Nog maar enkele da
gen en we zitten er
weer midden in. De
winkels gaan weer
grote schoonmaak
houden. „Oprui
ming", het woord
dat in kranten en
op aanplakbiljetten
voor de etalagera-
men als het ware
aan ons wordt op
gedrongen, neemt
ons geheel in be
slag. Voor f 5,een
wintermantel en 's
nachts om 4 uur
staan de mensen al
voor de deur om
straks om 9 uur
krijgertje te spelen wie de eerste is
En we staan er versteld van wat een cos-
tuum kostte voordat de winkelier zei
„Weg ermee", een kras er door en nu is
het bijna te geef. De twee jaarlijkse oprui
mingen zijn een begrip geworden. We
wachten met aankoop van sommige artike
len tot de Opruiming. Want als dit tover
woord eenmaal is losgebroken, dan komt
het geld plotseling losser in de zak te zit
ten. En wanneer men dan bepakt thuis
komt en onze kooproes wat is gezakt, dan
merken we dat we toch niet alles echt
nodig hadden. Laten we het voorlopig dan
maar in de kast leggen, komt „later" wel
van pas, troosten we ons zelf.
Onze levensstandaard is op het ogenblik
hoog. Nederland is welvarend en we kun
nen ons veel permitteren. Maar die ge
dachte is gevaarlijk om mee te spelen,
want we komen door allerlei aanlokkelijke
aanbiedingen veel te gemakkelijk in een
stemming om maar te kopen, om van afbe
talingssysteem in dit artikel nog maar
niet te spreken.
Beslissen we eigenlijk nog wel zelf wat we
willen kopen
Vergeten we wel eens niet te veel onze
verantwoordelijkheid en zouden we nie^
wat meer „nee" tegen ons zelf moeten
zeggen Springen we niet té ver voor onze
financiële polsstok Geven we onze kinde
ren niet véél te grote cadeaux
Om als kind niet jarig te zijn en toch een
fiets of dure rolschaatsen zo maar te krij
gen is fataal voor zijn verdere leven. Wat
moet het hebben wanneer het groot is
Er blijven alleen nog grotere en vaak on-
onbereikbare dingen te wensen over.
Gevolg: ontevredenheid. We verdienen niet
genoeg, maar in wezen zijn we te onge
duldig om te sparen voor onze luxe.
Als het om geestelijke of godsdienstige za
ken gaat, dan zijn de meeste mensen vaak
erg zelfstandige en laten ze zich niets op
dringen. Ze gaan staan waar ze zelf willen.
Helaas is dit bij de materiële dingen niet
altijd het geval, omdat het materialisme
ons al stevig in z'n greep heeft.
Opruiming: laten we dit eens bij ons zelA
doen. Laten we ieder opruimingsseizoe^
eens een dikke streep halen door allerlei
waardeloze, lege of verkeerde aanwendsels
en laten wij ze eens vervangen door gro
tere waarden.
In geen enkele opruiming zullen ze U aan
geboden worden, maar met goede wil en
weinig moeite kunnen ze desondanks Uw
deel worden.
18