Ondernemingsraad-
vergadering,
Rondvraag
De heer Meijerink vraagt wanneer de nieuwe kleed
gelegenheid in Bijvank II in gebruik kan worden ge
nomen.
De voorzitter meent dat dit al gebeurd is, doch zal
hiernaar nog eens informeren.
De heer Nijland merkt op dat het drinkwater in het
bedrijf slecht is.
De voorzitter zegt dat dit bekend is.
Men is hiermee bezig en verwacht dat dit met enkele
dagen opgelost is.
Vervolgens zegt de heer Nijland dat men naar aan
leiding van de nieuwe tarieven in de Spinnerij, de
klossen te vroeg afneemt, waardoor men in de Spoe-
lerij minder verdient.
De heer Borkent meent dat dit alleen gebeurt als men
vóór de ploegenwisseling de klossen (eigen produktie)
nog gauw afneemt.
De voorzitter geeft een korte uitleg over de gang van
zaken bij het instellen van de nieuwe tarieven.
Spreker zegt dat men nu met de Spoelerij bezig is.
Een en ander zal hierbij de aandacht hebben.
De heer W. Harbers vraagt of bij de kolenlosplaats
een afdak geplaatst kan worden omdat men 's winters
altijd in weer en wind moet staan. De voorzitter ant
woordt dat dit ter sprake is geweest. Spreker zal dit
punt nog eens doorgeven.
Op een vraag van de heer Harbers wanneer de ver
leturen van de Kerstweek ingehaald zullen worden
zegt de voorzitter dat dit nog nader besproken zal
worden.
De heer Borkent merkt op dat de poetsploeg na de
veranderingen in de Spinnerij ook meer werk heeft
gekregen en vraagt of hier nog wat kan gebeuren
aan het loon.
Dit zal genoteerd worden.
De heer Seppenwoolde zegt dank voor de verbetering
van de vloeren in de Pakkerij en voor de W.C.'s.
De heer Dommerholt informeert of de W.C.'s in Bat-
chingkamer Bijvank ook verbeterd worden; dit naar
aanleiding van het graafwerk dat hier gebeurt.
De voorzitter zegt dat dit inderdaad juist is.
De heer A. J. Seppenwoolde meent dat I man voor
het schoonhouden van alle W.C.'s onvoldoende is.
De voorzitter zegt dat dit de aandacht zal hebben.
De heer Waanders vraagt wanneer de bedrijfsdoor-
lichting plaats zal hebben. De heer Ligtenberg zegt
dat dit zeer waarschijnlijk zal gebeuren in oktober
a.s.
Ten slotte dankt de heer J. H. Seppenwoolde de di
rectie namens het fabriekspersoneel voor de winst
deling die aan de werknemers is uitgekeerd.
9
Verder niets meer aan de orde zijnde dankt de voor
zitter de leden voor hun opkomst en sluit hiermede de
vergadering.
Aanwezig: de heren H. Jordaan, A. H. W. Thomassen,
G. J. van Putten, J. Harbers, E. Dommerholt, J. H.
Seppenwoolde, A. Borkent, J. Spenkelink, J. H. Nij
land, G. J. J. Beunk, J. Bruins, J. Waanders M. Meije
rink, G. Kippers, G. Wessels, A. J. Seppenwoolde,
W. Harbers, G. Weijers, V. K. Pavlicek, B. Ligten
berg en J. Boonstra.
De voorzitter opent met een welkomstwoord de ver
gadering en heet in 't bijzonder welkom de heer
Boonstra, die aanwezig is om een toelichting te geven.
Vervolgens feliciteert de voorzitter de heer J. H.
Seppenwoolde nog met zijn 25-jarig huwelijk en
dankt hem voor de traktatie.
In afwijking van de agenda stelt de voorzitter voor,
eerst het woord te geven aan de heer Boonstra, die
een uiteenzetting zal geven betreffende de verwar
ming in ons bedrijf, naar aanleiding van verschillende
klachten hierover.
De heer Boonstra zegt blij te zijn dit punt eens aan de
O.R. leden te kunnen uitleggen en maakt aan de hand
van een schets duidelijk hoe de verwarming in ons
bedrijf werkt.
Ook geeft spreker een korte uitleg hoe ons bedrijf
e'.e.a. -met de IJsselcentrale heeft geregeld, waardoor
duidelijk wordt met welke factoren men hier altijd
rekening moet houden.
Spreker noemt de afdelingen Batchingkamer, Steiifc
rij, Ververij, Kalanderij en het badhuis, die uiten^^
ook 's zomers stoom nodig hebben.
Op sommige tijden wanneer genoemde afdelingen
geen stoom nodig hebben is er een teveel.
De eenvoudigste manier om de overtollige stoom kwijt
te raken zou zijn om deze naar buiten te lozen, doch
dit is zeer oneconomisch omdat men hierdoor water-
verlies krijgt dat in de stoom zit.
Het is van belang dit water terug te nemen in de
ketel omdat dit water niet meer onthard behoeft te
worden. Vandaar dat men op bepaalde tijden de
overtollige stoom in de diverse leidingen afvoert.
De heer Boonstra hoopt dat men nu begrijpt waarom
e.e.a. zo geregeld moet worden en dat niet altijd te
voorkomen is dat de temperatuur niet zo is als men
zou wensen.
26
