dus in de kaars weg. Hoe dieper de vlam wegzakt,
des te moeilijker wordt liet voor de verbranding
benodigde zuurstof, in de kaars te komen.
De opstijgende warme lucht verhindert dit. Na
enige tijd zal de vlam daarom kleiner worden en
tenslotte doven. Men kan dus aan een groep fi
guurkaarsen geen hoge eisen stellen.
Gekleurde kaarsen
Men kleurt kaarsen, door vóór het gieten kleurstof
aan het gietmateriaal toe te voegen. Voor de pro-
duktie van kleine aantallen gekleurde kaarsen
dompelt men ook wel witte kaarsen in een bad
met gekleurd gietmateriaal.
Fabricage van thee- en devotielichten
Naast kaarsen en kaarsepit produceert Gouda-
Apollo thee- en devotielichten. Deze lichten wor
den van zuivere paraffine vervaardigd. Door het
gebruik van deze lichten in glaasjes, waardoor
druipen uitgesloten is, kan (goedkopere) paraffine
in plaats van stearine als grondstof dienen. De
devotielichten worden nog volgens het eerder om
schreven opdruksysteem vervaardigd, echter zon
der gelijktijdige aanbrenging van de pit. Bij het
gieten van de blokjes worden deze voorzien van
een gat waar doorheen later het pitje gestoken
wordt. Deze pit wordt op dezelfde wijze vervaar
digd als de kaarsepit, doch ondergaat nog een na
bewerking. De pit wordt door een bad met ge
smolten was geleid, waardoor deze bekleed wordt
en later gemakkelijker in de lichten is te steken.
Daarna wordt de pit in de voor de lichten beno
digde lengte gesneden en aan één zijde in een
metalen houdertje geklemd. Dit houdertje zorgt
ervoor, dat de pit rechtop in de tijdens het bran
den geheel gesmolten paraffine blijft staan en dus
niet omvalt, waardoor het lichtje zou doven.
De theelichten worden „gesneden" uit van te vo
ren gegoten paraffine. Bij het afsnijden van de
lichtjes worden deze gelijktijdig doorboord voor
de later mechanisch aan te brengen pit. Deze pit
is op dezelfde wijze vervaardigd als bij de devo
tielichten.
De fabriek Gouda-Apollo (Gouda van de stad
waar de kaarsen geproduceerd worden en Apollo
van dc god van het licht) levert zo jaarlijks 40-50
miljoen Goudakaarsen aan het publiek af en dan
praten wij nog niet van onze in ieder gezin zo
bekende waxine-theelichtjes.
Tot slot willen wij u nog enkele wenken meege
ven voor het branden van kaarsen:
Plaats de kaars niet te dicht bij elkaar: 10 cm is
een veilige afstand. Als de afstand kleiner is, kun
nen de kaarsen gaan druipen door onderlinge
warmte.
Een kaars brandt goed, als de vlam niet bewogen
wordt door de tocht of een warme luchtstroom.
Dus nooit kaarsen op een schoorsteen boven een
brandende haard!
Raak bij het opnieuw aansteken van een kaars de
pit niet met de hand aan. Deze is bros en breekt
gemakkelijk. Een afgebroken stukje pit of lucifer-
resten in de kom gaan meebranden en vernielen
de kaars.
Als u bij het uitblazen van uw kaarsen uw hand
achter de vlam houdt, blaast u geen gesmolten
stearine weg en beschadigt u de kom niet.
Kaarsen moeten rechtop staan, vooral in de kerst
boom is dit belangrijk!
Kaarsen zijn goede rookverdrijvers. De beste re
sultaten bereikt u, als u de kaarsen aansteekt vóór
er in de kamer gerookt wordt.
Voor het passend maken van een kandelaar kunt
u over het gat een velletje natte watten leggen.
Daarna drukt u de kaars in het gat en kunt u de
overtollige watten met een scheermesje wegsnij
den.
Kaars vetvlekken in textiel kunt u verwijderen
door op de plek absorberend (vloei-)papier te leg
gen en de plek met een warm strijkijzer te be
strijken. Het kaarsvet wordt door het papier op
gezogen. Regelmatig een schoon stukje papier
gebruiken tot alle kaarsvet opgezogen is. Probeert
u echter eerst op een plaats, waar het geen kwaad
kan, of de stof warmte kan verdragen.
Theelichtjes mag men niet doven, vóór de gehele
oppervlakte van de paraffine vloeibaar is. Ook
kunt u het lichtje beter laten opbranden als de
paraffine gezakt is onder het metalen steuntje van
de pit. Dan brandt het glaasje schoon en is het
houdertje gemakkelijk te verwijderen, voor u een
nieuw lichtje in het glaasje plaatst. Raak de pit
van de lichten nooit met vochtige handen aan.
Druppels thee in het glaasje doven de vlam. Het
lichtje is dan niet meer aan te steken.
En hiermede willen wij nu besluiten om u van
harte heel goede Kerstdagen te wensen en een
voorspoedig 1965 voor u en uw gezin.
11