lets over het werk van de BE D RIJ F S GENEESKUNDIGE DIENST In de vergadering van de Ondernemings raad op 13 december 1960 hield de heer Moolhuyzen, arts, een inleiding over het werk van de B.G.D. in ons bedrijf. Samen met enkele andere textielbedrijven omvat de dienst de medische zorg voor •pl.m. 5000 werknemers. Hoewel dit voor één p,rts een grote bezetting is, kan dokter Moolhuizen dit toch aan omdat er betrek kelijk weinig verloop is in de personeels bezetting van de aangesloten bedrijven. Het keuren van nieuw personeel is vooral een tijdrovend werk. Daarnaast is echter het dagelijkse spreekuur van de dokter van groot belang. Het gebruik dat men bij Ter Horst Co. N.V. maakt van het spreekuur noemde dokter Moolhuyzen goed in verge lijking met andere bedrijven. Het is ge bleken, dat men bij ons de dienst weet te waarderen; men stelt vertrouwen in de bedrijfsarts en men komt met zijn moei lijkheden bij hem. Dit is een zeer belang rijk aspect van de diensten, die de bedrijfs arts kan verlenen, want het is vaak zo, dat een arts bemiddelend kan optreden tussen werknemers en bedrijfsleiding bij proble men waarvoor een strikt zakelijke oplos sing faalt. Wat betreft de ongevallendienst van de B.G.D. zegt dokter Moolhuyzen dat verre weg het grootste deel der ongevallen door ons wordt behandeld. Vergeleken bij Nijverdal ligt het aantal ^Jmisartsen-behandelingen hier hoger. Dit ^P/indt zijn oorzaak in het feit, dat dokter Moolhuyzen in Nijverdal woont en men denkt dat hij dan onbereikbaar is. Het is misschien goed er hier nog eens de aandacht op te vestigen, dat dokter Mool huyzen altijd bereikbaar is. Bij ongevallen dient men zich, tenzij men behandeling door de huisarts wenst, te vervoegen bij de E.H.B.O., die dan dokter Moolhuyzen waar schuwen kan. Voorts verricht de bedrijfsarts regelmatig bedrijfsonderzoeken, waarvoor dikwijls spe cialistische rapporten worden opgevraagd. De contacten met de huisarts en de specia listen zijn zeer goed en dragen bij tot doel matige medische hulp. In het geval van minder valide personeelsleden worden ad viezen gegeven voor een passende werk kring. De heer Moolhuyzen besteedde in zijn lezing aandacht aan de z.g. weversdoofheid, een probleem, dat in de textielwereld zeer be kend is en waarvoor uiteraard bij ons ook zeer veel belangstelling bestaat. Bij een ander bedrijf waren proeven genomen met oordoppen ter voorkoming van doofheid bij wevers. Deze oordoppen hebben de ei genschap, dat ze de hoge tonen verhinde ren tot het gehoororgaan door te dringen. De doofheid wordt namelijk voornamelijk veroorzaakt door hoge tonen. Door deze be scherming kan men weversdoofheid voor komen en tot stilstand brengen, echter niet genezen. Ofschoon er zoveel over deze kwaal wordt geklaagd, was de medewerking van het personeel bedroevend. Slechts ongeveer 10 procent van de uitgereikte oordoppen wer den goed gebruikt, waardoor de betrokke nen konden zeggen, dat ze er plezier van hadden. De klachten over de oordoppen, zoals jeuk in de oren, pijn bij het dragen e.a. moesten voor een groot deel worden gerangschikt onder een te geringe bereid heid om zich moeite te geven deze kwaal te bestrijden. Het is begrijpelijk, dat deze reactie de directies van andere bedrijven en de B.G.D. niet stimuleert om de oor- 11

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1961 | | pagina 11