Vergadering van 13 december'60
WONINGBOUW
V.
waarna detailpunten later met diverse
functionarissen kunnen worden besproken.
De voorzitter merkte voor de goede orde
nog op, dat verschillende commissies meer
dere keren bij elkaar zullen moeten komen,
omdat de te raadplegen personen in ver
schillende ploegen werken.
Er werd door de heer Nieuwenhuis op aan
gedrongen om de resultaten van de te
voeren besprekingen in de Raad te be
handelen, zodat de leden op de hoogte
kunnen blijven van hetgeen er zoal ver
andert.
De voorzitter meende dat dit voor tal van
kleine verbeteringen in de diverse afde
lingen toch niet nodig zou zijn, maar dat
in het geval van maatregelen van algemene
aard de Raad daarvan zeker op de hoogte
zou worden gesteld.
Hierna vroeg de voorzitter of de leden zich
konden verenigen met de voorgestelde werk
wijze.
De heer Nieuwenhuis verklaarde daarna
dat hij met de plannen akkoord ging, maar
dat hij toch graag zou zien, dat de Onder
nemingsraad nog eens over de eindconclu
sies van de commissie-besprekingen zou
worden ingelicht.
De overige leden sloten zich hierbij aan.
De voorzitter vestigde nog eens de aan
dacht op een brief welke alle bedrijven
ontvingen van het Nederlands Instituut
voor Efficiency, waarin een groot aantal
punten wordt opgesomd welke mogelijk kun
nen leiden tot een verhoging van de pro-
duktiviteit.
Deze punten werden achtereenvolgens door
genomen teneinde iedereen alvast enigs
zins vertrouwd te maken met de vraag
stukken, die in de volgende weken in de
commissies aan de orde zouden worden
gesteld.
In dit verband merkte de heer Waanders
op, dat het College van Rijksbemiddelaars
alleen toestemming zou geven voor de in
voering van 45-urige werkweek, indien de
produktiviteit er niet onder lijdt.
De heer Nieuwenhuis meende, dat het nut
tig zou zijn, indien het personeelsorgaan
vaker zou kunnen verschijnen.
Nadat de vraagstukken rondom de verkorte
werkweek uitvoerig werden besproken,
deelde de voorzitter mede, dat de plannen
om in het bedrijf tijdklokken te plaatsen
niet tot uitvoering zullen worden gebracht.
Bij nadere overweging bleek dat de invoe
ring van dit systeem op bezwaren zou stui
ten, waaruit de conclusie werd getrokken,
dat het in dit geval beter zou zijn van de
plannen af te zien.
Alle leden van de Raad waren aanwezig
zowel als de heren Moolhuyzen, Pavlicek
en Ligtenberg.
In zijn welkomstwoord begroette de voor
zitter in het bijzonder dokter Moolhuyzen,
die zich had bereid verklaard voor deze
vergadering een inleiding te houden over
het werk van de Bedrijfs-Geneeskundige
Dienst.
Elders in dit nummer geven wij een ver
slag van de voordracht van de heer Mool
huyzen, om hier te vervolgen met de pun-A
ten van huishoudelijke aard op de agenda^
van de Ondernemingsraad.
De heer Ligtenberg antwoordde op vragen
gesteld in twee voorafgaande vergade
ringen
1. Er werd destijds voorgesteld om oudere
personeelsleden, die in verband met
hun leeftijd minder produceren (75%)
aanvulling te geven op prestatieloon.
Hiertoe werd allereerst een onderzoek
ingesteld door middel van het nemen
van steekproeven om uit te maken of
en zo ja hoeveel de productie van
oudere mensen terugloopt. Hierbij is
gebleken, dat het niet juist is te stellen,
Wij maken onze lezers attent op de
mededeling van de Directie betref
fende de Renteloze Voorschotten
bij nieuwbouw. Deze mededeling
vindt U op de aanplakborden in de
fabrieken.
De werknemers, die gedurende het
eerste halfjaar 1961 met de bouw
beginnen, kunnen hiervan profite
ren. Van verschillende zijden werd
de vraag gesteld, hoe lang het ver
strekken van Renteloze Voorschot
ten nog zal worden voortgezet.
Het antwoord hierop moet zijn
Zoals gebruikelijk geldt deze rege
ling slechts voor een half jaar, dus
tot 1 juli 1961, en het is niet van
zelfsprekend dat dit verlengd wordt.
14