Ah.u. HET VROEGE KIEVITSEI 7 Het beeld wordt iets duidelijker wanneer we de winnaars en verliezers tegenover elkaar stellen: Winst Verlies XR.P. 171 S.G.P. 233 116 K.V.P. 111 V.V.D. 10 P.v.d.A. 65 C.P.N. 6 B.P. 43 P.S.P. 12 G.P.V. 17 Voogd 33 D '66 61 Overigen 26 452 452 We kunnen het ook nog anders stellen: van de toename van 1116 stemmen, hadden, indien de verhoudingen gelijk gebleven waren, moeten toevloeien aan: in werkelijkheid toegevloeid K.V.P. 116 5 P.v.d.A. 194 129 V.V.D. 27 37 A.R.P. 131 247 C2H.U. 104 275 BP.N. 3 9 RS.P. 4 16 S.G.P. 475 242 B.P. 55 12 G.P.V. 3 20 i 1 Voogd Overigen 4 124 D '66 i 1116 1116 rest Vooral uit deze laatste opstelling is het duidelijk dat de verschuivingen in Rijssen weer geheel anders liggen dan over het algemeen in Neder land. Het ligt uiteraard niet op onze weg hiervoor een verklaring te zoeken. Een interessant ver schijnsel is het echter wel voor een ieder die belang stelt in het politieke leven in onze plaats. Piet Smul zat in de schuyt van Leyden op Den Haag En toefde bij het roer, terwijl een Maartsche vlaag Verkeerde in zonneschijn; daar kwam een knaap geloopen: „Een Kievitsei! wie wil 't voor twee zest halven koopen?" ,,'t Is vroeg" zei Smul, „en 'k neem 't voor één zest half". „Zeg twee, Mijn Heer, en neem 't ei in 't Mandje meê!" De koop lukt en de schuyt wordt van den wal gestooten; Met roept de knaap: „Mijn Heer, haast was mij iets ontschoten: Het vuur dient voor uw ei niet al te hard gestookt; Ons Grootje heeft het al verleden jaar gekookt." A. C. W. Staring.

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1967 | | pagina 7