Wij en de revue
Zo, daar zaten we dan weer voor de eer
ste keer in het nieuwe seizoen vrijwel
volledig bij elkaar voor een eerste be
spreking van de nieuwe revue. Wij, dat zijn
de meisjes voor de ballètjes en de andere
stukjes en de heren, jong en oud, allen
haast oude getrouwen. Het was weer pret
tig te zien, dat er verscheidene goede huis
vaders in ons midden waren, mannen, die
het blijkbaar uitstekend met hun vrouwen
kunnen vinden. Want is het in zekere zin
geen opoffering voor hen, hun mannen af
te staan aan de voorbereiding van een re
vue Dat kan alleen in die gezinnen, waar
de vrouw heel goed beseft, dat goede ont
spanning een man na een ingespannen taak
lichamelijk en geestelijk ten goede komt.
Geen afbreuk dus van het gezinsleven in
zulke gevallen, maar integendeel indirect
een gunstige invloed er op. Zoals omgekeerd
de man zijn vrouw ook het hare gunt, zelfs
al staat hij er soms buiten. Als b.v. de
vrouw haar kransje heeft of op kraamvisite
gaat, zal haar wederhelft thuis de handen
uit de mouwen steken.
En al zijn dan de vrouwen ook thuis bij de
kinderen, als dezer dagen de repetities voor
onze nieuwe revue aanvangen, zij worden
niet vergeten, zij horen er eigenlijk een
beetje bij. Dat wordt bij elke uitvoering
weer tot uitdrukking gebracht, maar meer
nog door het feit, dat de vrouwen telken
jare meegaan met het gezamenlijke uitstap
je van de revue.
Om van deze plaats af nog even op het
laatste uitstapje terug te komen, dat is wel
bijzonder goed geslaagd. Hoewel deze zomer
al heel weinig zomerse dagen bracht, was
het weer ons gunstig gezind. Aanvankelijk
een motregentje, doch toen we in het Gel
derse kwamen, waar onze bus door de mooi
ste streken werd gevoerd, brak het zonnetje
door en een sprookje was het, toen we in
Berg en Dal een einaweegs de Duitse grens
volgden en het golvende terrein, uitlopers
van het Reichswald, zich in al zijn schoon
heid vertoonde. Via de „weg der zeven heu
velen", die kriebel in je buik veroorzaakten,
terug op Nijmegen, en vandaar, langs klei
ne weggetjes met een aaneenrijging van
grote kwekerskassen, naar Huissen. Een
waar feest. Ja, die kassen ook, maar meer
nog het dorp. Maar dat weten alleen de in
gewijden Eén ding is zeker: al mochten
we de volgende keer een tocht naar het
noorden maken, dan gaan we beslist over
Huissen naar huis
Maar we zouden het hebben over die bij
eenkomst op de eerste donderdagavond van
deze maand. Eerst werd de thuiskomst van
de heer en mevrouw A. H. ter Horst bespro
ken. Dat klinkt nog wat vreemd, op die ma
nier over onze voorzitter te spreken.
wie zou zich niet in zijn geluk verheugen^P
Zeker wij, leden van onze ontspanningsver
eniging in de breedste zin van het woord,
die in hem altijd zo een toegewijd voorzit
ter hebben gehad. Een voorzitter, die ook
met de daad vooraan ging. Wij hopen, dat
het hem zal gaan als de gelukkige mannen,
waar we het in de aanhef over hadden
Zijn jonge gade zal er wel voor zorgen, dat
ontspanning hem niet alle avonden buitens
huis zal doen verkeren.
Nadat ons aandeel in de „broedswaage" ge
regeld was hetgeen Mekenkamp verder
zou uitwerken legde Paauwe de kaarten
bloot voor de nieuwe revue. Een gedeelte van
de teksten kon reeds worden uitgereikt en
de repetities werden vastgesteld te begin
nen 18 oktober. Intussen zijn de „ballèt-
meisjes" reeds bezig onder leiding van me
vrouw Kranenborg hun nummertje in te
studeren. Niemand van ons ziet dus tegen
de winter op, moppert over het weer of ver
veelt zich.... of roddelt, uit verveling. We
vullen onze tijd met een hobby en dat houdt
ons fit en, maakt ons dagelijks werk lichter.
Wij doen het, zonder uitzondering, voor
gen genoegen, doch daarnaast ook voor
collega's uit ons bedrijf. Als de revue slaagt,
als wij velen een aangenaam verzetje in de
dagelijkse sleur brengen zonder in welke
uitersten ook te vervallen dan weet ieder
van ons zich rijkelijk beloond. H. V.