Adventstijd. Het aansteken der kaarsen. Interieur van
een oude boerderij in het openluchtmuseum te Skan-
sen bij Stockholm.
nen", je zou het de krakelingen-dennendans kunnen
noemen.
Nog even iets over typische gerechten, een belangrijk
onderdeel van het Kerstmenu is de „Julskinka", dat
wij hierboven noemden.
Het is de „Kerstham". En waarom nu juist een ham?
Wel, een ham is het smakelijkste deel van het varken
en het varken was het dier, dat in de voorchristelijke
tijd op de midwinterfeesten geofferd werd aan de god
Frö, de god van de vruchtbaarheid.
Niet alleen de ham, ook het vleesnat waarin de ham
gekookt wordt speelt een belangrijke rol. Het wordt in
een schaal of ketel gedaan waar men rondom gaat
zitten. Er worden stukjes brood in gedoopt, die men,
doordrenkt van het vleesnat, nuttigt. De kerstavond
wordt daarom ook wel „dopparedagen" dip-dag dus,
genoemd.
Een ander belangrijk dier in de kersttijd is de bok.
Naast de kerstboom heeft de uit stro gevlochten bok
een ereplaats. Ook andere uit stro gevlochten orna
menten zijn gebruikelijk, maar de bok mag beslist niet
ontbreken. Zo maakt men tegenwoordig ook kerstbal
letjes en engeltjes, de kerstkribbe, al dan niet van of
met stro komt eerst de laatste jaren in de mode.
Over dat stro en die bok moeten wij nog wat ver
tellen.
Het stro is ook niet bepaald van in-christelijke oor
sprong. In vroeger dagen geloofde men dat in de
nacht van het midwinterfeest, dus wat nu de kerst
nacht is, de doden terug zouden komen om de leven
den te bezoeken, die nu in hun vroegere huis of boer
derij leefden. Natuurlijk moesten die bezoekers ook
kunnen slapen en dus werden in die nacht de bedden
door de levenden niet gebruikt. Zij spreidden stro op
de grond en daar sliepen zij op.
Met die bok is eigenlijk wel het meest voor-christe
lijke element vertegenwoordigd, want de bok was het
dier dat de wagen van de god Thor trok. Soms kon
men het rammelen van de wagen horen, dan donderde
het!
Dit nu zijn slechts enkele fragmenten die ons con
fronteren met een oorsprong die in wezen on-chris-
telijk is, maar die volledig zijn opgegaan in het heden
daagse Kerst-begrip. Niemand stoort zich er aan, nie
mand weet beter of het hoort er bij.
Is het bij ons niet eigenlijk net zo?
Neem nu eens onze kerstboom, die is vrijwel overal
het middelpunt van de huiselijke kerstfeestviering.
Men schaart zich er rond en zingt de kerstliederen.
Die kerstboom is een traditie. Tenminste dat denken
wij, want de kerstboom is nog jong, hoogstens enkele
eeuwen. Wanneer de kerstboom bij ons zijn bestaan
begon, wij weten het niet. Wel vonden wij ergens dat
voor het eerst in 1605 in Straatsburg over een kerst
boom geschreven is. In Zweden dateert het gebruik
van de kerstboom eerst uit 1741, dus maar weinig
meer dan 200 jaar.
En toch heeft deze kerstboom een oorsprong. Vroe
ger had men op de Zweedse boerderijen een soort
levensboom, wellicht verwant aan die welke op oude
saksische boerderijen in Twente voorkomen. Deze^k,
levensboom werd met kerstmis versierd, afhankelijk^^
van de welstand van de familie mooi of minder mooi,
kostbaar of eenvoudig. Deze levensboom werd naar
buiten gedragen over de akkers om een goede oogst
voor het volgend jaar te verzekeren.
Doch toen de mens mobieler werd, toen steden op
kwamen moest er een substituut komen. Dit substi
tuut werd de kerstboom, zoals wij die nog kennen.
Een ander Zweeds gebruik is „de Kerstman", de
beste vertaling die wij weten voor „Jultomten". Ook
deze figuur is al heel oud en vervangt eigenlijk onze
goede Sint-Nicolaas. Voor hem wordt ook voedsel
neergezet om hem vriendelijk te stemmen, juist zoals
onze kinderen nog braaf voor voer van het paard van
de goede Sint zorgen.
Op kerstavond komt hij op bezoek, en even als de
10