Als de jongens en meisjes het boekje „Tex-
tielquiz 1961" goed hebben doorgenomen,
hoeven ze praktisch geen vraag te missen,
tenzij.... ja tenzij de plankenkoorts de
ergste vijand van de mens op het podium
je te pakken heeft. Dan weet je het ant
woord wel ergens, maar het wil niet te
voorschijn komen.
„Wat zijn wollen stoffen" vroeg de quiz
master aan een deelnemer en te prompt
kwam het antwoord: „VAN DIEREN", waar
op Cees de Lange weer prompt inhaakte
met „Nou, eerlijk gezegd hoeft het niet van
Dieren te komen. Apeldoorn was evengoed,
maar vertel me nu nog even wat wollen
stoffen zijn".
Steeds spannender werd de wedstrijd tus
sen de scholen en tussen de leerlingen
onderling. Op het grote score-bord voor in
de zaal werd de puntentelling zeer nauw
keurig van minuut tot minuut bijgehouden.
Van de Wilhelminaschool te Rijssen waren
de leerlingen J. Harbers en Jannie Nijland
blijkbaar de besten van hun klas, waar het
Textiel betreft. Ze wisten er dan ook heel
wat van. Janny hield het heel lang vol,
maar moest helaas door het „merceriseren"
de eerste prijs overlaten aan R. Ronate
van de Christelijk Nationale School te
Marle (65 punten).
Janny werd met een tweede prijs eigenares
van een prachtige vulpenset, van het merk
Pelikan. Haar school ging met de derde
prijs strijken, een bedrag van f 75,werd
aan het plaatsvervangend hoofd van de
school uitgereikt, ter vrije besteding ten
bate van de school. De school had dan ook
123 punten behaald, terwijl de hoogste
school uit deze groep de O.L. School Else-
nerbroek was met 124 punten (tweede prijs
f 100,voor de school).
De eerste prijswinnaars van de hele avond
waren de leerlingen van de Chr. Nat.
School te Marle, die voor hun school een
bedrag van f 150,mee konden nemen.
Janny Nijland hield het lang vol
Gerry Bo Iks aan de beurt
Door dit spel, op zo'n prettige manier ge
speeld, onderbroken door tractaties en be
hendigheidsspelen, kwam wel zeer duide
lijk naar voren wat er alzo te doen valt in
de textielindustrie; niet alleen spinnen en
weven komt er aan te pas, maar een groot
aantal bewerkingen waar de doorsnee leek
geen idee van heeft.
Maar deze kinderen wisten het. Wat ont
staat er achter de sterkmachine was de
vraag en als goede antwoord kwam „de
„weversboom".
Maar vragen, welke enigszins listig lane|^
de zelfkant van de textielindustrie ware^B
uitgedokterd, bleken voornamelijk hinder
nissen te zijn: Wat verstond men vroeger
in Twente onder Holland de antwoorden
hierop waren verschillend, zoals„Bra
bant", „Overijssel", „Hengelo" en meer van
die gissingen.
Wel wist men wat een „Linnenreder" was
en een „Fabriqueur" en „Twijnen" en
„Twisten" en dat vormde gelukkig de
hoofdzaak op deze buitengewoon spannen
de, prettige en afwisselende avond.
Een daverend applaus voor de „quiz-miss",
mej. Heinsius, de jury, bestaande uit tex-
tieldeskundigen, de muziek, de Textielvak-
school en Cees de Lange, kwam de jon
gens en meisjes uit het hart, dat kon je
wel horen en zien.