Na een kruip-door sluip-door rit door de nauwe
binnenstad waren we nog net op tijd voor de
boot die om 12 uur naar Woudrichem zou ver
trekken.
Het volgende reisdoel was namelijk het Slot
Loevestein.
Het gezelschap moest hiervoor dus eerst gebruik
maken van de veerboot naar Woudrichem „de
Stad van Jacoba van Beieren" (althans volgens
de grote welkomstborden) en werd vervolgens
per speciale boot gevaren naar het beroemde
punt „waar Maas en Waal tesamen vloeien".
Deze tocht was wel een van de hoogtepunten
van de reis; het stralende weer, het drukke
scheepvaartverkeer, het prachtige uitzicht op de
beide oude vestingstadjes en het middeleeuwse
slot, de1 brede rivier met het snel stromende
water was voor ons Twentenaren, op het ge
bied van water niet bepaald verwend, een be
levenis.
De overtocht duurde ongeveer een half uur,
waarna we aan land gingen op de landtong
waar het slot Loevestein gebouwd is.
Het bleek dat er steeds aan de restauratie wordt
gewerkt, een object dat miljoenen kost.
Een in middeleeuws kostuum gestoken gids „een
schier kèlke" leidde ons rond door gangen
en zalen. Natuurlijk werd ook de boekenkist
getoond waarin Hugo de Groot zo'n 300 jaar
geleden uit z'n gevangenschap ontsnapte.
Na een klein uurtje moesten we terug naar
Gorcum waar de bus ons wachtte.
Via Zaltbommel naar Alem waar juist enkele
weken tevoren een klokkenmuseum was ge
opend in een oud kapelletje.
Verschillende clubleden hadden intussen dorst
gekregen wat zij, eenmaal weer in de bus ge
stapt, niet onder stoelen of banken staken, ge
tuige het met droge kelen gezongen drinklied.
Maar, ook dit was voorzien en prompt om half
vier streken we neer in Heerewaarden waar we
in een prima gelegenheid een lekker kop thee
dronken met een echte „Brabantse Bol".
Door het land van Maas en Waal reden we
daarna naar Nijmegen waar gelegenheid was
om nog wat te winkelen.
Om zes uur werd dan eindelijk de tocht naar
huis aanvaard, d.w.z. voorlopig tot Lochem
waar we verwacht werden in de „eettent" dat
een mooi hotel bleek te zijn in de prachtige
omgeving van de Lochemse berg. Hier was het
heerlijk toeven na de drukte van Nijmegen.
Tegen achten ging het gezelschap aan tafel voor
het nuttigen van een goedverzorgd diner. Het
Éti
hoeft nauwelijks gezegd, dat iedereen het zich
goed liet smaken.
Ook aan dit gezellig samenzijn moest echter
een eind komen en voor de laatste maal werd
de bus opgezocht die ons om ongeveer 10 uur
weer bij kantoor afzette.
Ook deze reis was weer mede dank zij het goede
weer zeer voorspoedig verlopen en we geloven
te mogen zeggen dat alle deelnemers volop ge
noten hebben.
In september of oktober hopen we een kleine
reprise te houden in de vorm van een avond in
de leeszaal van het Parkgebouw waar de ge
maakte dia's vertoond zullen worden, zowel van
deze reis als van de vorige, die u nog niet ge
zien hebt.
De reclukatepersers horen er nog nader van!
9