Ondernemingsraadvergadering op 26 februari 1964 Aanwezig: de heer H. Jordaan, Js. Harbers, J. H. Seppenwoolde, A. Borkent, G. J. J. Beunk, J. Bruins, J. Waanders, J. Heuver, G. Kippers, G. Wessels, A. J. Seppenwoolde, J. Baan, W. Har bers en V. K. Pavlicek, De heren A. H. W. Thomassen, G. J. van Putten, E. Dommerholt, J. Spenkelink en J. H. Nijland, waren verhinderd de vergadering bij te wonen. De voorzitter, de heer H. Jordaan, opent deze vergadering en heet allen hartelijk welkom. Spreker feliciteert alle leden met hun herbenoe ming als O.R.-lid en zegt te hopen op dezelfde prettige manier met hen te mogen samenwerken als in het verleden steeds is gebeurd. 2a. Notulen vergadering dd. 9 januari 1964 De notulen van de vergadering van 9 januari j.l. worden zonder op- of aanmerkingen goedgekeurd. Antwoorden op vragen gesteld in de vorige vergaderingen De heer Pavlicek beantwoordt vervolgens de vra gen die in de vorige vergadering werden gesteld. Vergadering dd. 20 december 1963 1. Vraag van de heer Heuver betreffende het aanbrengen van een nieuwe luchtkoker. Dit is wel wenselijk, al is het dan op een andere plaats dan in de Weverij (Bijvank II). Dit is in behandeling bij de heer Boonstra. Hieraan zal op korte termijn iets gedaan wor den. 2. De heer Nijland acht het van belang dat er aandacht wordt besteed aan de spillen bij de Schweiter-copsen. Sommige blijven bij het wisselen staan, hetgeen stagnatie geeft. Dit is doorgegeven. De heer Beunk merkt op dat het nu wel goed gaat, maar dat is niet altijd het geval. De kwaliteit van de garens speelt hierbij ook een belangrijke rol n.l. of het veel of weinig breekt. De voorzitter meent dat dit ook wel zo zal blijven. De heer Beunk vindt het prettig dat er aan dacht aan wordt besteed. 3. Vraag van de heer Seppenwoolde of het een blijvend euvel is bij de nieuwe ketel, dat het afblazen van stoom zo'n harde knal geeft. Vooral 's avonds is dit heel erg. Hiernaar is geïnformeerd. Een en ander houdt verband met de veiligheidskleppen. De heer Seppenwoolde meent dat het de laatste tijd toch niet meer zo veel lawaai geeft als in het begin. De heer Waanders vraagt of straks wanneer het weer warmer wordt, de mogelijkheid ook bestaat om minder stoom af te geven zodat het niet te warm wordt in de afdelingen. De voorzitter hoopt dat deze nieuwe ketel aan de verwachtingen zal voldoen. 4. Klacht van de heer Borkent dat er te weinig „hoge" wagens zijn voor vervoer van de Spinnerij naar de Spoelerij. Spreker vraagt of hier niets aan te doen is. Dit is met de bedrijfsleiding opgenomen; bij verschillende leveranciers is prijsopgave ge vraagd voor deze wagens, waarop reeds enkele antwoorden binnengekomen zijn. Vergadering dd. 9 januari 1964 1. Vraag van de heer Heuver om de lampen bij de klok in Weverij Bijvank II andersom te hangen, zodat de klok dan goed verlicht is. Dit is doorgegeven en veranderd. De heer Heuver zegt dat de klok bij de bazen- kast die er afgehaald was, weer op de goede plaats hangt; hiermee zijn thans geen moeilijk heden meer. De klok die bij de uitgang naai de kantine hangt is echter nog niet goed ver licht ondanks het feit dat men de lampen wel anders gehangen heeft. Spreker vraagt of deze lampen zo gehangen kunnen worden dat deze klok ook goed verlicht is. De voorzitter zal dit nog eens doorgeven. 10

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1964 | | pagina 10