PLUKJES uit de REVUE
Zo, het is dan weer zo ver, de dertiende
revue in successie zit er op. Heel veel be
langstellenden kwamen „d'r in". In totaal
nagenoeg' 10.000 in 16 avonden.
Elke avond weer opnieuw was het zoeken
naar een plaatsje en iedere avond weer op
nieuw was het onder de bezoekers een en
al gezelligheid. Dat werkt dan natuurlijk
aanstekelijk op de mensen op en achter
het toneel, die daardoor tot de beste pres
tatie kwamen.
nu denkt U wellicht, dat onze mensen
(^0tet na 16 uitvoeringen beu zijn en dat ze
een zucht van verlichting hebben geslaakt,
toen het doek voor de laatste keer gehaald
werd. Natuurlijk, na een lange voorberei
ding en dan 16 keer optreden is niet voor
de poes, doch als het geheel dan slaagt en
uitzonderlijk slaagt zoals dit jaar, als zo-
velen enthousiast van hun waardering ge
tuigen tijdens het spel en in onderlinge
gesprekken bij het verlaten van de zaal,
och, dan is het optreden iedere avond
weer een feest. En al was er na de laatste
uitvoering op 9 maart ook een zeer opge
wekte stemming tijdens het „onder onsje"
in de koffiekamer, innerlijk vonden we het
allemaal toch maar een beetje spijtig dat
het nu weer voorbij was. Dit zegt wel iets.
Het bewijst, dat we door de jaren heen
een vriendenkring hebben kunnen vormen
met een kern van mensen, die volkomen
op elkaar ingsteld is, waarbij zich anderen,
die komen of gaan, zich volledig aanslui
ten. Daardoor bereiken wij een bundeling
en samenwerking van allen die direct of
indirect bij onze revue's betrokken zijn en
dit betekent een hechte hoeksteen, waarop
*ij ieder jaar weer bouwen,
en woord van dank aan allen die aan het
slagen van onze revue ook dit jaar weer
zo spontaan medewerkten, de executanten
zowel als de groep, die tijdens de uitvoerin
gen achter de coulissen moesten werken
als paardjes, is hier op zijn plaats. Onze
algemeen leider eiste soms meer dan rede
lijk verantwoord was. Wij hebben, vooral
in het begin tijdens de uitvoeringen in de
zaal zittend, wel angstig zitten duimen of
een toneelwisseling wel op tijd klaar kon
zijn. Geen enkele keer heeft het gehaperd.
Wij denken ook aan de heer v. d. Els met
zijn staf, die de hele avond op hun qui vive
moesten zijn en (niet alleen door de mu
ziek) hun bijdrage leverden. Aan de kap
pers (meisjes zijn critisch), aan de leiding
van de balletten (lofwaardig), aan Men-
sink met zijn mensen en nog vele anderen,
die ons kleinere maar gewaardeerde dien
sten verleenden. Houden zo, als het „effe
ken".
Mogen wij tot slot nog even de mooie kant
bekijken. Dan moeten we toch erkennen,
dat ook de afgelopen wintermaanden met
al zijn guur- en grauwheid geen vat op ons
gehad hebben, dat we er weer ongemerkt
doorgerold zijn, zonder het eigenlijk te be
seffen. We hebben ons moeten inspannen,
ieder van ons op zijn plaats, maar het was
toch leuk en plezierig. We hebben heel ve
len uit ons bedrijf met huisgenote(n) een
prettige ontspanning bezorgd en zo heel
velen uit verre omtrek en daarin hebben
we toch allen veel genoegdoening ge
vonden.
'WOERUMMË 2UW DAN TRUREN
HETCEET OOMS BES NOAR'N zin
KUJ SOMS CiN HUUSKEN WREN
DAN TROUW i £J D'ft BIEV IN
H WAS NOC NIMMER ZO ÜUÜSTER
Of HET WÖR WAl WilR LECH
lOAT OE DETT WEAN 'EZtC
BUS CiN ZÖRCEN VUUR MORGEN
Weef U het nog?
Wij weten de tolk van U allen te zijn, wan
neer wij van deze plaats onze Directie dank
brengen voor het aangeboden uitstapje
naar My Fair Lady, hetgeen ook van
waardering voor het werk, dat wij als
hobby beschouwen, getuigt. En dat uit
stapje naar Amsterdam zullen wij niet gauw
vergeten, het was machtig en mooi, over
rompelend bijna. Velen van ons zouden het
voor de tweede keer nog eens willen en
eigenlijk moeten zien om het op zijn volle
waarde te kunnen waarderen.
En als wij dan onze Directie dank bren
gen gaan onze gedachten ook uit naar de
Directie van „HET DAGBLAD VAN HET
OOSTEN", die dit uitstapje voor haar le
zers georganiseerd had in samenwerking
met de spoorwegen.
Het comfort, dat ons op de heen- en terug
reis geboden werd, was eenvoudig verbluf
fend en de voor ons gereserveerde plaatsen
in Carré hadden we ons niet beter kunnen
wensen.
Een prachtig sluitstuk van onze revue 1961,
waaraan velen een prettige herinnering
zullen behouden. V.
19