Maar gelukkig zijn er nu ook enkele pret
tige geluiden die we kunnen laten horen.
De heer Meijerink zegt zeer verblijd te zijn
dat het zo gaat.
De heer Waanders zegt het een verblijdend
teken te vinden dat er een opleving-
plaats vindt.
Spreker denkt dat er met de invoering van
de 3 ploegen wel weer moeilijkheden zul
len komen. In de eerste plaats zou hij voor
willen stellen om de arbeidstijdverkorting'
ook voor de 3 ploegenwerkers in te voeren,
omdat de jeugdigen er zeker niet voor zul
len voelen om zaterdags tot 2 uur te werken.
De Voorzitter zegt dit nog te zullen bespre-
De heer Waanders zegt dat de O.R. hun
goedkeuring moet geven aan het werken
«i 3 ploegen.
e heer Kippers zou voor de Weverij-com
missie gaarne het fiat van de O.R. hebben
om met de Geurne in ploegen te mogen
werken, mocht dit punt met de bedrijfs
leiding ter sprake komen.
De Voorzitter vraagt of de O.R. deze goed
keuring aan deze commissie kan verlenen
om met de Weverij Geurne in 3 ploegen te
gaan werken, als dit op dezelfde basis ge
beurt als de vorige keer.
Hiermee kan de O.R. zich akkoord ver
klaren.
2e. Rondvraag.
De heer Meijerink zegt dat pl.m. 5 jaar
geleden de heer Waanders en hijzelf ge
probeerd hebben een lans te breken voor
het loon van een bepaalde groep uit de
Weverij, die erg laag lagen n.l. de garen
makers. Thans heeft men ingezien dat dit
loon te laag was en er is verandering in
gekomen. Namens deze groep wil spreker
de Directie hiervoor dankzeggen.
De heer Seppenwoolde vraagt de aandacht
voor de overlijdensbijdrage, zoals deze
^fcordt gegeven hier in het bedrijf bij over-
^Kjden van een werknemer. Spreker vraagt
of het niet beter zou zijn om te trachten
deze voorschriften iets te verruimen voor
de ongehuwden, zodat voor deze groep iets
meer gedaan wordt. Misschien is hier iets
aan te veranderen.
De Voorzitter antwoordt dat deze regeling
sinds 1948 loopt. De opzet was dat het geen
verzekering zou zijn, waar men aan mee
betaalt en t.z.t. ook iets van terug krijgt.
Dit is toen uitdrukelijk gesteld.
Het is slechts een kleine bijdrage in de eer
ste kosten voor de weduwen die in moei
lijkheden zijn gekomen.
De heer Waanders zegt dat de gedachte is
geopperd of het mogelijk zou zijn een com
missie te benoemen die probeert een rege
ling te vinden die beter aan de werkelijk
heid voldoet.
De heer Meijerink maakt de opmerking of
we het doel niet voorbij schieten. De op
zet van deze instelling was om weduwen
die in moeilijkheden gekomen waren in de
eerste onkosten te helpen. Spreker vraagt
of er geen mogelijkheid is om dit fonds
beter tot zijn recht te doen komen.
De Voorzitter zegt dat indertijd een com
missie uit de toenmalige Kern benoemd
is, die hiervoor richtlijnen gegeven heeft.
Het lijkt spreker beter dat de O.R. dit ook
nog eens bekijkt.
De heer Waanders zegt, dat voor normale
gevallen de commissie niet bij elkaar komt.
Voor kostwinners of kostwinsters wordt
deze uitkering ook gedaan en zodoende
komt het wel eens voor dat het bedrag-
uitbetaald wordt aan mensen voor wie het
helemaal niet zo nodig is.
De Voorzitter zegt, dat wij niet de compe
tentie hebben om te zeggen dat het niet
nodig is, maar wel of ze kostwinner!ster)
zijn of niet en daar moeten we van uitgaan.
Spreker zegt dat men er dan een verzeke
ring van moet maken. Wie er aan mee
betaalt krijgt er ook wat voor terug.
De heer Waanders zegt, dat deze regeling
niet werkt tot bevrediging van de werk
nemers en spreker vraagt daarom of het
niet mogelijk is dat de commissie nog eens
samenkomt.
De heer Van Putten, die in deze commis
sie zitting heeft, zegt dat de regeling altijd
soepel wordt toegepast en hij kan zich niet
anders herinneren.
Spreker zegt dat men met voorstellen moet
komen.
De heer Waanders vraagt of de commissie
zelf niet met voorstellen kan komen, die
dan in de O.R. besproken kunnen worden.
De Voorzitter zegt, dat wanneer het voor
iedereen moet worden uitbetaald het wel
kan, maar spreker gelooft niet dat men
daar hier voor voelt omdat men er dan een
soort verzekering van maakt.
De heer Waanders zegt, dat de mogelijk
heden bekeken moeten worden of het fonds
beter tot zijn recht kan komen en vooral
of het begrip kostwinner!ster) niet duide
lijker gedefinieerd zou kunnen worden.
De Voorzitter gelooft niet dat de firma
zover met de bijdrage zou meegaan als dit
een soort verzekering zou worden.
De heer Wessels stelt voor om het gehele
bedrijf erin te betrekken.
9