Aan wie behoort
dit voorwerp?
O'nje f^a btidootllck tin cj
22
In spreekkamer no. I van het kantoor
dat is in de gang beneden is een grijze
balpuntpen gevonden. Iemand heeft die
daar naar alle waarschijnlijkheid op 27
augustus laten liggen. De eigenaar of eige
nares kan haar weer in ontvangst nemen
bij de portier op het kantoor.
Van deze pen kunnen we niet zeggen, wat
er zo vaak in paspoorten staat opgetekend
„bijzondere kentekenen gene". Want de
pen is aan de binnenkant op onmisken
bare manier voorzien van de naam Gerry.
Nu worden we al sinds 27 augustus ge
kweld door de vraag, of hiermee de eige
nares is aangeduid, of dat het een herinne
ring is aan de geefster. In het laatste ge
val doet de jammerlijke verliezer er beter
aan, naar onze bescheiden mening, zich
niet meer te melden. Hij zou dan openlijk
te kijk staan als een man, die de ca
deautjes van Gerry niet erg hoog schat.
EN AAN WIE DEZE?
In het badhuis zijn de volgende voorwer
pen blijven liggen, die door de eigenaars
bij de badmeester afgehaald kunnen wor
den:
een herenhorloge
een dameshorloge
zes ringen
een broche.
(Een goed begin voor een bescheiden juwe
lierszaak).
was dit jaar een groot succes, omdat zo
veel mensen gehoor gaven aan de uitnodi
ging zich gratis met hun gezin te laten
doorlichten. Gelukkig wint de gedachte
veld, dat vroegtijdige ontdekking van een
t.b.c.-proces ons kan behoeden voor erger
en dat dus een doorlichting op gezette
tijden niet alleen gewenst, doch nood
zakelijk is.
Waar we allemaal weten dat de t.b.c. in
ons land zeer teruggelopen is en dit nog
steeds doet, dank zij de doorlichting, is
het wonderlijk dat we nog steeds moeten
horen: 't Is wa good, det hol ik met oe,
mêr ik do 't toch neet". En wanneer je
vraagt wat de reden dan wel is, dan is 't
antwoord: ,,'k Sin gezoond".
Nu we zo vertrouwd zijn met dit alles, is
het onbegrijpelijk, dat dit nog de instelling
van sommige mensen kan zijn, zo maar,
zonder principiële redenen, want die men
sen laten we buiten beschouwing. Soms
zijn het jonge mensen met kleine of
schoolgaande kinderen. Besmetting kan
dus van alle kanten komen.
Er zijn immers onlangs nog verschillende
gevallen van t.b.c. geconstateerd op een
school in Nijmegen. Ook allemaal omdat
er maar één bij was die meende dat hij
gezond was. Het is met de doorlichting zo:
doen we het niet voor onszelf, laten we het
dan tenminste doen voor onze medemen
sen.
Ook hier in Rijssen kennen we allemaal
wel de gezinnen waar er één persoon on
bewust besmet was en dan was 't resul
taat, dat er verschillende gezinsleden in
een sanatorium moesten worden opge
nomen.
Nu, onze laatste doorlichting had als
resultaat, dat slechts één persoon thuis
rust moest houden. Anderen, waar men
niet geheel zeker van was, moesten nog
eens extra onder de loep worden genomen,
soms alleen, omdat iemand vroeger long
ontsteking gehad had en dus littekens op
de longen heeft. Men laat dan niets
aan het toeval over. Is het geen prettig
idee, wanneer we weer met een gerust ge
weten naar huis kunnen gaan en werke
lijk kunnen zeggen: 'k Sin gezoond". LaJfe
ten we hopen, dat er bij een volgende ge^^
legenheid geen mensen meer zullen zijn
die uit domheid zullen weigeren onze door
lichting te bezoeken.
Deze en de principiële weigeraars zijn
echter al uitzonderingen, wat blijkt uit het
feit, dat 3083 personen aan het onderzoek
deelnamen.
Als wij bedenken, dat het nemen van een