/9etet U/onen
23
Naast alle ellende, die de woningnood
mee brengt, is er toch een lichtpunt
aan te wijzenhet gebrek aan woon
ruimte heeft velen er toe gedwongen meer
aandacht te besteden aan de ruimte, die ter
beschikking staat. Vroeger gebeurde het wel,
dat men ging verhuizen, omdat men „uit
de woning" groeide naarmate men meer
meubilair verwierf. Maar wie nu zo gelukkig
^■keen eigen woning te krijgen of te hebben,
^Ket, dat het wei bijzonder moeilijk is door
woningruil of op een andere wijze over een
grotere woning te gaan beschikken en
dan bovendien de ontelbaren, die nu reeds
veel te klein behuisd zijn door inwoning of
anderszins. De kleinere woonruimte dwingt
ons alleen die meubels en verder interieur
aan te schaffen, die doelmatig en met de
minste woonruimteverspilling opgesteld
kunnen worden.
Het is daarom misschien goed, nog eens na
te gaan, aan welke voorwaarden een doel
matige en praktische wooninrichting moet
voldoen. In de allereerste plaats dienen wij
ervan uit te gaan, dat de mensen, die in een
woning wonen, belangrijker zijn dan de
meubels, die zij zullen gebruiken. Dat klinkt
vrij logisch maar hoe vaak gebeurt het
niet, dat men bij de aankoop van meubels
andere overwegingen laat meespreken dan
van doelmatigheid: een (te) groot dres-
r staat, denkt men, indrukwekkend en
„chic": grote clubfauteuils staan zo aardig
in de (veel grotere) kamer van de buren;
een slaapkamerameublement moet nu een
maal bestaan uit een levensgroot bed met
aanbouwen, een indrukwekkende linnen
kast, een veel ruimte vragend zitje. Men
vergeet daarbij, dat in die bepaalde (onze)
woning, van die bepaalde afmetingen, be
paalde mensen (wijzelf) moeten wonen, die
eigen eisen stellen. Ieder gezin gebruikt zijn
wbning weer andersals bijvoorbeeld de
man graag knutselt, dan moet daar bij het
inrichten van de woning rekening mee wor
den gehouden, en dan moet er ergens een
hoekje zijn, waar hij zijn hartstochten kan
botvieren op hout en metaal. Wanneer er
kinderen zijn (of zullen komen dan moet
men daar rekening mee houden bij het in
delen van de woning.
Dat geldt in het bijzonder voor jongelui, die
willen trouwen en nu trachten, hun woning
inrichting bijeen te krijgen. Hoe vaak ziet
men niet, dat zij een fraaie zitkamer of een
indrukwekkend slaapkamerameublement
kopen terwijl zij niet weten, over welke
woonruimte zij zullen beschikken. Dat wil
dan nog wel eens tegenvallen, en dan staat
een prachtig ameublement zes jaar lang op
zolder omdat men het nergens kan plaatsen
maar na zes jaar is de smaak van de jon
gelui veranderd, en dan moet die kostbare
slaapkamer toch weer van de hand worden
gedaan. Wanneer de zitkamer in afmetingen
tegenvalt (en hoe vaak komt dat niet voor!)
dan past de lang tevoren aangekochte zit
kamer nog wel net precies in de kamer
maar de kinderbox kan er later alleen maar
bij wanneer de eetkamertafel zo lang op de
gang wordt gezet.
Daarom: het is beter te sparen voor de wo
ninginrichting tot men weet, over welke
woonruimte men zal kunnen beschikken, en
daarnaar de meubels, praktisch en doelma
tig van inrichting en omvang, aan te schaf
fen. Ook op dit terrein dus: verder kijken
dan de neus lang is Hetzelfde geldt voor
het aanschaffen van kindermeubilair. Wan
neer de eerste spruit komt, is het erg aardig
om alle kindermeubilair (bedje, commode
enz.) een echt gezellig kinderlijk aanzien te
geven: met dierfiguurtjes, aardige poppetjes
en zo verder. Maar voor U het weet is de
zuigeling een forse jongen, die de schattige
tekeningetjes „flauw" vindt, en die in plaats