24
cert van.eh.klassieke muziek. Bach
b.v., ofeh.Da Costa. Ziet U, wij zijn
niet zoals de meeste mensen die rijp en
groen door elkaar halen en radiomuziek n.b.
als achtergrond van hun dagelijkse bezig
heden gebruiken Wij luisteren alleen, als
we ons volkomen kunnen geven, en dan uit
sluitend naar goede muziek."
Toen we dit huis verlieten, zong in: de woon
kamer een schelle radiodamesstem, bege
leid door een orkestje: „Oh Johnny, zing
een liedje voor mij alleen - We wisten eer
lijk niet goed, hoe we het enquêteformulier
moesten invullen.
Het volgende adres: een oude heer alleen.
Hij begreep eerst onze bedoelingen niet
goed, maar toen hij eenmaal doorhad, dat
het over radioprogramma's ging, was hij er
helemaal in. Hij vertelde honderd uit, we
kregen er geen woord meer tussen„Die ra
dio tegenwoordig lijkt wel snert. Vroeger,
zo in 1920, was dat heel wat anders. De men
sen waren toen veel beter en de radiopro
gramma's dus ook. Wees nou eens eerlijk,
vindt U ook niet dat er vandaag de dag
raar wordt omgesprongen met de weerbe
richten Klopt er ooit iets van En wat
vindt U van de hoorspelen En is de mu
ziek, die het grootste gedeelte van de dag
uit de radio komt, niet precies het lawaai
van potdeksels en kattengejank
Het begon er op te lijken, dat hij de vraag
steller was geworden en wij de ondervraag
den. Daarom waagden wij een schuchtere
poging om tot het eigenlijke doel van onze
komst te geraken, en vroegen, terwijl hij
even adem schepte„WAT beluistert U dan
meestal tegenwoordig „Het liefst he
ren, zou ik de hele dag luisteren naar span
nende hoorspelen; de rest kan me niets
schelen. Maar helaas heb ik hier thuis geen
radio."
Terwijl we nog napeinsden over onze erva
ringen, belden we aan op een nieuw adres.
De heer des huizes, die ons opendeed op pan
toffels en, in overhemd, zag er welvarend en
gemoedelijk uit. Je zag zo, dat hij een le
vensgenieter was, wars van alle overbodige
probiemen en genegen tot een gezellig
praatje. „Zakenman met vakantie", dach
ten wij en het bleek, dat we raak geschoten
hadden. Toen we in een rijk gemeubileer
de kamer onze bedoelingen hadden uiteen
gezet, nam zijn gezicht een zeer ernstige
uitdrukking aan. „Een glaasje vroeg hij.
„Graag", antwoordden wij eerlijk op deze
onverwachte uitnodiging. Een grote sigaar
kwam de borrel begeleiden. Het gezicht van
onze ondervraagde nam nu de oude gulle
uitdrukking aan. Hij bleek grossier in aard
appelen te zijn. „U kunt U voorstellen, dat
mijn belangstelling vooral uitgaat naar de
weerpraatjes van De Bilt. Aardappelziekten
en zo, weet U. Ik schenk U nog eens in".
„Dank U", zeiden we om hem niet teleur te
stellen. - „Thuis luister ik verder nooit naar
de radio, maar op reis in mijn auto vind ik
het een uitkomst. Welke zakenman laat zich
niet graag wat afleiden? Wij zakenlieden
moeten het altijd lijden. De hoge belasti^^
gen breken je de nek. Steeds ben ik in tou'^B
mijn gezin 'heeft niets aan me. Mijn vrouw
en kinderen moeten het grootste deel van
het jaar hun troost zoeken aan de Rivièra,
als ze niet in onze villa in Zwitserland zijn".
Toen hij even adem schepte, vroegen we,
wat zijn gezin van de radio dacht. „M'n
dochter houdt van jazz. m'n vrouw en m'n
zoon zien wat in Chopin, en mijn muzikale
verering gaat uit naar het draaiorgel. Daar
gaat-ie weer We konden geen „graag"
meer zeggen, omdat de kruik al in beweging
was.
„Het leven is te duur", ging onze gastheer
verder. „Zorgen, zorgen. De ene keer is het
de bouw Van nieuwe silo's en sorteerhallen,
dan weer is het de vernieuwing en uitbrei
ding van het wagenpark, vervolgens het
doelmatig uitstippelen van je vakanties. Ge
lukkig maar, dat er dan uit de radio af en
toe nog wel eens draaiorgelmuziek komt, om
me de narigheid te doen vergeten. Daar
komt er nog een, heren." „Graag", was
onze bedoeling te zeggen, maar ons gesta
mel ging waarschijnlijk verloren.
Voor zover onze herinnering strekt, hebben
we ons onderzoek die dag niet voortgezet.
J. W. R.