De bal is eivormig' en lichter dan onze
voetbal. Hij mag met handen en voeten
worden gespeeld. De spelers mogen elkaar,
van wat ik er van heb gezien, aanvallen
op elke manier die tot succes kan leiden.
Een man die in volle vaart met dat bruine
ei in zijn handen wegdraaft, mag vrolijk
van achteren bij zijn enkels worden ge
grepen. Er bestaan natuurlijk beperkende
regels, maar die drukken de pret beslist
niet. De doelen worden gevormd door vier
palen, twee hoge in het midden en twee
lagere aan weerszijden daarvan. Er zijn
geen dwarslatten. Een treffer tussen de
twee hoge palen telt voor zes, één tus
sen een hoge en een lage voor één. Al zeilt
een bal huizenhoog boven de palen uit, een
^Kloelpunt is het. Bij de uitslagen moet je
^|oed nadenken. Je leest nooit die en
die club won met zo en zo veel.
Ergens in het verslag van een wedstrijd
stuit je op het volgende
STURT 3—3 4—9 4—15 7—16
GLENELG 2—0 3—7 4—11 6—21
Ra, ra, wie heeft er gewonnen Sturt,
maar het was wel spannend en de span
ning zat hem vooral in het derde en vierde
kwart van de wedstrijd. Want de scores
geven de stand per kwartdeel van de
match. De eerste score slaat op het eer
ste kwart, de tweede op het eerste plus
tweede, de derde is de stand na het derde
kwart, enz. Voor het streepje staan de
„grote" doelpunten (zessen), na het
streepje de „kleine" (enen). Wat was nu
de uitslag Sturt haalde 7x6 42 plus
16 58 punten, Glenelg 6 x 6 36 plus
21 57 punten. Wij zouden geneigd zijn
te zeggen Sturt won met 5857.
Dat mensenras, de New Australians kuntu
op zaterdag tegenkomen op en bij de
voetbalvelden in onze zin. Met dat ver
ft schil, dat de terreinen meestal klein zijn
en geen mooie grasmat hebben en geen
tribunes omdat de clubs niet over veel
contanten beschikken. (De „football"-ter-
reinen daarentegen zijn juist heel grote en
prachtig aangelegde gevallen). Er bestaat
hier een plezierig nauw contact tussen de
spelers en het publiek. Als de spelers aan
gemoedigd of uitgejouwd worden, geven ze
niet zelden antwoord. Als er een bal in
het droge stoffige middenveld wordt ge
speeld, gaan spelers en bal schuil in één
grote stofwolk waaruit kreten en trapge-
luiden opstijgen. Je kunt dan de doelver-
dedigers in angstige spanning zien turen
of er ook iets hun kant heen gaat gebeu
ren. Hangt de stofwolk dicht voor een van
de doelen, dan is de betrokken keeper
praktisch een zenuwpatiënt. Je ziet hem
dan b.v. als een wildeman opeens uitval
len naar iets dat alleen in zijn verbeelding
bestond, of dat bij nader inzien alleen een
schoen bleek te zijn. Of, erger, hij is ge
passeerd zonder zelfs de bal maar gezien
te hebben. Het geheel wordt opgevrolijkt
door het feit, dat deze wedstrijden een in
ternationaal karakter hebben. Je zegt „Po-
lonia tegen Edinburgh", maar je denkt of
bedoelt „Polen tegen Schotland". En zo
wordt „Beograd tegen Orange" eigenlijk
„Joego-Slavië tegen Nederland". Een aan
trekkelijke bijzonderheid is, dat de talen
(behalve Engels) meestal niet over en
weer verstaan worden.
Op die kleine velden maakt dat nuttige
en olijke contacten mogelijk tussen pu
bliek en spelers. De tegenpartij heeft geen
flauw benul van de wenken, die er gege
ven worden. Ik kan hier alleen als Neder
lander spreken, maar in die wedstrijd van
Orange tegen Beograd gingen de Zuid-
Slaven o.a. gebukt onder de volgende kre
ten „Pas op ofseit", „Volhouden, Dirk
„Doortrappen, dwars d'r doorheen „Kijk
uit Kees, die jongen is links Dat des
ondanks Beograd won met 32 pleit voor
het moraal van de Serviërs, of voor hun
talenkennis, of voor de nog doeltreffen
der aanwijzingen van hun supporters.
Het is ook altijd een goed ding je verhe
ven te weten boven je tegenstanders, al
is het maar op het gebied van onderwijs.
Een Nederlandse dame langs de lijn lichtte
een groepje vriendinnen in omtrent Joe-
go-Slavië en zijn zeden en gebruiken. De
volgende zinsnede mocht een ruimer pu
bliek bereiken „Joh meid, me man die
ken een Joego-Slavische knul, nou die ken
nie eens schrijven, die hep nooit op school
gegaan Resultaat ontsteltenis, ja ver
bijstering in de vrouwelijke Nederlandse
gelederen.
De scheidsrechter bij zulke wedstrijden
houden de teugels strak in handen. Flui
ten ze voor een duidelijke overtreding,
b.v. een ongeoorloofde duw in de rug, dan
zijn er zeker tien toeschouwers, die in hun
beste Engels uitroepen „Mind your own
business, ref (Dat gaat jou niet aan,
scheidsrechter). Maar had de arme man
niet gefloten, dan waren er van de an
dere kant woorden gevallen als „verraad",
„omkoperij".
(Wordt vervolgd).
13