Wat leeft en bloeit
na werktifd
Onder deze titel willen wij trachten in het vervolg in ons Anker
een stukje te schrijvenindien mogelijk verlucht met enkele
foto'sover één onzer werknemers(sters), betrekking hebbend op
hun persoonlijke hobby. „Hobby" in de juiste zin des woords.
Niet het benutten van de vrije tijd uit winstbejag, doch het uit
leven van een persoónlijke wel gerichte liefhebberij, waarvoor
dikwijls geen moeite te groot is en waaraan vele kostbare uren
worden besteed, zonder al te grote financiële offers van de
hobbyist.
Zoals u zult lezen hebben wij voor de eerste keer het oog laten
vallen op één onzer mannelijke personeelsleden. Ook onze da
mes zullen nog wel aan de beurt komen. Vanzelfsprekend is de
redactie niet geheel op de hoogte met hetgeen er onder ons leeft
en daarom zullen wij dankbaar zijn, indien ons uit het bedrijf
en van het kantoor tips op dit terrein zullen worden gegeven.
Wij zullen u allen dankbaar zijn voor de nodige medewerking
en het verstrekken van gegevens.
Wij hebben de heer A. ten Hove thuis bezocht,
alsook op zijn plaats in de grote gemeenschap van
Ter Horst Co. N.V., namelijk in het Magazijn.
Ongedwongen hebben wij kennis mogen maken
met zijn gezin, zijn huis „achter 'n Bos" mogen
bezichtigen en in de warme kamer, onder het ge
not van een fijne kop koffie, hebben wij met
Arend gesproken over het doel van ons bezoek.
Wij wisten het niet, totdat ons de tip bereikte,
dat zich in het hart van ons bedrijf, in het cen
traal gelegen magazijn, iemand bevond, die een
unieke hobby beoefende.
Magazijn-administratie.
Natuurlijk fokte Arend ook zijn kanaries, parkie
ten, diamantduifjes etc., doch dat is in „Riessen"
geen unicum, maar dat in hem ook een verborgen
gave school om een muziekinstrument te bouwen,
dat wisten wij niet. En toch hing daar boven het
dressoir een prachtige zelfgebouwde guitaar.
„Hoe ben je toch op dat idee gekomen?", was
onze eerste vraag. „We wisten wel dat je knutsel
de, maar een guitaar!"
Natuurlijk wilde Arend dit graag vertellen en het
bleek ons, dat hij in contact was gekomen met één
van Rijssens „schoolmeesters", die als hobby reeds
enkele guitaren had gebouwd.
„Ik werd er plotseling door gegrepen, ik moest
ook zoiets zien te maken. Ik heb het aangedurfd,
aangepakt en ziedaar mijn resultaat".
„Kun je er op spelen?"
„Nee, maar mijn dochtertje wil het leren".
Zie, daar heb je het nu, dat ondefinieerbare van
een rasechte hobbyman, je moet hem nooit naar
de juiste reden van zijn „schepping" vragen. Hij
begint er spontaan mee. Ziet geen hinderpalen en
mochten die er toch komen, dan worden zij met
vlijt en geduld overwonnen.
Hij was er trots op en met recht.
Wij hebben ons op weg naar huis toch nog afge
vraagd hoe Ten Hove er toe gekomen zou zijn.
Waren het misschien de sluimerende muzikale
capaciteiten uit zijn tijd van saxofonist bij Wil-
helmina?
Het geluid is prachtig.
12