Het schoolboek aangevuld (I)
Het is niet voor niets dat krant, radio en
televisie steeds aankomen met moeilijke be
grippen zoals O.E.E.S., Euratom, K.S.G.,
Euromarkt, Vrijhandelszone. Ons leven van
alle dag verandert sneller dan we denken.
We weten dat „de wereld kleiner is gewor
den": het is maar een wipje van het ene
land naar het andere. De landen zijn zo
^ttcht bij elkaar gekomen, dat sommige sta-
^Pn besloten samen een groter geheel te
vormen. In onze omgeving in West-Europa,
is dat grotere geheel de Europese Gemeen
schap. Zes landen zijn in die Europese
Gemeenschap aaneengeslotenNederland,
België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk
en Italië.
De zes landen van de Europese Gemeen
schap willen het zover zien te krijgen, dat
de onderlinge grenzen verdwijnen, zodat
mensen en goederen niet meer tegengehou
den worden. Het moet mogelijk zijn een
pakje naar Frankrijk te sturen zonder
speciale formulieren in te vullen, die mooie
schoen uit Italië te kopen zonder hoge
invoerrechten te betalen. Het moet moge
lijk zijn naar Luxemburg te reizen om
daar een nieuwe baan te nemen, zonder
dat men er wordt behandeld als „buiten
lander" (die er het eerst uitvliegt als de
zaken minder goed lopen....).
De zes landen van West-Europa die samen
de Europese Gemeenschap vormen, willen
die Gemeenschap zien te maken tot één
groot geheel, éér. groot gebied waarin zo
weinig belemmeringen gelden als binnen
^Én van de zes landen afzonderlijk.
Wit alles hebben Nederland, België, Lu
xemburg, West-Duitsland, Frankrijk en
Italië besloten.
De Europese Gemeenschap komt nu tot
stand. En in tal van bedrijven, overal in
die Gemeenschap, is men bezig zich aan
de nieuwe omstandigheden aan te passen.
Opeens ziet men dat het vertrouwde afzet
gebied het „eigen land" groter wordt:
als de grens met België geen belemmering-
voor de handel vormt, dan is België een
land waar onze goederen even gemakkelijk
kunnen worden afgezet als in Nederland
zelf. De „markt" is dus groter. De markt is
zelfs groter dan Nederland en België teza
men. Want de Europese Gemeenschap om
vat ook Luxemburg, West-Duisland, Frank
rijk en Italië Al die landen vormen sa
men het nieuwe, veel grotere gebied dat nu
rondom ons vrij komt te liggen voor onze
produkten. Wat een kansen voor onze fa
brieken, wat een produktiemogelijkheden,
wat een export, wat een werkgelegenheid
Maar wacht even: als ons afzetgebied zo
veel groter is omdat België ons eerste
voorbeeld vrij toegankelijk wordt, dan
is dat grotere geheel ook iets waar de fa
brieken in Beigië van kunnen profiteren.
Voor de Belgische bedrijven komt, als de
handelsbelemmeringen er niet meer zijn,
Nederland vrij als afzetgebied. En niet al
leen Nederland Ook Frankrijk, West-
Duitsland, Luxemburg en Italië gaan teza
men het grotere afzetgebied vormen voor
de Belgische bedrijven, die eerst gewend
waren met een veel kleiner „binnenlands"
afzetgebied te werken.
En wat zien we dus gebeuren Dat aan de
ene kant onze produkten terecht komen
op een grotere markt, maar dat op die
grotere markt ook de produkten van de
andere landen natuurlijk gemakkelijker te
recht kunnen komen; die grenzen die be
scherming boden door hoge invoerrechten
op „buitenlandse" goederen, verliezen hun
betekenis. En dus: grotere afzetkansen, ja;
maar ook: grotere concurrentie.
Hoe een bedrijf hierop zal reageren is al
aan verschillende voorbeelden te zien: Sa
menwerking met andere bedrijven, omdat
men voelt met anderen sterker te staan.
Ook is het mogelijk zich op een be-
bepaald produkt te gaan specialiseren en
sommige artikelen, waarin zware concur
rentie dreigt, af te stoten.
Het spreekt vanzelf, dat deze veranderin
gen in de omgeving van Nederland van
betekenis zijn voor de bevolking van onze
zes landen. De regeringen verwachten van
de nieuwe, grotere markt over het alge
meen een grotere welvaart. Het is de moei
te waard zich te verdiepen in wat er in de
Europese Gemeenschap gebeurt: voorvallen
en feiten die van ingrijpend belang kun
nen zijn, maar die de schrijvers van onze
schoolboeken niet konden voorzien.
Over het algemeen zijn het krant, radio en
televisie die ons wegwijs moeten maken in
deze gebeurtenissen. Zij zorgen ervoor dat
het schoolboek wordt aangevuld.
5