Hoe
het
groeide
a
De jute doet zijn intrede
Het jaar 1832 wordt algemeen beschouwd
als het jaar waarin het snelweven in
Twente werd ingevoerd.
De Nederlandse Handelmaatschappij (op
gericht 1824) was voornemens de koffie
zakken die voorheen uit Zuid-Nederland
(België) werden betrokken in Twente te
laten vervaardigen (1831 scheiding Zuid
en Noord-Nederland).
De Clerck bezocht Twente over Rijssen
schreef hij in 1812 „Een zeer vuile plaats,
het ellendigste dorp, ooit gezien".
Wij weten niet of hij in 1832 20 jaar
later dus ook in Rijssen is geweest,
maar schrijvende over Twente in het alge
meen, zegt de reizende directeur van de
Nederlandse Handelmij.: „Hoe was dit land
in 20 jaar veranderd, de cultuur weer zeer
vermeerderd, de huizen opgeknapt".
Gerrit Hendrik ter Horst is ons bekend
als een vooruitstrevend man, die met zijn
tijd meegaand, nieuwe mogelijkheden be
studeerde en er gebruik van maakte.
Ongetwijfeld werd hij tot het oprichten
van een katoenweverij geïnspireerd door de
vestiging van Thomas Ainsworth's weef
school te Goor.
Over deze Thomas Ainsworth, een pionier
op het gebied van snelweven, zijn de no
dige en onnodige publicaties wel versche
nen.
Volgens een door de waarheid achterhaal
de legende, zou de eerdergenoemde W. de
G. H. ter Horst Dzn.
grondlegger van het bedrijf
Clerck in 1832, toen hij in Hengelo in
een logement overbleef, een ondefi-
niëerbaar behoefte hebben gevoeld een an
dere gast aan te spreken. Hij probeerde
het in verschillende talen en heeft ein
delijk succes als hij het in het Engels pro
beert (Thomas Ainsworth was Engelsman,
in 1795 in het Graafschap Lancashire in
Engeland geboren en was pas enkele ja
ren in Twente).
De Clerck vertelt hem dan alweer zon
der directe aanleiding de plannen van
de Nederlandse Handelmij. om in Twente
van de weefindustrie een export-nijverheid
te maken. Samen maken ze dan het plan
voor een weefschool. Tot zover de legende.
In werkelijkheid was de Clerck al voor zijn
vertrek naar Twente op de hoogte van
bestaan van Thomas Ainsworth en warS^
de plannen voor een weefschool allang van
te voren door Ainsworth's werkgever aan
de Nederlandse Handelmij. voorgelegd.
De besprekingen in Hengelo hebben inder
daad plaatsgevonden, doch niet toevallig,
en de Clerck voelde na aanvullende rap
porten, voor het denkbeeld van de weef
school. Thomas Ainsworth grafmonument
is nog te Goor te zien (hij overleed 1841).
De eerste fabriek, een linnenweverij, in
Rijssen, gesticht door Gerrit Hendrik ter
Horst, verrees in 1835 aan de Beek, een
zijarm van de Regge.
2