V iff tig Saai* trou '0" A I 8 E's C~l 24 E's I Voor factor C, de tijd gedurende welke de man aan de machine zijn prestatie niet kan maken, wordt de methode Toeslag toegepast. M.S. M.L. 32 min. Uit bovenstaande lijn A-B, die de totale cyclus voorstelt van 1 verzet spinnen met de vastgestel de tarieven voor de werkzaamheden tijdens lo pende en staande machine kunnen we de volgen de gegevens halen: 1. Cyclus 2. Tarief 3. M.T. 4. Uit te geven tarief 5. Nuttig Effect (N.E.) 6. Bezetting of werkelijke prestatie 7. Te betalen prestatie 8. Tarief-verdienste per uur. Bekend zijn dus volgende punten: lijn A-B Totale cyclus lijn A-C staande machine, tijdens staan de machines moeten er voor 8 E's werkzaamheden worden verricht lijn C-B machinelooptijd is hier 32 min. Tijdens lopende machine is de uit te geven arbeidswaarde 24 E's. 1. Cyclus 60/80 x 8 -|- 32 38 min. 2. Tarief 8 24 32 E's. 3. M.T. machine looptijd 60/80 van het uitgegeven tarief tijdens de ze looptijd 24 E's of wel 32 60/80 x 24 14. 4. Het uit te geven tarief 32 14 46. 5. Met N.E. wordt bedoeld de verhouding tus sen de werkelijk gemaakte produktie en de tijd, waarin deze produktie gemaakt moet worden. Bij 100 produktie kunnen er in ons voor beeld dus gemaakt worden: 60 38 1,58 Verzet. 6. Bezetting of werkelijke prestatie 1,58 x 32 50,6 E's/uur. 7. De te betalen prestatie 1,58 x (32 -f- 14) =72,7 E's/uur. 72.7 8. De tariefverdienste per uur x Basis- 60 loon. Hier dus een oververdienste van 21.2 De heer en mevrouw Bakker. 10

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 10