boompje nog volop in het winterblad en
geeft kleur met in de verte het andere
hout als achtergrond.
Nog drukker wordt nu het gevederde volkje.
Kijk, daar hangt een mees te schommelen
in het rode twijghout en weer is er een ba
dend vogelpaar. Eerst even schuchter en
dan dartel slaan ze zich het sproeibad om
de veren.
Intussen glijdt de zon z'n weg en zie je
het water met z'n spiegelbeeld veranderen
van kleur. Oud riet kleurt zich in de mooi
ste tinten okergeel en het rode twijghout
laat zich nu enkel door donker violet uit
beelden.
Steeds is er verandering, dan in geluid,
dan in licht en kleur. Het ritselt en knis
pert in het dode blad, wat grond wordt op
getild, een kronkelweggetje van blad wordt
^jpzij geschoven en een snuitje komt op-
^rens naar boven kijken. Stil blijven is nu
toch spannend, zal hij boven komen
Misschien is de mens zo gevaarlijk, dat de
lucht al genoeg zegt, wantweg is dat
bewegen.
Dan is het even haast doodstil, de vogels
vliegen niet meer, een zacht windje streelt
de toppen en brengt weer verandering in
dit alles. Onder sparren door zie je de
dode bloeisels van acacia's schommelen;
of het levende bloeisels waren, zo valt daar
nu het licht op. Hier kan een mens niet
anders dan roerloos genieten van kleur,
klank en lijn, komt er een weergaloze be
koring over hem. Tegen de blauwe lucht,
waarin drijvende wolken voor variatie zor
gen, tekenen zich de lijnen af van bomen
en struiken. Een fijn spel van etsfiguren
met bewegende achtergrond, wat alle
maal weerspiegelt in het water. En uit dit
alles wordt een aquarel geboren, zacht
flonkerend, als een droom, droom ik.
A. J. B.
féatlnieuwó
ëls dit nummer in Uw handen komt, is
ïze Park-Bioscoop reeds omstreeks
een week gesloten. Voor vele trouwe
bezoekers, vooral jonge maar ook
oudere, is dat beslist een teleurstelling
geweest. Ieder werkend mens heeft ver
pozing nodig. De één vindt die in de
duivensport, een ander in knutselwerk,
een derde in lezen. Zo zijn er velen, die
bij tijd en wijle in onze bioscoop de no
dige ontspanning zoeken. Er bestaan
ontelbare andere manieren om na ge
dane taak geestelijk of lichamelijk af
leiding te vinden. Het georganiseerd
verenigingsleven draagt daartoe het
zijne bij; het vangt ook diegenen op,
die in hun vrije tijd dreigen „rond te
dobberen" en richt hun belangstelling
positief. Statistieken ontbreken over
dit onderwerp, maar zeker heeft het
verenigingsleven menige stuurloze in
veilige haven gebracht. Als dit geldt in
algemene zin, mag het ook gezegd wor
den van de verenigingen stuk voor
stuk, dus evenzeer van de T.O.V.A.
En nu toch de bioscoop dicht Ja, om
dat een instelling het vuur zo na aan de
schenen kan worden gelegd, dat alleen
een kordate houding een behoorlijk ant
woord vormt, niet vanwege de ver
meende eer van het betrokken insti
tuut, maar ten behoeve van zijn leden
en bezoekers. Want met een ontstel
lend gemak wil men de behoefte aan
geld voor één bijzondere gemeente
dienst ten algemenen nutte verhalen
op één instelling. En dan wordt er la-
koniek bijgezegd of -gedacht: Belast
Uw leden en bezoekers maar wat
zwaarder! Of het de taak van T.O.V.A.
21