11 februari 19TO
GOUDEN JUBILEUM 6-5-1970
De heer J. Vos
De heer J. Brinks
Aanwezig de heren: H. Jordaan, J. H. Seppen-
woolde, A. Borkent, J. H. Nijland, T. Brandriet,
A. H. Wennemers, W. Companje, M. Kreijkes en
V. K. Pavlicek.
Afwezig de heren: J. W. Pongers, A. R. Keijman,
A. J. Seppenwoolde en J. C. Torn.
1. Opening
In het welkomstwoord worden speciaal betrok
ken de nieuwe leden, de heren T. Brandriet en
M. Kreijkes.
2. Installatie nieuwe ondernemingsraad
Alvorens de voorzitter in volgelvlucht de taak
en bevoegdheden van de Ondernemingsraad
schetst, memoreert hij hetgeen voorafgegaan is
aan het tot stand komen van deze raad.
Een en ander blijkt niet zo verlopen te zijn als
men wel verwacht had. Vooral de wijze van
kandidaatstellen door de drie vakorganisaties
is teleurstellend geweest. We zullen in de toe
komst inzake kandidaatstelling voor de Onder
nemingsraad tot een andere aanpak moeten
komen, aldus de voorzitter.
Uit hetgeen naar voren gebracht is ten aanzien
van de taak en bevoegdheden van de O.R. lich
ten wij de volgende punten toe:
De Ondernemingsraad heeft tot taak, zulks
onder erkenning van de zelfstandige functie
van de ondernemer, naar vermogen bij te dra
gen tot een zo goed mogelijke functionering
van de onderneming en een goede samenwer
king in de onderneming te bevorderen.
Wat de bevoegdheden betreft: deze liggen op
het terrein van adviseren inzake maatregelen
die van belang zijn, het medespreken over
werktijden, ploegendiensten, veiligheid en ar
beidsreglement. Voorts het bewaken van wat
in de Collectieve Arbeidsovereenkomst tussen
werkgevers- en werknemersorganisaties is over-
8