25
in hij zich vooral als baas zeer verdienste
lijk heeft gemaakt.
„Het spijt ons", aldus spreker, „dat ge ons
thans gaat verlaten, doch anderzijds wordt
het U van harte gegund en we hopen dat
ge er nog vele jaren in goede gezondheid van
dit welverdiende pensioen zult mogen ge
nieten".
Baas Tijhof dankte de Directie vervolgens
Verder verlieten ook onderstaande perso
neelsleden ons bedrijf wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd:
G. J. RUTTERKAMP trad op 3 juli 1905 in
dienst van de firma Ter Horst. Hij begon
zijn werk in de Spoelerij, waar hij bleef tot
1912. Daarna ging hij naar de Weverij om
tot wever opgeleid te worden. Hij heeft dit
vak altijd met plezier beoefend. Rustig en
kalm en met een goede kijk op het werk
mocht hij één van de beste wevers genoemd
worden.
^^3. J. SMALBRUGGE kwam in dienst op
1 mei 1905. Hij werkte hier tot 1911 in de
Spoelerij. Hierna ging hij naar de Weverij,
waar hij tot zijn pensionering zijn getou
wen trouw is gebleven. Zijn vlugge aard en
aanleg voor dit vak hebben hem tot een
goed vakman gemaakt. Zijn prettige natuur
maakte hem vele vrienden en ook bij zijn
chefs stond hij goed aangeschreven.
D. J. NIJLAND ging op 1 maart 1912 voor
het eerst de fabriekspoorten binnen en
heeft bijna gedurende zijn gehele diensttijd
voor het in hem gestelde vertrouwen, dat
hij als baas altijd heeft genoten. „Het is nu
mijn tijd om te gaan", aldus baas Tijhof,
doch ik wil niet nalaten te verklaren, dat
ik hier altijd met veel plezier mijn werk
heb verricht".
Na nog een gezellige conversatie werd met
wederzijds de beste wensen voor de toekomst
afscheid genomen.
Staande
B. J. Tijhof
B. Nijsink
D. J. Nijland
B. J. Smalbrugge
G. ten Berge
Zittende:
G. J. Rutterkamp
J. H. Witten
G. J. Voortman
G. v. d. Berg
bij Ter Horst Co. N.V. de weefgetouwen
bediend. Duizenden rollen doek werden
door hem gefabriceerd. Ook hij stond be
kend als een goed wever, die rustig' zijn gang
ging en collegiaal met zijn mede-arbeiders
omging. Hij heeft zich hierdoor zeer ver
dienstelijk gemaakt.
J. H. WITTEN begon op 14 april 1907 zijn
werk in de Weverij, waar hij altijd is ge
bleven. Enige jaren was hij afstoffer in deze
afdeling, doch daar hij toch meer voelde
voor het weven kreeg hij zijn getouwen weer
terug. Zijn chefs waren zeer over hem te
vreden, waar zijn bereidwilligheid niet
vreemd aan zal zijn geweest.
B. NIJSINK is altijd in de Weverij geweest.
Hij trad op 10 september 1904 in dienst van
de firma en leerde al op jeugdige leeftijd
de weversspoel hanteren. Door de jaren
heen leerde hij precies de kneepjes van dit
vak en had het weven geen geheimen meer
voor hem. De laatste tijd viel hem het we
ven wat moeilijker en toen heeft hij als
poetser de getouwen netjes gehouden.