stoel werd gewipt en vervangen werd door
de jongere Philippos. Philippos was eigen
lijk geen 100 0/o Spanjaard; men zegt, dat hij
nog Nederlands bloed in zijn aderen had;
vandaar misschien ook, dat hij de dingen
anders bezag dan zijn voorganger.
Hoe dan ook, hij beklom nog staande de
vergadering de voorzittersstoel, sloeg een
paar keer energiek met de hamer op de
voorzitterstafel en vroeg stilte. In zijn rede
voering, die hij tijdens deze stilte hield, be-
rnkte hij uiteraard allen die op hem ge
stemd hadden voor het in hem gestelde ver
trouwen. Uit het verdere van zijn maiden
speech bleek duidelijk, hoe hij begaan was
met de moeilijkheden van de handel in het
algemeen, maar met die van het stadje in
het bijzonder. „Daar moet een eind aan ko
men", riep hij met tranen in zijn ogen (er
werd namelijk nogal flink gerookt in het
vergaderlokaaltje). „Wij moeten een com
missie in het leven roepen, die hier eens de
schouders onderzet, zodat handel en am
bacht een betere tijd tegemoet gaan". Luid
applaus, vooral uit de speelgoedhoek, be
lette hem verder te spreken.
De commissie kwam er, voorzitter werd
hoe kan het anders Philippos. Men kon er
nu van verzekerd zijn, dat het beetje Neder
landse koopmansbloed in de aderen van de
voorzitter wel een middel zou vinden om
de niet zo florissante omzetten tenminste
te verhogen. En we wetenhoe groter de om-
zetsnelheid, hoe meer verdiend wordt.
Ja, hoe ging het verder ook weer? Ik meen,
dat men eerst met een soort van openlucht-
bazar op de proppen kwam tegenwoordig
noemen ze dat een braderie, 't Succes was
niet zo bijzonder, maar onze Philippos liet
zich zo maar niet uit het veld slaan.
Hij kwam met een fantastisch voorstel
Ieder had toch wel eens gehoord van die
goedgeefse bisschop Nikolaas van Myra. Had
hij er niet voor gezorgd, dat 3 meisjes onge
zien een bruidsschat in huis werd gewor
pen? Nu dan, snapten de gildebroeders het
nog niet?
Men moest die Bisschop uitnodigen om in
het stadje mooie cadeaux uit te delen, snoep
goed uit te strooien en een jaarlijks weer
kerend verkoopfestijn in voeren.
Als de kinderen van Juan een mooie pop
hadden gekregen van Bisschop Nikolaas,
dan zouden vast die van Predo en van
Corro er ook één moeten hebben. Predo en
Corro moesten dus ergens een pop kopen.
Snapten ze het nu„De cost gaat voor de
baet". Het was slechts schoorvoetend, dat
de gildebroeders, de neringdoenden zoge
naamd, er wat in zagen. Wat kon dat niet
kosten? Reiskosten le klas van Klein-Azië
naar Spanje, verblijfkosten voor de Bis
schop en zijn knechten en daarbovenop
nog die geschenken die uitgedeeld moesten
worden. Enfin, dan moest het maar.
Zo kreeg ik dan op een goede dag een zeer
beleefd en uitvoerig schrijven uit Spanje,
waarin in vele toonaarden de moeilijkhe
den van de Middenstand werden bezongen.
Ik kreeg werkelijk met ze te doen en liet
mijn goede hart spreken, schreef terug, dat
ik me per eerste gelegenheid na zeven uur
's-morgens op weg zou begeven. Spanje
trok me wel aan, sinaasappelen en veel zon.
In gedachten zag ik al de blijde gezichtjes
van de kinderen aan wie ik gratis geschen
ken mocht geven. De ontvangst in Spanje
was echt hartelijk, een schimmel was te
mijner beschikking evenals enkele kamers
in een hotelletje. De inwoners waren al op
mijn komst voorbereid en zongen 's-avonds
bij de schoorsteen.
De eersten die van deze actie profiteerden