18 februari De voorzitter zegt wel te geloven dat e.e.a. vaak op geschroefd wordt. Dit is de laatste tijd nagegaan en hieruit is gebleken, dat uitzonderingen daargelaten, over het algemeen geen slechtere klossen en minder zware bakken gemaakt worden dan vroeger. De heer J. Harbers merkt op, dat men de laatste ja ren een zeer goede kwaliteit garen heeft verwerkt. Vroeger was de kwaliteit vaak slecht. Toen kwamen er veel meer draadbreuken voor, waarmee men veel werk had. Momenteel is men met de goede kwaliteit wel wat verwend, zodat het des te meer opvalt wanneer het eens wat minder goed loopt. Verder zegt de heer Beunk, dat er op genoemde kan ten ook vaak half afgemaakte klossen blijven zitten van de ene ploeg voor de andere. Spreker vindt dit ook niet goed. De voorzitter zegt, dat dit een geval is om met de baas te bespreken. De heer Borkent vraagt hoe ver men gevorderd is •met het bekijken van de lonen en werkwijzigingen van de poetsers enz. uit de Spinnerij en uit het ge hele bedrijf. De heer Pavlicek zegt, dat men eerst de Weverij be handelt, daarna zal men de andere groepen bekijken. De heer Nijland zegt, dat men indertijd gezegd heeft dat dit geen maanden zou duren. De voorzitter zegt, dat nog eens geïnformeerd zal worden hoe ver men hiermee gevorderd is. De heer Borkent vraagt om de aankondiging betref fende de koudetoeslag uitvoerig in het bedrijf bekend te maken. De voorzitter zegt, dat het zo zal worden aangeplakt als het in deze vergadering is voorgelezen. Over de datum van de uitbetaling moet nog overleg worden gepleegd met de C.A.T. Allicht zullen meer bedrijven van de textiel deze toeslag geven, alhoewel het geen voorschrift is maar een advies. De heer Dommerholt vraagt of er nog iets gedaan wordt aan het wegblazen van stof in de Bijvank. De voorzitter meent, dat indertijd een schema van de blaastijden is gemaakt. De heer Van Putten zegt hier niet van te weten. De heer Spenkelink zegt de O.R., ook mede namens zijn vrouw, hartelijk dank voor het prachtige ca deautje dat ze mochten ontvangen bij de geboorte ^fet'an hun zoon. ^iP)e heer Spenkelink vraagt betreffende de kolentoe- slag van 2,50 per kind of dit van toepassing is voor kinderen waarvoor men reeds belastingaftrek heeft. De voorzitter zegt, dat in de richtlijnen hiervoor is opgenomen, dat onder kind verstaan wordt, elk kind waarvoor men belastingaftrek geniet. De heer Meijerink vraagt nog de aandacht voor het volgende. De vorige week is er brand geweest in Weverij Bij vank. Een zeker persoon die hierbij snel tegenwoor dig was en hierdoor zijn overall beschadigd heeft, heeft hiervoor een bepaalde toeslag voor een nieuwe overall gekregen en niet een geheel nieuwe. Spreker vraagt zich af of deze persoon zich nog weer zo druk zal maken als er brand komt. De heer Ligtenberg geeft hierop een korte toelichting en zegt dat gevallen als door de heer Meijerink ge noemd, regelmatig voorkomen. Bij ervaring is gebleken, dat men de schade eerst kan vaststellen nadat de overall weer gewassen is. Deze wordt dan geschat. De ene keer is de vergoeding ho ger dan de andere keer, dit ligt eraan hoe lang het kledingstuk gedragen is. Betreffende het geval van gisteren, zegt de heer Lig tenberg, dat deze persoon niet tevreden was met de vergoeding. Dit is later in een gesprek met deze per soon en de baas opgelost. De voorzitter zegt, dat de regeling hiervoor nader be keken zal worden. Gevraagd wordt of er buiten de schadevergoeding nog iets wordt gegeven voor het directe optreden bij een brand. De voorzitter zegt, dat hier geen extra beloning voor wordt gegeven. De schade die iemand aan zijn kle dingstukken oploopt, wordt wel vergoed. Het is de morele verplichting van iedereen om, wanneer hij ziet, dat er brand is, direct maatregelen te treffen. Naar aanleiding hiervan vraagt de heer Waanders of het gevaar kan als men spuit wanneer de stroom van de machine nog niet uitgeschakeld is. Indien dit ge vaarlijk is, zou spreker het onverantwoordelijk vinden als iedereen een spuit mag gebruiken. De voorzitter zegt hiernaar te zullen informeren. De heer J. H. Seppenwoolde heeft deze vraag al eens gesteld aan de heer Boonstra. Deze heeft toen geant woord, dat de stroom slechts tot in de schakelkast zit. Verder niets meer aan de orde zijnde, dankt de voor zitter de leden voor hun opkomst en sluit hiermee de vergadering. Aanwezig de heren: H. Jordaan, G. J. van Putten, Js. Harbers, E. Dommerholt, J. H. Seppenwoolde, A. Borkent, J. Spenkelink, J. H. Nijland, G. J. J. Beunk, J. Bruins, Joh. Waanders, M. Meijerink, G. Kippers, G. Wessels, A. J. Seppenwoolde, W. Harbers, G. Weijers, V. K. Pavlicek, B. Ligtenberg en M. Jansen. De heer Thomassen was verhinderd deze vergadering bij te wonen. De voorzitter, de heer H. Jordaan, opent deze ver gadering en heet allen welkom. Spreker zegt, dat de ze vergadering bijeen is geroepen i.v.m. de orders voor de linoleum-weverij, waarover de vorige dag reeds een bespreking is geweest met de Kleine Com missie en de O.R.-leden van de Weverij. De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de heer Jansen om e.e.a. nader toe te lichten. De heer Jansen zegt, dat, zoals bekend is, er een gro te vraag is naar linoleum-doek (Hessian). De oorzaak is, dat deze afnemer de produktie op voert en ons de vraag heeft gesteld wat we de ko mende maanden aan hen kunnen leveren. Wij had den met deze uitbreiding rekening gehouden, gezien het feit, dat we reeds 24 nieuwe getouwen bijbesteld hebben. Wij hebben echter niet alleen deze afnemer als klant voor ons linoleum-doek, maar ook een Ame rikaanse en een Zweedse fabriek. 33

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1963 | | pagina 33