:
Wat zijn die voorwaarden eigenlijk?
Antwoord:
't Is in ieder geval vereist dat de overledene na de
15e maar vóór de 65e verjaardag in Nederland heeft
gewoond. Verder moet de weduwe of de wees zelf
ook voldoen aan bepaalde voorwaarden voor wat be
treft nationaliteit en woonplaats, 't Kan ook erg be
langrijk zijn dat er ten tijde van het overlijden
vrijwillige premie AOW werd betaald.
Verder zijn er dan nog gevallen, waarin de over
ledene wèl verzekerd was volgens de AWW, maar
dat om een andere reden geen pensioen kon worden
verleend. Dat kan het geval zijn als iemand na zijn
65e verjaardag is overleden maar vóór die verjaardag
nooit verzekerd is geweest. Ook kan zo'n geval zich
voordoen als het overlijden bij het begin van de ver
zekering redelijkerwijs binnen een jaar kon worden
verwacht.
Is om een van deze redenen destijds geen AWW-
pensioen toegekend, dan kan de belanghebbende daar
voor nu sinds 1 januari 1972 alsnog in aanmerking
komen.
Vraag:
Kunnen ook gescheiden vrouwen, wier gewezen man
is overleden, van die regeling profiteren?
Antwoord:
Zeker wel! We kunnen in dit korte bestek natuurlijk
niet alle denkbare situaties en daarvoor geldende
voorwaarden bespreken, maar het is zeker aan te
bevelen dat alle weduwen, gescheiden vrouwen of
verzorgers van ouderloze kinderen, die menen dat
aan deze regeling misschien een recht op pensioen
kan worden ontleend, zo spoedig mogelijk aan de bel
trekken!
Vraag:
Een laatste vraag. Ik kan me voorstellen dat iemand
in de loop van 1972 komt te overlijden nog vóórdat
hij zich voor vrijwillige premiebetaling heeft aange
meld. Hebben de weduwe of de ouderloze kinderen
dan geen enkel recht?
Antwoord:
Ook hier is een regeling voor getroffen. Na het over
lijden mag in zo'n geval nl. ook door de weduwe zelf
of door iemand anders voor de aanmelding worden
gezorgd mits dat gebeurt vóór 1 januari 1973. Die
datum is ook hier dus erg belangrijk. Is de premie
dan betaaid dan kan daarmee worden bereikt, dat er
toch recht ontstaat op AWW-pensioen.
Er bestaat een folder met nadere gegevens over deze
bijzondere regeling en de adressen waar L) zich kunt
melden of nadere inlichtingen kunt vragen. Die folder
heet: „Een verzorgde toekomst". Ze is gratis verkrijg
baar bij het Voorlichtingscentrum Sociale Verzeke
ring, Rhijnspoorplein 1 in Amsterdam en verder in
het buitenland bij alle Nederlandse ambassades en
consulaten.