voorlopig te reserveren. Mocht later blij ken, dat deze premie ruim voldoende is, dan kan het Bestuur voor zover toereikend ook voor bijbetaling op andere verstrek kingen gebruik maken. Verder wordt overeengekomen voor de aanvullende sanatoriumverpleging geen verzekering af te sluiten, doch dit voor lopig nog in eigen beheer te doen. Op een vraag of uit de opbrengst van deze premie ook eventuele verpleging in rust huizen betaald wordt, antwoordt de Voor zitter ontkennend. Hierbij wordt echter door de administra teur opgemerkt, dat de verpleging in rust huizen, die gerekend worden onder de ca tegorie ziekenhuizen, onder het aanvullend Ziekenfonds valt. Vervolgens wordt geïnformeerd of hier ook een vergoeding wordt gegeven zoals in an dere bedrijven in gevallen waarin bij een zieke gewaakt moet worden. De Voorzitter zegt, dat hiervoor geen om lijnde regeling is te treffen, doch dat der gelijke gevallen hier geval voor geval be keken en waar nodig eveneens een verlet- vergoeding wordt gegeven. Op de vraag of men nog iets denkt te doen om tegemoet te komen in de kosten van verpleging in rusthuizen voor zover dit niet verzekerd is, stelt de Voorzitter voor dat dit punt eerst nader door het Bestuur zal worden besproken. Spreker merkt hierbij op, dat het aanvullende Ziekenfonds is ontstaan om voor zover mogelijk hieruit te betalen de ziekenhuisverpleging boven de hiervoor vastgestelde dagen en daar naast een aanvulling op de kosten van de verschillende verstrekkingen. Vanzelfsprekend kan niet alles uit deze kas betaald worden, doch z.i. kan dit later geleidelijk nog worden opgevoerd. Tenslotte wordt nog geïnformeerd of de Kamgarenspinnerij ook deelneemt in het aanvullende Ziekenfonds in verband met een desbetreffend verzoek in de vorige le denvergadering. De Voorzitter zegt, dat dit met de Directie van de Kamgarenspinnerij is besproken, die zich bereid heeft ver klaard hiervoor een inkoopsom te storten op basis van de verhouding van het leden tal. Overigens zal thans het personeel van de Kamgarenspinnerij zelf moeten beslis sen of het (unaniem) lid wil worden van het aanvullend Ziekenfonds. Verder niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. AFDELINGSKAS De notulen en het jaarverslag over 1959 worden ongewijzigd goedgekeurd. Naar aanleiding van de notulen wordt de op merking gemaakt, dat het Bestuur in 1959 niet vaak heeft vergaderd De Voorzitter meent dat dit een goed tt^ ken is. Er hebben zich n.l. vorig jaar geen bijzondere gevallen voorgedaan, waarvoor men een vergadering moest beleggen. Verder is het voor het Bestuur thans ook gemakkelijker geworden omdat strafmaat regelen voor kleine overtredingen van de Ziektewet door de Bedrijfsvereniging om lijnd zijn aangegeven. Vervolgens wordt naar aanleiding van de weinige klachten gevraagd of dit misschien thans een reden kan zijn om te overwegen de ziekengelduitkering te verhogen. De Voorzitter zegt, dat dit een aangelegen heid is van de Bedrijfsvereniging, die de premies en de uitkeringen vaststelt. Tenslotte deelt de Voorzitter nog mede, dat in het Bestuur van de Afdelingskas dezelfde personen zitting hebben als in het Ziekenfonds dat met 31 december 1959 werd opgeheven. Aangezien dit Bestuur tevens de belangen van het aanvullend Ziekenfonds behartigt, is overeengekomen, dat in het vervolg met verkiezingen dezelfde rooster van aftreden zal worden aangehouden als voor de Af delingskas. Hiermede sluiting van deze vergadering. Rijssen, 7 april 1960. 10

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1960 | | pagina 10