7 Nu ja, een beetje saai kan het wel eens zijn, doch allen die meedoen, hebben slechts één doel voor ogen, straks goed voorbereid U als bezoeker te ontvangen. Met deze ge dachte loopt ieder rond, bewust of mis schien minder bewust en dat maakt de studie licht. In de maand december loopt ieder jaar weer alles in de „krul". Ieder zegt aan ieder, dat we nooit klaar komen; waar blijven de klompen, wie heeft de bal letschoentjes, we hebben nog niet één keer dit of dat liedje gezongen omdat de mu ziek niet klaar is, de kostuums zijn nog niet eens besteld, waar blijft Pieterse, hij kent zijn tekst nog niet eens en is altijd te laat, deze of die tekst deugt niet, moet over gemaakt worden, volgende week kan maar één keer gespeeld worden, park al wéér bezet, wat doen we met die commis sie Ga er liever niet op in, de ziekte is ngeneeslijk. e hebben achter de coulissen een ver draaid goed stel, dat elkaar verdraagt en ieder doet het zijne om de revue te doen slagen. Het is natuurlijk, dat de zenuwen de laatste weken dan wel eens parten spe len; we hebben allemaal eenzelfde gedach te, „zal de revue het weer doen En dan komt de eerste avond, voor de sport. Nu zijn de mensen van onze sportgemeen- schap „jofele" jongens en meisjes, die daar niet critisch gaan zitten om de kat uit de boom te kijken. Nee, die komen echt om er een gezellige avond van te maken, op hun paasbest gekleed, zoals dat bij een gezellig avondje hoort. In de regel is het contact tussen zaal en toneel bij de opening van het doek al aan wezig en dat speelt zoveel gemakkelijker enbeter. Hanny b.v., die het spits moet afbijten, zegt dan, dat ze dood zenuwachtig is. Nu, dat was dan ook wel zo, de eerste avond en zelfs de avonden van te voren. Maar toen ze de eerste avond door de leden van onze sport zo hartelijk met een applausje werd ontvangen, was ze er meteen door Ïp speelde, alsof het haar dagtaak was. .eg nou zelf. Zie, dat is het, wat we moe ten hebben, wat een revue breekt of maakt. De spelers(sters) geven meer, kunnen meer geven als de zaal meewerkt, dat hebben beroeps evengoed als amateurs. De eerste opvoering voor onze sport is voor ons een generale repetitie, dit is bekend. Maar voor ons gezelschap betekent het veel meer, het geeft ons een beeld hoe de revue in werkelijkheid is, of deze al of niet zal kunnen slagen. En het toont ons ook of en waar er „zwakke plekken" zijn en of voordoek-scènes en het toneel goed aansluiten. Kleine wijzigingen kunnen en worden dan vóór de eerste personeels- avond nog vaak aangebracht. We horen wel eens beweren, dat de revue steeds beter wordt naar gelang van het aantal opvoeringen. Wij zijn zo vrij hier mee van mening te verschillen. Een groot gevaar, dat altijd weer om de hoek komt kijken is, dat de ernst en toe wijding in het spel wel eens gevaar lopen, naarmate men langer speelt. Dat behoeft maar één speler in de dialogen, maar één meisje in de balletjes te doen zonder dat dit nu opzettelijk gebeurt, de zaal zal hier onmiddellijk op reageren. Het zijn juist de kleinigheden, waaraan men altijd weer aan dacht moet blijven schenken. Zelfs een

Erfgoed Rijssen-Holten

Het Anker | 1959 | | pagina 7