Hankate-Zwolle v.v. II
14
warme kachel brengen ons in een beha-
gelijke stemming. Onze tochtleider maakt
ons duidelijk, dat voor dergelijke tochten
„slechts" doorzetten vereist. Het komt er
zo rustig uit, dat we vermoeden dat het uit
z'n aard voort komt, zelfs dat hij heel wat
Fries bloed bezit. Doch, al is het aange
naam, we moeten de gezelligheid verlaten.
Kalm glijden we spoedig weer huiswaarts.
Nog twee bruggen hebben we te nemen en
dan doemt het silhouet van „onze brug"
op.
Het wagentje heeft trouw gewacht, als
dank denk ik voor het goede onderhoud.
Het is aangenaam om je eens lekker te
rekken, de jassen aan te doen en te kun
nen gaan zitten zonder af te koelen. Vol
daan, zijn we reeds spoedig „het dal" weer
door en in Rijssen. We stappen, enthousi
ast over de sportieve middag, uit. Er zijn
gelukkig nog van die momenten, die gees
telijke voldaanheid kunnen nalaten zonder
verdere pretention Dit was voor ons zo'n
moment, deze ijssnipper.
A. J. B.
0—0—0—O
Maar hij zwijgt nu over één ding, waar hij
toen toch niet helemaal over zweeg o,
die rugge (vanwege de bruggen?)
En nu laten we nummer twee aan het
woord
WINTERGENOEGENS
Al heeft het er deze winter eerst naar
uitgezien, dat het zou gaan kwakkelen,
toch hebben wij op een ouderwetse manier
een veeg uit de pan gekregen van een
koudegolf, welke lang niet mis was. Ja,
zo'n koufront brengt heel wat misères met
zich mee.
Denk maar eens aan je kolenkit, die tel
kens veel te gauw leeg is, de ontwrichting
van het verkeer, bevroren waterleidingen
en meer van zulke ongemakken. Maar
toch, sportief gezien heeft een winter ook
weer zijn bekoringen. Wat hebben wij in
de achter ons liggende weken maar weer
fijn kunnen genieten van de heerlijke,
bij uitstek Nederlandse schaatssport. We
hebben ons toch weer de moeite getroost
een baantje te gaan trekken en ons uitge
dost in ons allerbeste, soms halfsleets en
wat ouderwetse ijskostuum. Sommige held-
haftigen van ons vreemd, dat dit juist
vaak de ouderen zijn hebben zich zelfs
gewaagd aan grote tochten op de Over
ijsselse kanalen.
Ja, dat was echte ijspret, die deed denken
aan de schilderijen van oude meesters, die
je zo vaak op kalenders ziet afgebeeld,
waarop een bonte menigte, in ouderwetse
kledij zich heerlijk vermaakt op het ijs.
Je hoeft slechts de moderne kledinp' van
heden weg te denken en er de lange rokken
en donkere jakken voor in de plaats te
stellen, om het ouderwetse effect weer op
te roepen. Met die ijskleding van heden is
het wel erg bont gesteld. Maar och, op het
ijs is niets te „bont". Wie vindt het nu te
bont, wanneer hij of zij eens in een bocht
minder zacht tegen de vlakte wordt gerede^^
door een snelheidsmaniak of door een stun^
telig afremmend beginneling. Met een ge
zicht, waarop een glimlach probeert te ko
men, kom je wel weer in de benen en pijn
heeft het immers nooit gedaan. Hoe kun je
nu over pijn praten op het ijs, waar allen
vrolijk gestemd zijn. Daar begin je pas
over, als je thuiskomt en je wreekt het zo
graag op je huisgenoten, vooral als blijkt,
dat die verdraaide stoelzittingen weer zo
hard zijn, en niemand ook maar enig be
grip toont voor je „bonte plekken".
Maar als waar liefhebber laat je je door
dergelijke kleine ongemakken niet van het
ijs weg houden. De echte liefhebber ziet
er niet tegenop na een drukke dagtaak
's-avonds de gezellige warme huiskamer te
ontvluchten en zich heerlijk ingepakt naar
de baan te begeven om er enkele baantjes
te trekken. We kunnen niet voldoende die
zaterdagmiddagen waarderen, waarop ou
ders met kinderen in gezinsverband van
het ijs genieten. Vader zeult wel honderd
keer rond met zijn oudste zoontje, terwijl
de jongsten door moeder tevreden worden
gehouden. Ontelbare keren moet het band.i^
beter vast worden gemaakt bij zoonlief, dd^p
pas heb .je in de gaten welk een belang
rijke rol zo'n eenvoudig ding kan spelen in.
een mensenleven. Evenzovele keren moet
pa zich bukken, waartoe zijn stram gereden
ledematen hem haast geen kans meer
geven. Het begrip vermoeidheid kent men
op het ijs niet. Pas als je 's-avonds thuis
komt laat de vermoeidheid zich gelden en
ik geloof, dat het geen uitzondering is, dat
,je thuisgekomen, na een lekkere maaltijd
genoten te hebben, heerlijk bij de warme
kachel in slaap sukkelt.