Onze tuin en onze kamer planten Nu de lente bezig is zich in haar aller mooiste jurkje te vertonen, komt er voor de tuinliefhebbers ook weer heel wat werk om het hoekje kijken. Het voorjaar is een drukke tijd, want alles vraagt weer de aandacht, veel kamerplan ten moeten verpot en kunnen gestekt wor den, in de tuin staan verschillende vaste planten op heuveltjes en misschien had U ze liever op een ander plaatsje staan; som mige soorten kunt U dan meteen ver meerderen door scheuren, zodat U drie vliegen in één klap slaat. Ook de éénjarige bloemzaden kunnen weer in de volle grond gezaaid worden en de gene die een bak bezitten zijn al druk bezig met het verspenen van diverse plan tjes om ze straks (tweede helft mei) in de tuin te kunnen planten. Velen gaan nu een gazon aanleggen. Voor men echter tot zaaien overgaat is het nood zakelijk het terrein waarop men een gazon wil aanleggen grondig en diep te bewerken en vooral de ondergrond los te maken, op dat in droge zomers het gras niet gaat kwijnen en geel worden bij gebrek aan voedsel. Voorts dient men alle stenen, boomwortels en onkruid zorgvuldig te ver wijderen. Wie in de gelegenheid is, spit er meteen een goede laag stalmest onder. Op lichte gronden verdient het aanbeve ling, de grond ter verkrijging van een egaal oppervlak, eerst met plankjes vast te trap pen en alle oneffenheden weg te werken, daarna kan tot zaaiing worden overgegaan. Men kieze hiervoor een windvrije dag als de Bilt ons regen voorspelt. Het zaad moet met een dun laagje grond bedekt worden, wat U het beste kunt be reiken door de bovengrond iets los te har ken, het zaad gelijkmatig uitstrooien, even doorharken en met de plankjes de grond weer aantrappen. De vraag hoeveel zaad er nodig is op bv. 10 m2 kunnen we als volgt beantwoorden. Voor grotere oppervlakten gebruikt men 100150 kilo per hectare, doch voor kleine tuinen, waar men liefst zo gauw mogelijk een dicht groen grastapijt heeft, mag men deze hoeveelheid wel verdubbelen, zodat op 10 m2 2 a 3 ons zaad nodig is. Wanneer we de eerste keer maaien, dient dit voorzichtig te gebeuren met een goede scherpe machine, of wat beter is, de eerste keer met een zeis, opdat de jonge plantjes niet mee uitgetrokken worden. Wanneer de groei er goed in zit is het nodig twee keer per week te maaien om een mooie dichte grasmat te krijgen. Als bemesting geeft U eens per maand plm. een half kilogram Asefkorrels per 10 m2. In het julinummer van 1959 stond iets over knolbegonia's met aan het eind de belofte^k op het spruiten der knollen hopen wiP nog eens nader terug te komen. Het is wel aan de late kant, maar nog niet te laat om de knollen alsnog voor te laten spruiten. Wie in het bezit is van een bak, doet ze daar natuurlijk in, doch het kan ook in een kist welke minstens 15 cm. diep is en die we afdekken met een stuk glas. Als grondmengsel voldoet half bladaarde, half turfstrooisel zeer goed. U bedekt de knollen met een paar centimeters van deze grond, legt het glas erop en zetten de kist op een zonnig plekje. Voorlopig het glas erop laten en de aarde vochtig houden, zodra de spruiten boven de grond komen, bij zonnig weer scher men door wat kalk op het glas te brengen en ook beginnen met luchten daar de plan ten anders te ijl opschieten. In de tweede helft van meibegin juni, op een niet te zonnige plaats uitplanten, na de grond vooraf met wat turfstrooisel en oude mest gemengd te hebben. Zie voor verdere behandeling het julinum mer 1959. K. L. 24

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1960 | | pagina 24