in memoriam de heer J.J. ter Horst
en mevrouw A. B. M. ter Horst-Künsemüller
In februari werd de familie Ter Horst wel zeer
zwaar getroffen door twee sterfgevallen.
Nadat op 10 februari mevrouw A. B. M. ter Horst-
Künsemüller vrij plotseling was heengegaan,
overleed op 23 februari, eveneens vrij onver
wacht, haar echtgenoot de heer J. J. ter Horst,
oud-directeur van ons bedrijf.
De heer en mevrouw Ter Horst hebben tijdens
hun leven een grote plaats ingenomen in de
Rijssense gemeenschap. In het bijzonder echter
leefden zij mee met alles wat de fabriek betrof
en met hen die daarin werkten.
Uiteraard was het contact met het kantoor het
nauwst en vooral het kantoorpersoneel heeft dan
ook hun medeleven en belangstelling in lief en
leed mogen ervaren. Het is zich er van bewust
welke belangrijke rol mevrouw J. J. hierbij ver
vulde.
De heer J. J. ter Horst, meneer Jan, werd in 1917
als firmant in de firma opgenomen, samen met
zijn broer de heer J. H. ter Horst en de heer M.
G. van Heel, en belast met de commerciële aan
gelegenheden.
Het was een zeer moeilijke tijd voor de toenma
lige leiding. Het uitbreken van de eerste wereld
oorlog schiep vele problemen voor de driehoof-i
dige leiding. Op deze vier sombere jaren volgde
een tijd van grote bedrijvigheid.
Mede door de vooruitziende blik van wijlen
meneer Jan werd in 1924 de eerste steen gelegd
van de fabriek „Bijvank", kort nadat in 1923 het
predicaat „Koninklijke" was ontvangen.
Zeer veel problemen brachten de dertiger jaren
voor de directie mede. Doch steeds wist men,
mede door het initiatief van de heer J. J. ter Horst
het bedrijf op gang te houden, ook tijdens de
tweede wereldoorlog.
Mede onder zijn bekwame leiding werd na de
tweede wereldoorlog een aanvang gemaakt met
een algehele modernisering van het machine
park.
Naast de grote verdiensten die wijlen de heer
Ter Horst voor de onderneming waarvan hij
directeur was heeft verworven, had hij ook be
langstelling voor de gemeentepolitiek. In 1918^^
gekozen als raadslid, was hij van 1927 tot 1941^^
wethouder van de stad Rijssen.
Voor zijn vele en grote verdiensten werd hij in
1950 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje
Nassau.
In hem verloor bedrijf en stad een figuur die zeer
veel heeft bijgedragen tot het algemeen welzijn.
Hoewel hij zich de laatste jaren niet meer actief
bezig hield met de leiding van het bedrijf bleef
hij intens meeleven met de gang van zaken. Men
kon hem nog geregeld op kantoor zien, waar hij
links en rechts informeerde hoe het ging.
Nog kort voor zijn overlijden maakte hij op een
avond een rondgang door de fabriek waarmee
hij zich zo met hart en ziel verbonden voelde.
4