4
Deze getallen spreken voor zichzelf en zijn
dan ook het bewijs, dat de Directie met de
bouw en het gratis beschikbaar stellen
van dat badhuis is voor haar personeel weer
een hoogst te waarderen bijdrage gegeven
heeft in de reeks van sociale voorzienin
gen.
Van de zijde der baders horen wij dan ook
niets dan lof over deze service, en wij nemen
aan dat wij hiermee namens alle baders even
mogen zeggen, dat wij Ter Horst Co. N.V.
hiervoor zeer erkentelijk zijn.
Liep het in het begin op bepaalde uren wel
eens een beetje druk, thans hebben de mees
ten zelf wel ontdekt wanneer men zonder
veel wachttijd kan baden.
egen van de tien kinderen in Rijssen ko
men pas goed in aanraking met de alge
mene Nederlandse omgangstaal als ze
een jaar of zes oud, in de schoolbanken stap
pen. Voor die tijd kenden ze eigenlijk alleen
het „Riessens", maar ook tijdens en na de
schooljaren blijft voor de meesten het plaat
selijk dialect de taal voor dagelijks georuik.
Zeker, het Nederlands verstaan ze, zoals het
tot hen komt door pers en radio, in kerk en
boeken, maar zelf zullen ze het niet gauw
gebruiken zo lang ze in Rijssen blijven. Ja
wie zou de Rijssenaren de kost durven geven,
die zich onbehagelijk voelen als ze „Hol
lands" moeten praten Hun moedertaal is
echt het Rijssens, en al het andere is aange
leerd, meer niet.
Hoe komt dat nu allemaal Wat is zo een
plaatselijk of streekdialect feitelijk
Is het een min of meer onbeschaafde afwij
king van de landstaal Is het dus een ver
vervorming van iets dat op een hoger peil
staat Veel mensen hebben hier wel eens
over gepeinsd, zonder te komen tot een goed
beeld van samenhang tussen het Nederlands
en de dialecten. Laten we eens een flinke
stap in het verleden wagen en zien, of we
zodoende het bestaan van een Rijssens dia
lect beter kunnen begrijpen.
Waarschijnlijk herinneren we ons allemaal
nog wel iets van de z.g. Volksverhuizing in
Europa. Zo omstreeks de vijfde eeuw had er
in ons werelddeel een grote trek van mensen
plaats, en het duurde enige tijd voordat er
weer een toestand van rust was ingetreden.
Die trek zouden we tegenwoordig met het
woord „emigratie" aanduiden; maar in die
tijden zonder arbeidsbureau's en overeen
komsten tussen regeringen, gebeurde alles
natuurlijk veel minder georganiseerd. Er
kwam strijd aan te pas. Het eene volk schoof
het andere voor zich uit. Sommige volken ver
dwenen zelfs geheel of gingen in grotere op.
Toen de mist over de beroeringen optrok,
was er duidelijk een gebied aan te wijzen,
waarbinnen zich de Germaanse volken had
den gevestigd. Dat gebied vormde n.l., even
als nu nog, een aaneensluitend geheel. Het
bestreek Noorwegen, Zweden, Denemarkeij^|
het tegenwoordig Duitsland en de landei^^
tot de Alpen, de Nederlanden (Noordelijk en
Zuidelijk) en Engeland. Die Germanen had
den in oude tijden meer samengedrongen
gewoond en één gemeenschappelijke taal ge
had. Door verplaatsingen waren de afzon
derlijke groepen echter 'n eigen taalontwik
kelingen gaan volgen. Aan het eind van die
vijfde eeuw was het dan ook zo, dat elke
stam, elke afgesloten groep zijn eigen taal
sprak, maar die week in woordenschat en
uitspraak nog slechts heel weinig af van wat
een volgende gemeenschap te horen gaf.
Iemand, die toen binnen het Germaans ge
bied op reis ging (geen peuleschilletje een
goede wapenrusting kwam van pas) hoefde
geen vreemde talen te kennen. Als hij een
scherp opmerker was, zou hij, naarmate hij
verder trok, telkens een iets andere uitspraak
horen, telkens een nieuw woord opdoen,
maar dat was dan ook alles.
Alle overgangen waren geleidelijk. En wan
neer hij wel plotseling voor een scherpe taal
grens stond, voor een muur van onbekende
woorden en klanken, dan was dat een teken
dat hij aan het eind van de Germaansj^k,
taalgebied was gekomen. In het Oosten bijv^^
bij de Polen, in het Zuiden bij de Walen.
Eén ding bestond destijds dus heel bepaald
nog niet standsverschillen tussen de talen
of tongvallen. De uitspraak en woordkeus in
Risna, ons tegenwoordige Rijssen, was an
ders dan die aan de Theems in Engeland of
aan de Sont in Denemarken, maar niet van
een lagere orde. Het was bij uitstek het tijd
perk van de democratie op taalterrein.
(Wordt vervolgd).