bevoorraden. In grote trekken zouden wij kunnen zeggen, dat, alles uiteraard onder voorbehoud, wij de toekomst voor ons bedrijf zeker niet somber inzien. Verder vraagt de heer Borkent hoe het momenteel staat met de opleiding voor de jeugd. De heer Pavlicek beantwoordt deze vraag en zegt dat thans in Rijssen een Stichting is gevormd on der de naam, „Stichting Vorming Bedrijfsjeugd voor Rijssen en Omgeving". Deze Stichting is soortgelijk aan de „Roggekamp" in Almelo (reeds gesticht in 1950) en in Nijverdal waar ook een dergelijke Stichting bestaat. Wij hebben eerst getracht om de algemene ontwikke ling en lichamelijke opvoeding van de 14- en 15- jarigen (verplichte halve dag per week) zelf te doen, maar deze groep wordt steeds groter, zodat wij het binnen niet al te langen tijd zelf niet meer aan zouden kunnen wat organisatie betreft. Een verdere uitbreiding zou bovendien ook qua verhoudingsgewijze zeer hoge kosten niet verant woord zijn. Indertijd zijn wij met 6 jongens gestart maar thans hebben wij 44 jongens van deze leeftijd, zodat deze groep té groot is geworden. Binnen enkele maanden wordt het bovendien ook verplicht dat jongens van 14 jaar minimum een halve dag algemeen vormend onderwijs ontvangen aan een instituut erkend door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Er wordt zelfs naar gestreefd om dit uit te breiden tot 18 jaar. Deze algemene vorming omvat onder meer maatschappijleer, sociale wetten, enz. Enige jaren geleden is het reeds voor de meisjes verplicht ge steld, dat wanneer ze in een bedrijf aangenomen zouden mogen worden met 14 jaar, zij minstens een halve dag een verdere opleiding zouden krij gen. Dit wordt nu bij jongens ook op dezelfde manier verplicht gesteld. Tot nu toe hadden wij voor onze jongens op vrijdagmiddag 2 uur lichamelijke oefe ningen en 2 uur algemene ontwikkeling, gegeven door een leraar van de plaatselijke U.L.O. In verband met het feit dat een en ander in de nabije toekomst verplicht zou worden gesteld, hebben op ons initiatief verschillende bedrijven hier ter plaatse contact met elkaar opgenomen waarna uiteindelijk genoemde Stichting in het leven is geroepen. Per 1 januari is een officiële kracht aangesteld die voor alle bedrijven de lessen zal verzorgen. Men kan deze algemene vorming beschouwen als een verlenging van de lagere school. Een en ander staat uiteraard geheel buiten de andere opleidin gen zoals o.a. de Textielvakschool in Nijverdal en onze eigen speciale Weverij-opleiding. Momen teel hebben wij zelf ook een geheel aparte oplei ding voor de Naaierij; deze wordt gegeven in een zaaltje boven de Naaierij en het is reeds opgeval len dat hier door de meisjes minder fouten worden gemaakt dan in de Naaierij zelf; dit staat natuur lijk ook wel in verband met het feit dat deze meis jes niet op tarief werken, maar het blijkt toch wel beter te zijn dat ze eerst het vak goed leren en daarna op tarief gaan werken. Verder gaan deze meisjes ook per week een hele dag naar de Christelijke Landbouwhuishoudschool hier ter plaatse voor algemene vorming. De heer W. Harbers informeert of de nieuwe werkomschrijving voor de Timmerkamer al klaar is. De heer Pavlicek antwoordt dat de werkomschrij ving reeds klaar is, doch dat deze nog ingediend moet worden. De Voorzitter zegt dat dit dus in behandeling is. De heer Spenkelink stelt de vraag of de water voorziening in Beek beter geregeld zou kunnen worden. Op het drinkwater en het water in de wasgelegenheid zit vaak zeer weinig druk en het zit vol roest. De heer Beunk bevestigt dat men inderdaad vaak geen water heeft in de wasgelegenheid. Spreker meent dat een en ander zeer eenvoudig verholpen zou kunnen worden, door de afsluitkraan te repa reren. De Voorzitter zegt dat dit doorgegeven zal wor den. De heer Kippers stelt de vraag of het mogelijk is de verlichting te verbeteren achterom de Smederij het is hier namelijk slecht verlicht en er ligt altijd erg veel rommel, zodat dit een gevaar oplevert voor de mensen uit de Geurne die 's avonds en 's nachts via deze ingang van en naar het werk gaan, dit is namelijk de kortste weg, zodat de meesten hier ook gebruik van maken. De Voorzitter zegt dat dit doorgegeven zal worden. Verder niets meer aan de orde zijnde, dankt de Voorzitter de leden voor hun opkomst en sluit hiermede de vergadering. 29

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1965 | | pagina 29