NV
Hef daget in den Oosten
PER50NE
KONINKLIJKE
VAM DE
&_WEVERU
het öaqet in öen oosten;
het Licht schijnt oveRaL:
hij komt öe voLken tRoosten,
öie eeuwiq heeRsen zal.
öe öuisteRnis qaat wijken
van ö'eeuwenlanqe nacht;
een nieuwe öaq qaat pRijken
met onqekenöe pRacht.
zij, öie qeBonöen zaten
in schaöuw van öen öooö,
naaR 't scheen van qoö ve-Rlaten,
BeqRoeten 't moRqenRooö.
öe zonne, voor wibr stRalen
het nacht'Lijk öuisteR zwicht,
en öie zal zeqepRalen,
is chRtstus, 't eeuwiq Licht.
het öaqet in öen oosten,
het Licht schijnt ovenal:
hij komt öe voLken tRoosten,
öie eeuwiq heeRschen zaL.
Jesaja 9:1, „Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien."
Johannes Riemens, 1843-1908, gewijzigd.
Naar Middeleeuwsche motieven.
«JAARGANG No. 92
DECEMBER 1959