V I li JaatWLó-ó-e JAN. lUCj et is zo langzamerhand traditie geworden, dat we in het laatste nummer van het jaar het oude jaar aan een kritische blik onderwerpen. Wij filosoferen dan wat over de betrekkelijkheid van al die dingen, die in dat voorbijgevlogen jaar zo belangrijk voor ons waren en die achteraf beschguwd toch niet meer dan een heel klein, nietig splintertje van het hele leven blijken te zijn. leder jaar weer doen wij ons best om uit de gebeurtenissen van de voorgaande twaalf maanden dié punten te kiezen, waarvan wij kunnen zeggen: ,,Kijk, dat was de moeite waord I of zoals Wim Kan datop een vorige oudejaarsavond zo sprankelend van humor zong; ,,'t Was me 't jaartje wel I En is het niet zo, dat we ieder jaar kunnen zeggen, dat het me het 't jaartje wel weer is geweest Want uit iedere periode van 365 dagen kunnen we allemaal onze hoogtepunten halen, ofschoon lang niet altijd gemeenschappelijke ervaringen. Hoogtepunten en diepte punten, vreugde en verdriet, enthousiasme zowel als teleurstelling. Wij wensen elkaar bij het begin van het jaar allemaal het allerbeste toe, wel wetende, dat niemand uitsluitend goed bedeeld zal worden, maar dat ieder mens ook zijn portie van het minder wenselijke zal moeten incasseren. Zo is dat allerbeste"de ,,heil en zegen het gelukkig nieuwjaar dus te zien als een aftrekpost van voorspoed en te genspoed, van goed en kwaad en van lief en leed. Wij hopen zo op een voor ieder van ons zo gunstig mogelijke verhouding tussen deze tegenstellingen en daarop plakken wij het etiket Gelukkig Nieuwjaar Zo kunnen we gaan filosoferen over de vraag hoe nu de optelsom van al deze persoonlijke saldi eruit zal zien. Hoe groter de groep wordt, waarvoor we dit willen benaderen, hoe moeilijker hef wordt. Voor een gezin kunnen we nog wei zo ongeveer uitmaken hoe de balans eruit zal zien, maar voor zo'n grote groep als het gehele personeel van ons bedrijf met hun gezinnen ligt dat buiten ons vermogen. Wanneer wij dus toch het wel en wee van onze bedrijfsgemeenschap in onze beschouwing gaan betrekken, moeten wij ons welbewust be perken tot datgene wat wij als personeelsleden gemeen hebben, namelijk, tot onze econo mische banden met het bedrijf. Materieel wordt onze welvaart bepaald door de gang van zaken in ons bedrijf en al is dit maar een enkel aspect van de bevrediging van de mense lijke behoeften, het is toch wel een heel belangrijke bijdrage daarin. Welnu, wij weten het allen: 1959 is voor Ter Horst Co. N.V. een zeer belangrijk jaar geweest. Een geheel nieuwe weg werd ingeslagen door ons verder in te richten voor de vervaardiging van breed jufedoek voor de tapijtindustrie. Trouwens het aandeel van de vloerbedekkingsindustrie in onze afzet is helemaal sterk toegenomen, want ook naar de smallere breedtes en naar linoleum- hessians was de vraag groot. Zo werkten wij dit jaar op volle toeren en werd daarnaast de bouw van de nieuwe weverij biina voltooid. De problemen van onderbezetting, die ons in 1958 parten speelden, maakten nu plaats voor de vraagstukken die gepaard gaan met een tekort aan personeel. Zonder problemen is een dynamisch bedrijf nooit, maar die, welke zich thans aan ons voordoen, getuigen in ieder geval van een ontwikkeling waarop wij ons allen kunnen verheugen. Zo is de verwachting gewettigd, dat het nieuwe jaar voor ons bedrijf ook een belangrijk jaar zal worden. Verschillende afnemers hebben hun opdrachten reeds bij ons geplaatst voor een belangrijk gedeelte van 1960. Onze export zal waarschijnlijk in I960 groter zijn dan in enig vorig jaar. Behalve deze goede verwachtingen staan wij tevens aan de vooravond van een jubileumjaar. Binnenkort zal het 125 jaar geleden zijn, dat de grondslagen voor ons bedrijf werden gelegd. De viering van dit belangrijke jubileum zal aan het nieuwe jaar een bijzondere inhoud geven. Wij hebben dus alle reden om 1960 met vreugde te begroeten en U allen toe te wensen EEN GELUKKIG NIEUWJAAR 27

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1959 | | pagina 29