Lente
Inhoud:
pag.
Lente 2
Concert Muziekvereniging
„Wilhelmina" 2
In memoriam de heer J. J. ter Horst
en mevrouw A. B. M. ter Horst-
Künsemüller 5
Voorlichtingsbijeenkomst
Textiel vakschool 6
Gedecoreerden 8
Jubilea 12
Jaarvergadering
„Arbeidersbouwfonds"
Ter Horst Co. N.V. 17
Aftrek belasting 17
Met pensioen 18
Ondernemingsraadvergadering
op 26 november 1964 20
Ondernemingsraadvergadering
op 18 december 1964 24
Vergadering met de Contactcommissie
te Holten op 18 december 1964 31
Werktijdregeling ploegen na 31 maart
1965 31
Werknemersverklaring 31
Vergadering Contactcommissie
op 12 maart 1965 32
Laatste ontspanningsavond
„Parkgebouw" 33
Textielquiz 3 6
Oostenrijk Uw vakantieland 39
Dankbetuigingen 40
Personalia 42
Puzzel 43
De lente was er pas echt op 25 maart. Plotseling
zat er een vlinder op de asbak, thuis in de kamer.
Nu ja, helemaal een vlinder kon je er nog niet van
maken, want wanneer je als vlinder juist de cocon
kapot hebt geknaagd en je bent er na veel gezwoeg
uitgekropen, dan duurt het nog wel even voor je
de vleugels uit de plooi hebt.
Het was een wonderlijk gebeuren nu het nog zo
winters buiten was en de nachtvorst nog een witte
wereld toverde, zo plotseling de lente in huis te
hebben, in de vorm van een grote vlinder. Het was
dan ook niet verantivoord de juist geborene in de
koucle avond buiten te zetten in een donkere on
bekende wereld. Dus dan maar op de uitbundim
bloeiende witte azalea gezet, waar meeldraden
genoeg 1 varen om van te snoepen en in 't leven
te blijven.
't Was een heel mooie vlinder, groot en helemaal
lichtgroen met donkergroene vlekken, 't leek wel
alsof het schutkleuren waren tegen de achtergrond
van 't licht en donkergroen van de azaleabladeren.
Toen deze vlinderpop in de herfst in de schuur
werd gevonden en achteloos mee naar binnen was
genomen werd deze geheel vergeten totdat zij de
lente aankondigde op die koude avond van de
25ste maart in de vorm van de vlinder, 't Weekend
kwam met die mooie zomerse dag, maar er was
niemand thuis en geen enkele vlinder kan door de
de ruiten heen vliegen de eerste lentezon te
gemoet. Zo moet zij uitgeput op de vensterbank
terecht zijn gekomen en bleef daar tot zij de vol
gende dag op een blauwe scilla die ook al in
één dag tijd in volle bloei was gekomen werd
neergezet.
Zo zal de vlinder misschien nog kans van leveM
krijgen temidden van de juist ontioaakte natuur,
de bijen die van de ene schaarse bloem naar de
andere vliegen, de mieren heel klein maar ze zijn
er al, ze zijn een en al bedrijvigheid en niemand
weet waarmee, en niet te vergeten de alles ver
warmende lentezon.
Vandaag 29 maart zit de vlinder nog op de blauive
bloem en laat heel haar wereld, de zon, de primu
la's, de scilla's, de bijen en de mieren nog achte
loos aan haar voorbijgaan.
Misschien redt ze het en vliegt de zomer te
gemoet
Met recht kunnen we hier de woorden van Dr.
Fop, I. Bouwer aanhalen dat „al wat leeft en groeit
ons altijd iveer boeit".
2