Onze vakantiewerkers Een van de verschijnselen die de na-oor- iogse tijd met zich mee heeft gebracht, zijn de zogenaamde vakantiewerkers, stu derende jongelui die in de zomervakantie enige tijd gaan werken in een of ander bedrijf om op deze manier een aardige duit te verdienen. Voor de laatste wereldoorlog was hier nau welijks gelegenheid voor in verband met de perioden van economische depressie en werkeloosheid, vooral in de dertiger jaren. Toch werd er toen op het platteland ook wel in de oogsttijd gewerkt door jeugdige personen tijdens hun vakantie. Wij herin neren ons zo in de jaren omstreeks 1930 wel eens zilveruitjes te hebben helpen schoonmaken en sorteren tijdens vakantie bij familie in Brabant. Vooral bij het pluk ken van bessen werd de jeugd ingescha keld en na een hele dag plukken, gezeten op een oude stoel of melkkrukje, had je met een paar emmers vol de somma ver diend van ongeveer een gulden. Wel een heel verschil met de tegenwoordige omstandigheden. Er is nu volop werkgele heid en vooral in een industrieel bedrijf is er allicht voor een vakantiewerker een gaatje te vinden. Bij Ter Horst Co. zijn dit seizoen voor het eerst op grotere schaal jongelui aan het werk geweest en wel negen jongens en een meisje. Gezien dit novum voor ons bedrijf zijn we eind juli even een kijkje gaan nemen in de verschillende afdelingen waar in totaal op dat moment 6 jongens aan het werk waren. Wij hebben de jongelui daarna nog even bij elkaar gehad voor een klein interview en hun het een en ander gevraagd over hun werk en over de bestemming die zij aan het verdiende geld wilden geven. Jan Pongers uit Enter, die de ULO be zocht, werkte op de Naaierij als afmaker, een werkje dat hem goed af ging. Van zijn verdiensten hoopte hij een nieuwe fiets te 14 Rudi Epema kunnen kopen, dus als Jan eerstdaags op een mooie velocipede rondrijdt, weet U hoe hij eraan komt. Rudi Epema uit Nijverdal, leerling van de HBS, werkte ook al in de Naaierij als afmaker. Op onze vraag of hij het goed kon vinden met de meisjes daar, was zijn antwoord: „Gaat nog al". U ziet het leven van een afmaker gaat niet altijd over ro zen, maar wij vermoeden toch wel dat het achteraf tussen de meisjes en Rudi best geboterd zal hebben. Marinus Waanders die de ULO bezocht, werkte als rollwinder in de Spoelerij. Bo vendien had hij zich in de fabrieksvakan- tie verdienstelijk gemaakt door waterba- sins van de sprinkler-installatie te schil deren op de watertoren. Marinus zocht het kennelijk hogerop. Wim Stegeman

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1962 | | pagina 14